15542 resultaten - Pagina 291 van 1037
... 279 - 280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 ...
[6] Toen Lazarus dat gehoord had, ging hij meteen met Rafaël naar buiten, waar Rafaël eerst de vele jongeren naar de aanliggende zaal bracht en vervolgens tegen Lazarus zei: 'Heb je wel genoeg tafels en banken?'Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[20] De mooie jodin zei: 'Ja, dat zou ons allen wel bijzonder goed bevallen, maar voor zo 'n ongehoorde genade zijn wij beslist te onbelangrijk en ook te grote zondaars! Want ten eerste hebben wij reeds lang de sabbat rust volgens de regels kunnen heiligen en horen wij allang in de rij van de grote zondaars, en ten tweede konden wij ons daar ook niet van zuiveren, omdat wij daar de middelen nooit voor bezaten. En dus zal God ook al komt Hij nu ook lichamelijk tot de mensen, beslist niet naar ons kijken. Hij kwam wel naar Abraham, Isaak en Jacob, maar dat waren zeer vrome mensen, die nooit een zonde hadden begaan. Wat zijn wij daarmee vergeleken? Ik zou God dus wel boven alles kunnen liefhebben, maar Hij is veel te heilig en kan de liefde van een zondaar niet aannemen.'
Hoofdstuk 13: Agricola 's verwijzing naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[16] Rafaël zei: 'Dat speelt nu helemaal geen rol meer, want alles watje ziet en voelt en denkt is een nog groter wonder van de Heer en ieder mens op zich is het grootste wonder! Of de Heer nu een bliksemsnelle bliksem schept, die in een oogwenk uit een wolk naar de aarde schiet, of dat Hij een zon schept, die dan aeonenmaal aeonen aardse jaren vele aarden verlicht, dat is voor de wijsheid en de macht van de Heer volkomen gelijk en daarom hoef jij ook dit huidige wonder niet zo belangrijk te vinden. Dat zou gezien de vele zeer nieuwsgierige vreemdelingen ook niet zo erg verstandig zijn. Maar nu mag je er wel voor zorgen dat al die gasten bediend worden, anders zullen ze drukte beginnen te maken!'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Lazarus zei: 'Deze wijn krijg ik zelf naar waarheid gewoon door de genade van God. Daarom kunnen jullie hem hier met mate drinken, maar ik heb absoluut geen wijn om door te verkopen!'
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Daarop gingen de gasten weer naar hun plaatsen.
Hoofdstuk 14: De nieuwe gasten in de herberg en hun onthaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] (Rafaël): 'Kijk, jij ziet de stof, waaruit volkomen zuiver goud bestaat, beslist niet als onderdeel van deze lucht daarin rondzweven, maar ik zie die stof wel en kan hem heel goed onderscheiden van de talloos vele, andere stoffen. Omdat ik dat echter wel kan en ook mijn wil overeenkomstig op dezelfde manier naar alle richtingen kan uitbreiden, daarom kan ik ook dit in de lucht aanwezige pure goudstof ineens tot een zichtbare hoop samentrekken, of ik kan ook net zo gemakkelijk bewerkstelligen dat het zich tot een willekeurige vorm, zoals bijvoorbeeld een drinkbeker, samenvoegt en dan zul je onmiddellijk een willekeurig grote goudhoop of een gouden beker voor je zien en dat goud zal niet een zogenaamd waardeloos, wonderbaarlijk goud zijn, maar even natuurlijk als het goud dat de mensen uit de bergen delven, van vreemde stoffen ontdoen en vervolgens in het vuur smelten en er dan allerlei kostbare zaken en voorwerpen van vervaardigen.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] Want bepaalde natuurgeesten in de materie van de bergen die met het in de lucht vrij aanwezige goudstof het meest verwant zijn, zijn in staat door hun zeer geringe intelligentie en de daarmee verbonden wilskracht wat de apothekers aantrekkingskracht noemen -het vrije goud uit de lucht naar zich toe te trekken en als dat een paar honderd jaar achtereen gebeurt, zal er op zo'n plaats heel veel goud zichtbaar worden.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[7] Zoals ik dit door mijn innerlijke kracht kan, zo kan ik ook al het andere wat ik voor al die gasten heb geschapen. Maar daarom hoef je deze gasten de maaltijd niet te schenken, want het zijn allemaal rijke handelaars en zij moeten betalen voor wat ze hebben gegeten en gedronken. Daarna zullen ze al gauw weer naar hun kramen gaan, die nu nog afgesloten zijn, en de kopers door hun geschreeuw lokken. Laat je dienaren nu het geld inzamelen!'
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Toen daarna de vele gasten zich vanaf de berg naar de stad begaven, wilden de dienaren zoals altijd de tafels afruimen. Maar Rafaël zei hun dat zij dit werk niet hoefden te doen, want als dezelfde gasten 's avonds terug zouden komen, hoefden zij niets anders te doen dan hun na het avondmaal de rekening te presenteren en daarna weer alle tafels net als nu gedekt te laten staan. Daarbij bleef het dan ook en de volgende twee dagen werden al die vele gasten van spijs en drank voorzien, zonder dat Lazarus ook maar een vis, een stuk brood of een beker wijn van zijn voorraad hoefde te gebruiken.
Hoofdstuk 16: Het werk van de natuurgeesten bij de vorming van metalen Het geheim van het wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[8] Maar deze zuiver vrije, zelfstandige, geestelijke ommekeer op de ontelbare, zeer uiteenlopende hemellichamen is ook net zo verschillend als de hemellichamen onderling en in zichzelf zijn. De meest volmaakte terugkeer vanaf een hemellichaam naar God is en blijft echter die vanaf deze aarde, omdat hier ieder mens in zijn ziel en in zijn geest volkomen aan God gelijk kan worden als hij dat maar wil; want wie hier naar God streeft, zal ook bij God komen. Begrijp je deze dingen?'
Hoofdstuk 17: De oerstoffen van de schepping - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Het mystieke getal zeven slaat op het volkomen oorspronkelijk goddelijke en het aan God gelijke in elke van Hem uitgaande gedachte en in iedere idee die door Hem is gevormd en als het ware uit Hem naar buiten is geplaatst.
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[9] Kijk, dit zijn dan al vijf grote oergeesten van God, en nu zullen we nog overgaan tot de twee laatste; luister dus nog verder naar mij!
Hoofdstuk 18: De zeven oergeesten van God. De verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[2] De liefde als zodanig is blind en haar streven is alles naar zich toe te trekken. Maar in dit streven ontvlamt zij en ontstaat er licht en daarmee begrip en inzicht in haar.
Hoofdstuk 19: De oorlogen van Jehova - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Rafaël zei: 'Dat is niet nodig! Laten we nu ook maar naar binnen gaan, dan zul je daar je boek al volgeschreven vinden!'
Hoofdstuk 20: De disharmonie van de zeven geesten in de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[5] Agricola zei: 'Daar doe je echt heel goed aan en het was heel verstandig en wijs van je, datje de wonderbare jongen daartoe hebt overgehaald, want deze les was te belangrijk om niet woordelijk te worden opgeschreven. Hier hebben ook twee leerlingen van de Heer geschreven, maar alleen, naar verluidt, de hoofdpunten van de grote toespraak. Haal daarom je boek en breng het hier, opdat wij het allen kunnen zien en vergelijken!'
Hoofdstuk 21: Wonder op wonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)