Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 294 van 1110

...  282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307  ...
[24] IK zei: 'Als dat waar zou zijn, had Ik de lichte, hoogste wijsheidshoogten van de hemelen ook nooit moeten verlaten! Maar omdat Ik dat Voor jullie mensen heb gedaan, zullen ook jullie deze nietswaardige wijsheidshoogte ooit in jullie leven terwille van een hogere wijsheid kunnen verlaten; want om het hoogste te krijgen, loont het wel de moeite zo'n heuvel te verlaten. Van nu af aan zal iedereen in de diepte van zijn eigen deemoed afmoeten dalen als hij de ware levenswijsheid wil bereiken.'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen werd DE OVERSTE wat geërgerd en ontstemd, maar hij vermande zich toch al gauw en zei: 'Wel, doe dan nu allemaal jullie uiterste best, zodat we niet vanavond pas ons middagmaal kunnen gebruiken!'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Wat er is, is er; en nu gaan wij aan tafel en eten en drinken opgewekt wat er op tafel staat! Want als jullie kinderen van God willen worden, schaadt het immers ook niet dat jullie nog in dit leven een keer ervaren hoe men als kind in het vaderhuis eet en drinkt.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Waarlijk, Ik zeg jullie: Zonder de ware liefde zullen jullie God niet vinden, Hem nooit goed herkennen en Hem zodoende ook nooit kunnen naderen! Alleen de liefde toont jullie de zekere weg naar Hem, -jullie verstand echter eeuwig nooit! En wie de weg naar God niet vindt, vindt ook de weg naar zijn hoogst eigen leven niet en dwaalt daarom in het duister en op de wegen van het gericht en de eeuwige dood. Onthoud dat van Mij; de rest zullen jullie later wel van Mijn leerlingen horen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE OVERSTE zei: 'Kijk, wat jij niet begrijpt, begrijp ik, als soldaat, nu heel goed en ik kan het je uitleggen! Kijk, hier staat de Man die uit de hemelen tot ons mensen is gekomen en nu het licht verspreidt van Melitene tot hier in Serrhe! Luister naar Hem, dan zullen jullie die nu dood zijn, levend worden en in het stralendste licht jullie heil zien! En deze andere mannen, die met Hem meekwamen, zijn degenen wier gezicht straalde als de volle maan. Hun woorden zijn een echte levensmorgenster, en degenen, die deze aannemen, stralen dan in hun hart volleven net als de woorden die in jullie boek der wijsheid met hét beeld van de morgenster zijn aangeduid. Jullie moeten nu begrijpen welke tijd is aangebroken!'
Hoofdstuk 137: Het bezoek aan de tempel der wijsheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Maar IK zei: 'Ja, beste mensen, die vind je op aarde niet; maar als onder de mensen op aarde door het erkende woord van God eenmaal het juiste vuur van de liefde tot God en tot de naaste intensief aanwezig zal zijn, zullen de mensen bij dat vuur zeker ook spijzen voor zichzelf bereiden die net zo goed en vaak nog beter zullen smaken dan deze. Ik zeg jullie: De ware, zuivere liefde is het edelste heilige vuur; dat kan alles. Het is de beste kok, de beste waard, het beste kruid voor alle spijzen en de beste spijs zelf. Waarlijk, wie door de zuivere liefde gevoed wordt, wordt waarachtig goed gevoed, en wie daardoor verzadigd wordt, zal in eeuwigheid geen honger hebben! Als die liefde jullie levend zal maken, zullen jullie eeuwig geen dood voelen noch smaken. Doe daarom je best voor die zuivere liefde tot God en je naasten; want die liefde zal jullie alles geven wat je meer dan zalig kan maken! En hoe die liefde er uitziet, hebben jullie in de afgelopen drie dagen gehoord, en dus hoef Ik jullie daarover verder niets te zeggen.'
Hoofdstuk 138: De wondermaaltijd in het huis van de overste. Wezen en werking van de liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Op deze middag bezocht Ik met de overste, de hoofdman en hun familieleden enkele arme joden, die in deze omgeving met van alles handel dreven en sjacherden, maar weinig verdienden, omdat de slimme Grieken hen overal vóór waren. De overste en de hoofdman gaven hun wat; maar Ik raadde hen aan naar huis te gaan en daar hun handen te gebruiken en met werk dat zij aankonden hun dagelijks brood te verdienen. Want in welk land iemand met weinig talenten geboren is, moet hij blijven en voor zichzelf en de zijnen voor een redelijk bestaan zorgen. Alleen mensen met vele, grote talenten behoren net als de zon de hele aarde toe, omdat hun geestelijk licht de levensweg van alle andere mensen moet verlichten.
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Toen zei ook DE OVERSTE: 'Ja,ja, beste mensen, de Heer heeft volkomen gelijk! Het gaat jullie hier voor zover ik weet erg miserabel en slecht, en ik kan jullie situatie echt niet verbeteren. Ga dus naar je eigen land, daar zullen jullie beslist beter ontvangen worden dan hier! Jullie gesjacher brengt je niets op, en ons werk kunnen jullie niet doen, omdat je daar geen ervaring in hebt, daarom zullen jullie je thuis veel beter voelen. Maar opdat jullie gemakkelijker in jullie land kunnen komen, zal ik jullie uit liefde voor deze Meester, die ook een Jood is, reisgeld geven.'
