Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 291 van 373

...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...
[10] Heel anders is het gesteld met de gevoelsmens, die in zijn hart denkt. Hij ziet in dat al het weten van het menselijke verstand puur broddelwerk is en dat die mens het verstandigste en het wijste is, die het zover gebracht heeft dat hij in zijn deemoed kan zeggen: ik weet niets; want al mijn weten is minder dan een zonnestofje vergeleken bij de oneindige wijsheid van God. Zo iemand is dan pas in het bezit gekomen van de ware wijsheidshonger, die hem de grote provisiekamer laat vinden welke de Heer zo rijkelijk gevuld in zijn hart heeft gelegd.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Bij deze mensen is het gebed meer een gebed van gebaren dan een innerlijk gebed vanuit het hart. Het is ongeveer hetzelfde als wanneer jullie werken met het verstand, waarbij jullie je onbewust bewegen zoals het door de gedachten wordt ingegeven. Zo is het gebed van deze mensen geen gebed van het gevoel, dat uit het hart komt, maar een gebed van het verstand, dat uit het verstandelijk denken van de ziel voortkomt. In deze houding overleggen deze mensen, eenieder naar de graad van zijn wijsheid, wat wel het verstandigst zou zijn.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Jullie zouden graag willen weten hoe zulke mensen nu bidden. Zulke mensen bidden op hun manier zoals jullie bidden op jullie manier. Ze bidden tot God, de allerhoogste Heer van hemel en aarde. Hun gebed is een bede waarin de levendige wens ligt besloten dat de Heer hun mag geven waar ze Hem om vragen. Jullie bidden op jullie manier - als jullie waarachtig bidden wel te verstaan - in je hart, en laten je gebed eveneens vergezeld gaan van de wens dat datgene waaruit het gebed eigenlijk bestaat, mag worden verhoord.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] De houding die ze daarbij aannemen, getuigt niet zoals bij jullie van een zekere deemoedige en berouwvolle aandacht van het hart, maar het is slechts een teken dat ze elkaar in deze toestand niet in het geringst moeten storen. Ieder van hen overlegt ongestoord bij zichzelf wat het verstandigst is en wenst daarbij dat God de Almachtige dit mag laten gebeuren. Heeft iemand op zijn manier de meest wijze oplossing gevonden, dan mag hij ook weer heel rustig opstaan en in de vlam lezen in hoeverre zijn standpunt in het schrift in de vlam is terug te vinden. Is het terug te vinden, dan blijft de overeind gekomen bidder ook staan; maar is zijn standpunt in de vlam niet terug te vinden, dan legt de bidder zich meteen weer op zijn aangezicht en bidt of beter gezegd denkt verder na, over wat er in zijn sfeer wel het verstandigst mag zijn.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wat moeten we dan doen, nu de vlam nog brandt? Ik zal jullie een goede raad geven en deze luidt als volgt: val allemaal voor het altaar van God ter aarde, loof en prijs de almachtige God, opdat Hij ons allen ten minste in zoverre dieper mag wekken dat we daardoor in het diepst van ons hart mogen inzien hoeveel ons nog ontbreekt om te worden wat onze zuster, onze wijze maagd geworden is.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Maar zij die buiten het hart zijn, zijn helemaal ingesloten door wetten die moeilijk zijn na te leven, terwijl de overtreding van een enkele al op hetzelfde moment een dodelijk gericht met zich meebrengt, waardoor het dan alsmaar moeilijker wordt om de grote hoeveelheid andere wetten na te leven. Hieruit kun je nu ongetwijfeld opmaken wat er vereist wordt om het kindschap Gods te verkrijgen. Handel daar dan ook naar, want je bent vrij.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[14] Daarom mag je nu doen wat je goeddunkt. Wil je op de voorwaarden ingaan, dan moet je dat in jouw hart doen. Dan zul je niet verloren gaan, want we weten ook dat de Heer eerder een hele schepping zou vernietigen dan dat Hij één kind helemaal verloren zou laten gaan!
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Wanneer je dus in het hart bent, dan zal de Heer als een allerwaarachtigste Vader voor je zorgen. Wil je echter zonder dat hart de voorwaarden aanvaarden, dan zul je onder de last van de grote beproevingen van God geen stand houden. Voor hen die in Zijn hart zijn, heeft Hij geen wet gegeven behalve die ene, dat ze Hem steeds meer liefhebben.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Zie je, mijn zoon, het komt er helemaal op aan of je God kunt liefhebben of niet. Kun je God in alle deemoed van je hart liefhebben, dan bevind je je in dit hart; kun je God echter niet liefhebben, dan ben je niet in het hart, maar in het gericht. Dan is het beter dat je hier zalig in een klein gericht blijft, dan dat je het kindschap Gods zou willen nastreven, om daardoor in het grote gericht terecht te komen waaruit, volgens de tekenen in de vlam, moeilijk ooit een uitweg te vinden zal zijn.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Dit was namelijk het teken dat je over het hoofd hebt gezien: in het midden van de gloed bevond zich, van alle kanten door de levendige vlam omgeven, een hart. En dat hart vlamde en de vlammen uit dat hart vormden nu juist de tekens die jij hebt gelezen. Lees je deze tekens op zich, dan zijn ze huiveringwekkend, ja allerhuiveringwekkendst, maar lees je ze vanuit dit hart, dan zijn ze vol zaligste verwachtingen. Op zich zijn ze een gericht van waaruit nergens een uitweg naar een beter leven te ontdekken valt, maar vanuit het hart zijn ze een erbarming van God waarin iemand die zich eenmaal in het hart bevindt, eeuwig nooit verloren kan gaan.
