Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 294 van 373

...  282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307  ...
[7] Hoewel de bliksem hem ook deze keer zeer verrast, schrikt hij er toch niet meer van, maar begint er meteen rustig over na te denken en zegt bij zichzelf: 'Werkelijk, dat is in hoge mate merkwaardig! Nu ging de bliksem om zo te zeggen door mijn lichaam heen en ik voelde daarbij niets anders dan voor het eerst een uiterst weldadig briesje en ik voel me nu werkelijk buitengewoon gesterkt! En het sterkere lichtschijnsel ervan doet mijn hart en mijn ogen nog meer goed. Ook komt het me voor dat ik in het noorden een soort wazig landschap kan zien, wat me er des te meer van overtuigt dat ik in alle ernst in de vrije lucht zweef. Ook kan ik nu mijn voeten, handen en ook mijn kleding, zoals ik die droeg bij mijn terechtstelling, goed onderscheiden.
Hoofdstuk 10: Goede gedachten over Jezus. Het geloof in de onsterfelijkheid en in een God van liefde groeit - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Deze vraag luidt als volgt: Kijk, beste vriend en broeder, je hebt op aarde een redelijke instelling gehad, namelijk je broeders te bevrijden van de bovenmatige druk van hun strenge en harteloze regeerders. Hoewel je daartoe nu juist niet de geschiktste middelen gekozen hebt, kijk Ik alleen naar het doel en minder naar het middel. Als dit maar niet als wreed kan worden betiteld, dan is het voor Mij reeds goed en billijk. Maar zo ver Mij bekend is, ben je halverwege het verwezenlijken van je goede doel door je vijanden opgepakt en spoedig daarop terechtgesteld. Dat dit treurige gebeuren je tot in je diepste wezen razend moet hebben gemaakt en je hart vervuld heeft met een redelijk verlangen naar wraak, vind Ik zo natuurlijk dat daar niets tegen in te brengen is! Als je nu echter die Oostenrijkse veldheer die jou ter dood veroordeelde in je nu reeds krachtig geworden handen zou krijgen, en behalve hem ook al zijn handlangers, zeg me dan eens heel eerlijk wat je met hen zou doen?'
Hoofdstuk 14: Hoe Robert de Heer aanspreekt. Jezus antwoord. Een belangrijke levensvraag - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Als ik je echter een kleine hartewens mag voorleggen en het in jouw macht ligt die te verwezenlijken, dan beveel ik je in de eerste plaats mijn arme familie aan, dat zijn mijn lieve vrouwen mijn vier kinderen! Dan verder alle goede mensen die rechtschapen zijn van hoofd en hart! Laat echter de pure egoïsten, die ten koste van de hele overige mensheid, alles hebben gedaan om voor de toekomst van zichzelf en hun nakomelingen te zorgen, nog op aarde ondervinden hoe het diegenen vergaat, die van dergelijke rijken afhankelijk zijn en van de ene dag in de andere moeten leven! Maar ook dit moet je beslist niet beschouwen als een wens, want ik voor mij vind in jou meer dan voldoende schadeloosstelling voor alles wat ik op aarde heb geleden en verloren!'
Hoofdstuk 15: Goed antwoord van Robert. Vrome wensen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik ben zeer ingenomen met wijze en goede regenten. Maar niet met regenten die vaak nauwelijks weten wat ze zijn, en nog veel minder weten wat ze eigenlijk moesten zijn. Regenten die enkel op de troon zitten en hun ondergeschikten als vampieren het bloed uitzuigen in plaats van hen door wijze wetten te leiden! Zeg me eens, vriend, moet dan een arm verdrukt volk niet het recht hebben zulke briljante deugnieten en gevoelloze leeglopers te verjagen om in hun plaats wijze en deugdzame mannen aan te stellen, die hoofd en hart op de juiste plaats dragen! Moet de woning van een regeerder dan een schitterend paleis zijn en moeten zijn vorstelijke inkomsten vele miljoenen bedragen? Natuurlijk moet dat allemaal door de bloedige zweetdruppels van zijn onderdanen worden opgebracht! Een 'arme drommel' heeft niets goeds op aarde. Van de wieg tot het graf blij ft hij een speelbal van de machtigen en moet voor hen have en goed inzetten. Als dank daarvoor wordt hij geminacht, en zou hij zich alle vernederingen van de groten niet laten welgevallen, maar bij een priester in de biechtstoel plaatsnemen om daar zijn hart te luchten, dan wordt hij bovendien nog met de eeuwige verdoemenis getroost! Zeg mij eens, ligt dat soms ook al in de natuur besloten? Vriend! Ik, Robert, meen en beweer beslist: het is de hel die ijverig bezig is van de arme engelen van deze aarde nog armere en ellendigere duivels te maken!