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: O, ongetwijfeld; maar Hij weet het best wat er voor elk mens goed is, en daarom heeft Hij jullie ook precies zoveel talenten gegeven als jullie nodig hebben. Want door veel talenten wordt geen mens zalig, omdat zij geen menselijke verdienste, maar alleen Gods werk en verdienste zijn. Wie veel gekregen heeft, zal ook over veel rekenschap moeten afleggen; wie maar weinig gekregen heeft, zal ook slechts over weinig rekenschap behoeven af te leggen. Eenzelfde zonde zal bij rijk getalenteerden later op de weegschaal van de goddelijke gerechtigheid veel zwaarder wegen dan bij gering getalenteerden. Want wanneer een wetgever zelf tegen zijn wetten handelt, is dat stellig erger dan wanneer degene ertegen zondigt, aan wie de wet gegeven werd. Laat daarom niemand een mens benijden aan wie God veel grote talenten geschonken heeft; want zo iemand zal op aarde altijd ook heel veel moeten verduren. Wees daarom blij dat jullie door God maar met weinig talenten gezegend zijn!'
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Daar heb jij ook gelijk in, maar juist daarom kan iemand die met weinig licht begaafd is maar beter thuis blijven, waar hij de bodem waarop hij staat ook 's nachts kent en zijn stappen met zekerheid weet te zetten. In eigen huis zal ieder het best weten hoe hij moet lopen om geen misstap te doen; maar in een groot vreemd huis, waarvan hij niet weet hoe het er van binnen uitziet, zal hij met zijn zwakke lamplicht moeilijk de weg vinden. Wie God de Heer dus minder licht gegeven heeft, heeft Hij als kinderen ook zeker lief, omdat Hij daardoor hun opgave van de aardse levensproef zo licht mogelijk heeft gemaakt, terwijl Hij de weg van de grote geesten met zeer veel doornen bezaaid heeft, zodat het bewandelen daarvan helemaal niet zo gemakkelijk is. Daarom, kleine joodse geesten, vat moed en ga weer naar je land! Daar zullen jullie werk in overvloed vinden dat past bij jullie licht; maar hier valt voor jullie niets te verdienen.'
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen zei DE OVERSTE: 'Ik zal jullie dan ook nog voldoende lastdieren geven; maar dan gaan jullie ook onmiddellijk! Want als jullie dan nog hier zouden blijven, zou ik genoodzaakt zijn jullie met geweld te verdrijven!'
Hoofdstuk 139: De sjacherjoden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Dan keek HIJ hen heel ernstig aan en zei: ' Als heiden en Romein zal ik over jullie rechtspreken, jullie ellendige, ongelovige joden! Beëlzebub moet jullie verwekt hebben, dat jullie zo blind kunnen zijn datje niet ziet dat Deze de enige drager is van dezelfde geest die eindeloos lang geleden als hoogste geest de hemel en deze aarde en alles, wat daarop en daarin bestaat, leeft, ademt en denkt, enkel door Zijn wil heeft geschapen en vaste vorm heeft gegeven.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wij blinde heidenen hebben dat bij het eerste teken duidelijk onderkend, hoewel wij er niets van wisten dat Zijn komst op deze povere aarde reeds verscheidene honderden jaren geleden al door vele profeten heel eenstemmig voorspeld is, en dat zelfs met tijd, plaats en een aantal andere omstandigheden precies omschreven werd, wanneer, waar en hoe Hij, de Almachtige Zelf, uit Zijn hoogste hemel als mens naar deze aarde af zou dalen. Hier bij ons verblijft de Verhevenste! Waarom geloven jullie dat toch niet? Omdat jullie kinderen van Beëlzebub zijn en onmogelijk kinderen van God kunnen zijn! Maak datje weg komt, anders verplettert mijn toorn jullie!'
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Gedurende de nacht bleven wij nog in Serrhe en de volgende dag gingen wij onder veel betuigingen van liefde weer te voet stroomopwaarts, en wel naar Zeugma, -ook een kleine oude stad aan de Eufraat. Wij konden vanuit Samosata niet naar deze plaats gaan omdat de hoofdman naar Serrhe moest vanwege zijn familie; daarom gingen wij vanuit Serrhe daarheen terug. Van Samosata naar Serrhe is de weg wel meer dan tweemaal zo ver als naar Zeugma, maar vanuit Zeugma is het dan weer korter naar Deba dan vanuit Samosata en zeker vanuit Serrhe, dat volgens de huidige maatstaven -omdat er in deze tijd van die plaatsen nauwelijks nog iets te vinden is -wel dertig mijl van Samosata vandaan lag.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De waard verbaasde zich over de tien nieuwe leerlingen, waarvan vooral de ware reus - die ruim negen handspannen, dus volgens de huidige maatstaven negen voet lang was - hem eerbiedige bewondering afdwong. Hij kon zijn ogen maar niet van deze man afhouden omdat hij nog nooit zo'n reus gezien had; maar de reus was ook in het spreken een reus en maakte met zijn waarachtig donderende woorden heel veel indruk. In zijn Romeinse kledij zag hij er nog geweldiger uit, en dat zette zijn woorden nog meer kracht bij.Tegenspraak duldde hij in geen geval, want ten eerste was hij nu goed thuis in Mijn leer, die hij heel overtuigend bracht, en ten tweede had hij zich ook door de omgang met de leerlingen, vooral in de afgelopen tijd met onze zogenaamde Joodse Grieken, uit de oude profeten zeer veel eigen gemaakt, en zo wist hij door zijn bijzondere redenaarstalent ieder die de goddelijkheid van Mijn wezen tegensprak, en daarmee iedere tegenstander, dermate te overdonderen, dat hun alle moed verging om zich met hem in een langere woordenstrijd in te laten.
Hoofdstuk 140: De terugreis naar Kapérnaum. De reus en zijn preek tegen de joden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307  ...