Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 294 van 1088

...  282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307  ...
[12] Het lichaam van de mens zal eeuwig nooit ontdekken wat er allemaal in de mens verborgen ligt, want het heeft geen oog om te zien wat er innerlijk in hem is. Maar alleen de geest, die zich in het innerlijk van de mens bevindt, ziet en weet alles wat er in de mens is. Laat daarom ieder naar de ware wedergeboorte van de geest streven; want zonder die wedergeboorte kan niemand het rijk van God binnengaan.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Deze dag bestem Ik tot een dag van rust en daarom zal Ik niet zo bijzonder veel doen. Jullie kunnen echter naar het feest gaan en zien wat er allemaal gebeurt en luisteren naar wat er allemaal gezegd wordt! En als jullie dan op de middag terugkomen, kunnen jullie Mij vertellen wat de mensen zoal over Mij zeggen; want Ik wil vandaag met Mijn geestesoog en - oor bij het feest aanwezig zijn, omdat er vandaag een puur heidens feest gevierd zal worden. Wie echter hier wil blijven, blijve en denke niet aan dat domme feest!'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarop stonden enkele leerlingen op en gingen rustig wandelend naar het feest; maar Petrus, Johannes, Jacobus, Andréas, Simon en Matthéus bleven, en de Joodse Grieken bleven ook bij Mij, -want deze laatsten hadden helemaal geen zin om in de stad door iemand, ondanks hun Griekse kledij, herkend te worden.
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen die paar leerlingen echter op het feest kwamen, werden zij al gauw door ENKELE JODEN herkend, die naar hen toekwamen en nogal heftig vroegen: 'Zijn jullie niet Galileeërs en leerlingen van de timmerman uit Nazareth? Waar is hij, dan kunnen we naar hem toegaan en met hemzelf praten?'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Kijk, toen Noach op aanraden van God de ark bouwde, werd hij door de erg werelds geworden buren bespot en uitgelachen, en men zei: 'Kijk eens naar die oude dwaze dromer! Hier hoog op de bergen, ver van zee, bouwt hij een huis voor op het water, in de mening dat God zoveel water zal laten komen dat de golven zelfs tot over deze hoge bergen zullen slaan, en daar zal hij dan met de zijnen in gaan zitten om niet te verdrinken!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Die opmerkingen en nog ergere moest Noach aanhoren; ja zelfs zijn broer Mahal lachte hem uit, en ging met zijn dochters naar het dal van Hanoch. De buren wilden Noach echter de lust tot bouwen benemen door 's nachts herhaaldelijk te vernielen wat hij overdag gebouwd had. Toen vroeg hij God om van die plagerijen verlost te worden. En zie, God zond hem een aantal grote, kwaadaardige honden, en wie zich 's nachts in de buurt van het bouwwerk waagde, werd door de honden verscheurd, en Noach kreeg zo tijd genoeg om de ark af te bouwen.
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Wel, kom dan maar mee naar buiten, dan zullen de bewakers er direct zijn!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Toen gingen wij naar buiten op de grote binnenplaats, en meteen kwamen ons zeven grote honden tegemoet, blaften luid en liepen toen kwispelstaartend om ons heen. Ze waren allemaal zo groot als een tweejarig rund en hadden een krachtig gebit en een bruine, ruige vacht.
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En LAZARUS zei: 'Nee, het onbegrijpelijkste vind ik toch wel dat uitgerekend dit volk zo ontzettend verstokt is! Wat een tekenen zijn er al gedaan, en wat een lessen zijn er al gegeven, -en alles vergeefs! Nee, nee, dat is te erg! Iemand als U, o Heer, die de mensen alleen maar voortdurend de grootste weldaden bewijst, en naar mijn weten nooit van iemand ook maar een stater heeft gevraagd, maar zoveel armen toch welovergelukkig heeft gemaakt, en ieder die U een vriendendienst bewezen heeft meteen duizendvoudig daarvoor beloonde, ziet dit stekeblinde, minne volk als een bedrieger! O Heer, geef mij slechts een paar momenten Uw almacht, en deze plaats zal in een oogwenk van al zijn oude vuil gereinigd zijn! O, hopeloze mensheid! Nee, die heeft geen vijftig jaar meer nodig om rijp te worden voor een heel zwaar gericht; die is daar nu al meer dan rijp voor!'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Als je broeder je goed en edel ziet handelen, zal hij weldra naar je toe komen en je vragen: 'Waarom doe je dat eigenlijk?' En je zult hem dan naar waarheid vertellen waarom, en zeggen: ' Ga en doe dat ook, dan zul je leven!' En kijk, hij zal gaan en weldra beginnen te doen wat hij jou heeft zien doen! Als je hem echter zijn fouten gaat voorhouden en hem pas daarna vertelt hoe hij zich in het vervolg moet gedragen, zal hij kwaad worden en je vragen: 'Wie geeft jou het recht over mij te oordelen? Kijk naar jezelf, ik kan wel voor mijzelf zorgen!
