Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 291 van 1088

...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...
[35] ANDEREN zeiden: ' Als hij dat zou zijn, dan hoefde hij niet bang te zijn voor de Fanzeeën en schriftgeleerden, en zou hij naar dit feest gekomen zijn en ons eens duidelijk uitgelegd hebben wat hij eigenlijk wil! Maar zoals bekend is hij meer een vriend van de Romeinen en Grieken, en daarom kan hij bij ons joden niet veel aanhang vinden.'
Hoofdstuk 146: De ontevreden leerlingen gaan alleen naar het loofhuttenfeest in Jeruzalem. De Heer gaat hen heimelijk achterna (Ev. Joh. 7,2-13) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Toen verhief IK Mijn stem in de tempel en ging met Mijn onderwijs aldus verder: 'Ja, jullie kennen Mijn persoon wel en weten ook goed waar Ik vandaan kom; maar jullie weten niet, dat Ik als mens nu niet uit Mijzelf ben gekomen, maar dat het een Waarachtige is die Mij gezonden heeft, en Die kennen jullie niet, en daarom weten jullie ook niet waar Ik eigenlijk vandaan kom (Joh. 7,28) Maar Ik ken Hem wel die Mij naar deze wereld heeft gezonden. (Joh. 7,29) Omdat jullie Hem echter niet kennen, kennen jullie ook Mij niet! -Hebben jullie Mij begrepen?'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Mijn toespraak ergerde de trotse mensen van Jeruzalem en zij zochten naar middelen om Mij te grijpen en dan ook te straffen; maar omdat Mijn tijd nog niet gekomen was, was niemand in staat de hand aan Mij te slaan. (Joh. 7,30)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei tegen hen: 'Doe dat nu nog maar niet! Ik blijf toch nog maar heel kort bij jullie, en dan ga Ik naar Hem die Mij naar deze wereld gezonden heeft. (Joh. 7,33) Dan zullen jullie Mij zoeken en waarlijk niet vinden! En waar Ik heen ga, kunnen jullie Mij niet volgen.' (Joh.7,34)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Maar DE JODEN mompelden onder elkaar: 'Waar wil hij dan heengaan dat wij hem niet kunnen vinden? Wil hij misschien naar de Grieken gaan, die overal verspreid wonen, en hen onderricht geven? (Joh. 7,35) Wat is dat voor wonderlijke uitspraak, als hij zegt: 'Jullie zullen mij zoeken en niet vinden!' en 'Waar ik ben, daar kunnen jullie niet komen!' (Joh.7,36) Ach, die man praat wel heel verward! Hij is zeker bang voor de hogepriesters en praat zo om niet door hen opgepakt te worden.'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] Zij drongen zich naar Mij toe; maar toen zij Mij wilden grijpen, verdween Ik plotseling uit de tempel en DE JODEN EN DE FARIZEEËN keken elkaar verbaasd aan en zeiden: 'Waar is hij nu zo plotseling gebleven? Dat is werkelijk een wonder!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Morgen doen wij niets en vandaag ook niets meer, maar overmorgen, wanneer zoals bekend dit feest met de grootste praal gevierd wordt, zullen ook wij in de tempel verschijnen en het volk onderrichten. Maar nu verlaten wij deze herberg, die te streng en te dom volgens oud Joods gebruik is ingericht; want hier krijgen we voor zonsondergang niets te drinken en al helemaal niets te eten. Laten we daarom naar Bethanië gaan; daar zullen we meteen wat te eten en te drinken krijgen!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop stonden we op en gingen vlug weg naar Bethanië.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Ik vertelde dat aan de leerlingen en zij werden erg verontwaardigd over deze waard die de mensen naar de ogen keek.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] HIJ vroeg echter meteen naar Mij en zei: 'ja, mijn beste vrienden, aan jullie wens zal meteen gehoor gegeven worden; maar ik zou er wat voor geven als ook de grote, heilige Meester bij jullie was! Een half uur geleden kwamen hier een paar Grieken voorbij en ik vroeg hun of ze nieuws hadden over het feest. Want ik ben maar een uur in Jeruzalem geweest en al gauw naar huis gegaan omdat ik mij ergerde aan het hoogst dwaze feestgedoe en daarom kon ik dus ook niet weten of er verder nog wat gebeurd was.
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Toen zeiden de Grieken: 'Wij hebben gehoord dat de beroemde magiër uit Galilea in de tempel bezig was; maar wij zagen hem niet omdat we door het gedrang niet binnen konden komen. ' Wel dat zeiden de twee Grieken tegen mij. Ik heb er toen meteen een paar van mijn knechten op uitgestuurd om navraag naar Hem te doen en het mij direct te melden, zodat ik er dan zelf heen kon gaan, Hem opzoeken en Hem als meest geliefde gast bij mij uit zou kunnen nodigen; maar de uitgestuurde knechten zijn nog niet teruggekomen. -Zeg mij, beste vrienden, of jullie ook iets dergelijks in de stad gehoord hebben!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nu was weer zo'n punt bereikt dat, zonder Johannes en zonder Mij, in het hele joodse land iedere vonk van de ware Godskennis verstikt zou zijn, en daarom moest Ik Zelf als mens naar deze wereld komen om alle goedwillende mensen het verloren levenslicht terug te geven, en hun opnieuw de wegen naar de ware kennis van God te tonen. Er zal weliswaar nog vaak strijd zijn tussen Mijn kinderen en de wereldse kinderen omdat het aantal der Mijnen op aarde steeds kleiner zal zijn dan het aantal wereldse kinderen; maar uiteindelijk zullen toch de Mijnen over de hele wereld zegevieren, en deze zal hen geen schade meer kunnen berokkenen. Want ook.al vinden jullie alle materie nu nog zo hard en onverwoestbaar, zij zal uiteindelijk toch moeten wijken voor de macht van de geest.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Een God die zich van zichzelf volledig bewust zou zijn als centraal punt van alle wijsheid en macht, zou met de mensen, als zijn volmaaktste scheppingen, in zoverre toch wel redelijk rekening gehouden hebben dat hij zich vroeg of laat zelf aan hen geopenbaard zou hebben en hun getoond zou hebben waarom zij er zijn en wat hij eventueel verder met hen voor heeft. Als dat echter niet het geval is, en als er niet een of ook meerdere keren volledig naar waarheid aangetoond kan worden dat hij er is, dan bestaat hij ook niet, en dan verdient degene die over een goddelijk bestaan spreekt en schrijft, heel zwaar gestraft te worden.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Of is het vandaag soms anders? Gaat het domme, blinde volk niet naar de tempel om de Schrift te aanbidden? Maar van wat daarin staat, weet het weinig of niets, en het heeft ook geen behoefte om dat te weten, want het stelt er zich al volkomen tevreden mee dat de gewijde priester van God dat begrijpt, en dat de gewone mens niets anders nodig heeft dan wat de priester hem vertelt en te doen wat de priester wil; want de priester weet vast wel waarom.
Hoofdstuk 149: Een voorspelling van de Heer over onze hedendaagse tijd. De noodzaak van goddelijke openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Deze manier van openbaren is voor mensen die zich daar openlijk naar willen richten steeds de heilzaamste, omdat zij daarvan geen buitengewone dwang ondervinden. Bij de grote openbaringen, die maar zelden voorkomen winnen de mensen veel minder voor hun zielen, omdat zulke openbaringen meer een gericht zijn voor de ontaarde mensheid dan iets heilzaams.
Hoofdstuk 150: Echte en valse profeten en openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...