Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 292 van 1110

...  280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305  ...
[25] DE HOOFDMAN zei: 'Dat moet onze grote heiland bepalen; want jullie hebben hem niet dusdanig ontvangen dat hij met jullie ingenomen zou kunnen zijn.'
Hoofdstuk 129: De genezing van de aan koorts lijdende zoon van de hoofdman - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Nu treedt de God op voor wie de Atheners ook een tempel gebouwd hebben, namelijk die voor de hun onbekende god, echter zonder afgodsbeeld, maar met op een altaar de boeken van de oude wijzen van Egypte. En als de mensen eenmaal per jaar in deze tempel bijeenkwamen, werden wijze woorden uit deze boeken voor hen voorgelezen, en daar werden de mensen dan het meest gesticht, terwijl zij voor de andere afgoden weinig respect toonden. Maar nu deze enig ware God optreedt, moeten voor Zijn geest alle nietswaardige, valse bedrog en leugengoden het veld ruimen. Ga naar jullie tempel en je zult daar geen afgodsbeeld meer vinden!'
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] DE HOOFDMAN zei: 'Het volk heb ik in mijn macht, en ik weet wat ik bij een mogelijke opstand te doen heb. Het volk zal eerst in alle rust en kalmte uitgelegd worden wat dat allemaal te betekenen heeft. Als de mensen dat naar alle waarschijnlijkheid erg goed op zullen nemen, omdat ze nu met jullie doen en laten echt niet meer tevreden waren, dan is dat al iets goeds. Mochten enkelen zich daarbij, misschien door jullie opgestookt, ontevreden reageren, dan heb ik ook wel weer middelen genoeg bij de hand om hen tot rust en tevredenheid te brengen. Laatje er echter niet toe verleiden om iemand op te stoken, want mijn ernst kennen jullie!
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En als de tempel, die hier toch al niets betekent, geen valse goden meer heeft, wel, wijd hem dan, omdat ik dat voor jullie verbetering zo beschik, aan de onbekende god en onderwijs het volk dienovereenkomstig, dan zal het duizendmaal tevredener zijn dan wanneer jullie het vrijwel iedere week driemaal met jullie cimbalen bijeenroepen om het de wil van de een of andere god, die jullie bedacht hebben, tijdens allerlei domme, nietszeggende ceremoniƫn te verkondigen, waarvoor jullie van iedereen een offer eisen.
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Als iemand met meer inzicht niets wil geven, wordt hij voor hier en in het hiernamaals bedreigd met straffen van alle goden, en voor een tijd buitengesloten van het gezelschap van de gelovige dwazen. Daarbij moeten wij jullie helaas behulpzaam zijn, om jullie je gezicht niet te laten verliezen; doen wij dat niet, dan zal het volk jullie meteen wat anders gaan vertellen! Maar als jullie je alleen maar door onze steun kunnen handhaven met al jullie bedriegerij, zullen jullie als verkondigers van de waarheid nog meer op onze steun kunnen rekenen. Zien jullie dat in?! Als het volk jullie voor je leugens graag en gewillig offers gebracht heeft, dan zal het jullie voor de waarheid nog veel eerder een passend offer brengen. Als leek zie ik dat duidelijk in, -waarom jullie als wijze priesters der goden dan niet?'
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] DE HOOFDMAN zei: 'Daarvoor heeft deze Heiland jullie al het juiste advies gegeven. Ga naar Chotinodora! Daar zullen de opperpriesters jullie wel goed instrueren; handel daarnaar en dan zal alles zeker goed gaan! Ga daar vandaag nog heen, laat je daar onderwijzen, -kom daarna terug en leer het volk de waarheid!'
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] DE HOOFDMAN zei: 'Blijf vandaag dan hier in dit gezelschap, dat jullie als mensen, maar niet als priesters waardig zijn! ' .
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei nu zachtjes tegen de hoofdman: 'Omdat jij volgens dit alles een man naar Mijn hart bent, moet jij voor kleding zorgen voor deze tien mensen die zo armelijk gekleed zijn! Ik heb ze aangenomen en zij gaan nu als leerlingen met Mij mee.'
Hoofdstuk 130: De bekering van de afgodenpriesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Blijf trouw aan jullie principe, dan zul je oneindig meer winnen dan je ooit verloren hebt!'
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Eerst gaan we nu een poosje naar buiten, daar zal meteen iets gebeuren waardoor Ik jullie wat beter met de jullie nog onbekende God zal kunnen laten kennis maken, en dat is beslist meer waard dan duizend van zulke romantische gebeurtenissen in een mens z'n leven, waaraan op deze aarde waarlijk geen gebrek is.