Hoofdstuk 161: Het geven van een voorbeeld als beste les en vermaning. Waar ernst en dreiging op hun plaats zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei tegen hem: 'Laat maar! De tijd is eeuwig en de ruimte oneindig; hoeveel er ook gebeurt, er is voor iedere daad plaats. Vannacht tijdens de maansverduistering zag je talloze sterren, en dat was nauwelijks het tienduizendste deel van de sterren die binnen het bereik van onze ogen liggen. Ik zeg je echter dat al deze mogelijk zichtbare sterren slechts een te verwaarlozen deel vormen van het totaal der sterren die nog nooit gezien werden, zelfs niet door het scherpst ziende oog van een Birmaan uit boven-Indië, terwijl veel van die scherpzieners uit boven-Indië zulke scherpe ogen hebben, dat zij de bergen en kraters op de maan goed kunnen waarnemen. En kijk, al deze oneindig vele werelden zijn scholen voor allerlei geesten, en daaruit kun je pas goed opmaken waarom in de Schrift staat, dat Gods raadsbesluiten onnaspeurbaar en Zijn wegen ondoorgrondelijk zijn! Maak je daarom niet druk over alles wat schijnbaar volkomen onbegrijpelijk gebeurt; want God weet alles en kent de geesten en de wegen waarop Hij hen naar hun doel laat gaan!'
Hoofdstuk 160: De zeven waakhonden van Lazarus. De sterrenwerelden als scholen voor geesten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Onder zulke omstandigheden kon geen mens beweren dat hij van niemand gehoord zou hebben hoe hij volgens Gods wil moest leven. Maar de mensen cultiveerden hun aardse woonwereld maar al te gauw, bouwden steden, en maakten het ene prachtige bouwwerk na het andere, werden zo op hun wereld verliefd, en vergaten door al die wereldse zaken God, en werden zelfs godloochenaars. Zodra er dan ook een ziener, die door God opgewekt was, naar zulke mensen toekwam, werd hij alleen maar uitgelachen en niemand lette op de betekenis van wat hij zei.
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Als God dan zo'n mensenziel voor het eeuwige leven wil behouden, moet Hij haar door allerlei lichamelijk lijden daarbij helpen, en wel door zo'n te sterk aan de wereld gehechte ziel door veellijden en pijn meer en meer van de wereld los te maken, om te voorkomen dat deze helemaal naar de materie van de wereld, en dus naar haar dood en gericht, zou worden toegetrokken en opgeslokt. En kijk, dat is nu de reden waarom op aarde de mensen zo vaak en zo veellijden moeten!
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Maar. ook wij zullen veel moeten lijden ter wille van de door eigen schuld misvormde mensen. Maar ons lijden zal niet over ons komen omdat wij geen kennis van de zuiver goddelijke levensorde zouden hebben of omdat onze daden daarmee in strijd zouden zijn, maar wij zullen door ons lijden de blinde mensen ziende maken, omdat zij aan ons zullen kunnen zien hoe weinig waarde wij aan het leven van deze wereld hechten en hoe groot de waarde van het leven van de ziel moet zijn om daarvoor alle aardse voordelen af te wijzen. En kijk, daaruit zal dan pas de eigenlijke verlossing van de mensen van de dood naar het leven bestaan! -Maar genoeg over dit alles! Omdat nu het middagmaal helemaal gereed is, gaan we weer naar binnen en aan tafel!'
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] We gingen nu naar binnen en nuttigden het goed toebereide middagmaal en tijdens het eten werd er maar weinig gesproken.
Hoofdstuk 162: Oorzaak en doel van ziekten en lijden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307  ...