Hoofdstuk 17: De kern van de voorwaarden - kun je God liefhebben? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] De oudste zegt: kom dan hier voor mij staan, wend je gezicht naar de vlam en lees, wat ze jou te zeggen heeft. Het vrouwelijk wezen gaat voor de oudste staan en leest in de vlam: jouw God en Heer is een God vol liefde en erbarming en Hij zal jou een zacht juk en een lichte last te dragen geven! Wees deemoedig van hart, vergeet de grote pracht van deze wereld en vertrouw je toe aan de almachtige bescherming van de grote God! Hijzelf zal jou onzichtbaar op Zijn eigen handen dragen door een kort materieel leven tot aan Zijn woning, alwaar je het grote kindschap zult ontvangen en eeuwig zult leven in het huis van de almachtige Goddelijke Vader. Heb je, in je liefde tot deze grote God de moed, leg dan je hand op het altaar!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Ik zeg jullie: laat eenieder, man of vrouw, onderzoeken hoe het met zijn gemoed ten opzichte van God de Almachtige gesteld is. Wie van jullie heeft de moed om het allerhoogste Godswezen met zijn liefde te omvatten? Wie in staat is om alles voor het altaar neer te leggen en niets te behouden dan slechts de liefde van zijn hart voor de almachtige, eeuwig grote God, moge naar voren komen en proberen te lezen wat de vlam aangeeft. Waarlijk, wie daartoe in staat is, heeft een grote weg voor zich, een weg van de grootste vrijheid tot het nederigste knechtschap; een weg van dit volmaakte leven door de dood, een weg van deze hoogste graad van licht naar de grootste nacht en erdoorheen, een weg van hoogste zaligheid en geluk, zoals we die hier allemaal voelen, naar de grootste droefenis, naar de grootste ellende en de grootste nood, een weg van ons ononderbroken welzijn naar en door ondragelijke pijn om langs die weg vol onzekerheid in een nergens bepaalde tijd bij de woning van God te komen. Zalig degene die deze woning ooit kan bereiken en die daar een kind van God kan worden!
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijken we echter omhoog naar de eindeloze blauwige luchtzee, dan kunnen jullie daar altijd hetzelfde door de grote Schepper opgetekend vinden wat onze hand hier heeft nagemaakt. Hoe luidt deze wenk dus? Luister, ik zal hem voor jullie herhalen: in het midden van de grote binnenplaats van het sterrenpaleis moet jij, oudste, voor de enige God een altaar oprichten en daarop hout dwars over elkaar leggen; het hout moet echter gaaf zijn en een uitstekende geur hebben. Toch mag je dit hout nooit met een werelds vuur aansteken, maar een vuur uit jouw hart moet dit hout doen ontvlammen. Wanneer het hout door het vuur van jouw hart ontvlamd is, ga dan jezelf en de jouwen in het licht van deze vlam doorvorsen om te zien of er in jouw huis iemand in staat is om de woonplaats van God te betreden. Wie zich daartoe in staat acht, moge voor het altaar treden en in de vlam de voorwaarden lezen die hij moet vervullen op de wereld, welke de grote God enkel voor zichzelf en voor zijn kinderen heeft geschapen. Aldus luidt de wenk.
Hoofdstuk 22: Onthulling van de voorwaarden voor het bereiken van het kindschap Gods - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[15] Kijk nu, er treedt een man vanuit de zeer aanzienlijke menigte naar voren die uit de vlammen de volgende voorwaarden leest: ontevredene met jouw zalige lot! Wat wil je? Waar wil je naartoe? Je kent tot op heden geen lijden en nog nooit werd jouw wezen door pijn aangeraakt. De dood is jou vreemd en jouw nek heeft nog nooit een zware last getorst. Blijf je op deze wereld volgens de eeuwige ordening van God, dan kun je eeuwig nooit vallen, in het verderf gestort worden en te gronde gaan. Wat jouw hart maar wenst en voelt, heb je en zul je altijd hebben.
Hoofdstuk 16: Tweeërlei mensen - schepselen en kinderen. Eerste voorwaarden om tot het kindschap Gods te komen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] In het kort luidt deze als volgt: bouw een altaar in jullie woning en zorg dat op dit altaar altijd welriekend hout dwars over elkaar gelegd is. Wanneer iemand de ene God in geloof heeft erkend, die moge zijn hart vragen of het ontbranden wil. Dan zal de vlam van zijn hart het hout op het altaar aansteken en het met heldere vlammen verteren. In deze vlammen zal hij, wiens hart ontbrand is, de grote heilige, maar loodzware voorwaarden lezen waaronder hij een kind Gods kan worden.
Hoofdstuk 16: Tweeërlei mensen - schepselen en kinderen. Eerste voorwaarden om tot het kindschap Gods te komen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304  ...