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Ik heb dat reeds lang voorzien, en Ik kende jullie en al jullie levensomstandigheden op deze aarde; maar Ik wist ook, dat Mijn woord bij jullie in goede aarde zou vallen, en Ik kwam daarom naar jullie toe om jullie allen troost te brengen. De allergrootste troost voor jullie moet echter zijn, dat in Mij het rijk van de jullie nog onbekende God tot jullie is gekomen, en daarmee het eeuwige leven van jullie zielen!
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Toen DE HOOFDMAN dat verhaal van de tien mannen hoorde, kreeg hij tranen in zijn ogen en hij zei: 'O broeders, dat heeft de onbekende god allemaal zo wonderbaarlijk beschikt! Kunnen jullie je niet meer herinneren, datje ooit een broer nog als knaap van nauwelijks tien jaar verloren hebt? Kijk, jullie vader was ook de mijne! Men ontvoerde mij op een keer toen ik heel zorgeloos in een klein bos bloemen plukte. Smeken hielp niet, de kinderdieven sleepten mij over de bergen, en ik werd in Sidon aan een Romeins schip als slaaf verkocht. In Rome werd ik weer aan een hoge Romein als slaaf verkocht; ik beviel hem en omdat hij geen kinderen had, nam hij mij aan als zijn kind, schonk mij de volledige vrijheid en liet mij opvoeden en opleiden tot krijger. Ik werd langzaam maar zeker dat, wat ik nu ben, weliswaar meer door mijn geld dan door mijn verdienste, en ik werd een paar jaar geleden hier als kommandant aangesteld.
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ja, ik zou nu zelfs durven beweren dat deze wonderbare heiland van ons dit alles heimelijk bij zichzelf in zijn goddelijk helderziende gemoed ook geweten heeft, en het op deze wijze manier geregeld heeft dat wij elkaar hier als broeders moesten vinden. Daarom moest ik ook hierheen komen als commandant, zodat jullie, mijn ongelukkige broeders, je in mijn nabijheid wat erg treurig was -zouden ophouden; want als jullie als rovers door mijn soldaten gevangen en bij mij voor het gericht gebracht zouden zijn, dan zouden wij elkaar net als nu beslist herkend hebben, en ik zou dan zeker middelen en wegen gevonden hebben om jullie uit de moeilijkheden te helpen. En dat hebben we allemaal aan de ene, echte, ons nog onbekende god te danken, die ons hoogstwaarschijnlijk nu deze heiland als gezant stuurde om ons van de dode goden te bevrijden en ons daarvoor in de plaats de ene, ware god te wijzen. -Is dat niet zo, beste, nobele broeders? ,
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'O nee, vrienden, ook voor hen werd door de jullie nog onbekende god gezorgd! Zij kwamen ook behouden over het gebergte in de omgeving van de Eufraat en met hulp van een terugreizende handelskaravaan in Chotinodora. Jullie zuster is daar nu de brave vrouw van de jullie bekende tollenaar Jored. Hij had al wel een paar vrouwen, maar hij nam ook haar ondanks haar armoe vanwege haar schoonheid als vrouw; zij is nu zijn lieveling, hoewel zij hem nog geen kind schonk. Maar hij heeft kinderen van de andere vrouwen, waarvan jullie zuster echter net zo houdt alsof het haar eigen kinderen zijn. Ik ben meer dan drie dagen in zijn huis geweest en het hele huis heeft Mijn leer aangenomen; maar Ik wilde hem niets vertellen over alles wat hier nog op hem wacht. Het zal hem des te meer plezier doen wanneer hij dit alles binnenkort door jou, Mijn hoofdman, te weten zal komen. Tot op heden weet hij nog niet wie zijn liefste vrouw is en waar zij vandaan komt, want noch de vrouw, noch jullie reeds zeer bejaarde moeder, die heel stil bij hem woont, hebben -uit vrees voor mogelijk verraad -hem ook maar iets verteld over wie zij zijn en waar zij vandaan komen.
Hoofdstuk 131: De Romeinse hoofdman vindt zijn broers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Hij heeft immers eens in de een of andere wijsheidsschool waarin men volgens Plato de waardigheid en grootte van de mens zo echt oratorisch ophemelde, gezegd terwijl hij een volkomen geplukte, maar nog levende gans losliet: 'Kijk, dat is nu de waardigheid van de platonische mens! ' De eigenlijke mens heeft op dit dier alleen maar voor, dat hij een armzalig verstand heeft dat ertoe dient om hem de pijn des te dieper te doen voelen als hem van alle kanten de levensveren worden uitgetrokken!
Hoofdstuk 132: De klacht van de hoofdman over de oorlog in het dierenrijk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  280 - 281 - 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305  ...