Hoofdstuk 23: Roberts instemmende antwoord. Zijn tegenvraag over het machtsmisbruik van de vorsten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Ik kan je voor dit waarlijk bijzondere onderricht slechts danken uit de grond van mijn hart. Want op mijn hoogst nietige bodem zouden zulke vruchten zeker nog lang niet te voorschijn komen.
Hoofdstuk 26: Ik geef het leven terug aan Hem, van wie ik het kreeg. Bestaat er een God van liefde die Zijn schepselen zo hardvochtig behandelt? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Maar de ziel heeft nog een ander kenvermogen, dat niet in haar hoofd maar in haar hart zetelt. Dit vermogen heet innerlijk gemoed en bestaat uit een geheel eigen wil, uit de liefde en uit een met deze beide gemoedselementen overeenstemmende voorstellingskracht. Heeft deze eenmaal het begrip van het bestaan van God in zich opgenomen, dan wordt het meteen door de liefde omvat en door haar wil vastgehouden, en dat vasthouden is dan pas 'geloven'.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Heb je ooit over dit enig ware geloof iets vernomen? Je zegt bij jezelf: Nee, deze manier van geloven is mij volkomen vreemd; want denken in het hart lijkt me volkomen onmogelijk! Ja, zo is het ook! Deze zaak moet je wel als iets onmogelijks voorkomen.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] En zo moet dan ook een geloof dat op deze manier in het hart en niet in het hoofd zijn zetel heeft, een waar en levend geloof genoemd worden: waar, omdat het voortkomt uit het onbedrieglijke licht van de geest; en levend, omdat in de mens alleen de geest in de waarste zin des woords, levend is!
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Om in het hart te kunnen denken, moet men zichzelf oefenen. Deze oefening bestaat in het steeds opnieuw opwekken van de liefde tot God. Door dit opwekken wordt het hart gesterkt en verruimd, waardoor dan de banden van de geest losser worden, zodat zijn licht (want iedere geest is een licht uit God) zich steeds meer en vrijer kan ontwikkelen. Begint het licht van de geest dan de eigenlijke levenskamer van het hart te verlichten, dan worden ook de talloze oertypen aan de eveneens talloze wanden van het levenskamertje steeds duidelijker in zuiver geestelijke vormen zichtbaar, en aan de ziel ter beschouwing gegeven. En zie, dit schouwen van de ziel in haar hart is dan een nieuwe manier van denken. De ziel komt dan tot nieuwe begrippen en tot grote en duidelijke denkbeelden. Haar gezichtsveld breidt zich bij iedere polsslag uit. De stenen des aanstoots verdwijnen naarmate het verstand in het hoofd verstomt. Dan wordt er niet meer naar bewijzen gevraagd. Want het licht van de geest verlicht de innerlijke vormen zó, dat ze naar geen enkele kant schaduw werpen. Daardoor wordt ook alles wat ook maar zweemt naar twijfel, voor eeuwig uitgebannen.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Om echter tot dit alleen zaligmakend geloof te komen, moet men er ernstig naar streven om in eerdergenoemde oefening zo spoedig mogelijk bedreven te worden. Want wanneer een mens te veel en te lang alleen gezorgd heeft voor de ontwikkeling van zijn verstandelijk vermogen en daarmee alleen heeft gezorgd voor aardse doeleinden en welzijn, dan moet het zo iemand volkomen onmogelijk toeschijnen ook in zijn hart te kunnen denken.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Was dat bij jou soms niet het geval de laatste tijd, toen je het vrouwelijk geslacht alleen maar zag als puur lustobject? Vond ook jij in zulke onzuivere genoegens niet de eigenlijke aardse gelukzaligheid? En wanneer je nu zult overgaan naar een zuiver geestelijke zaligheid, is er in jou bijna geen grond, waarop men iets zou kunnen bouwen. Kijk maar, rondom je is alles leeg, zo leeg als in je hart, en net zo wezenloos als in het levenskamertje van je hart.
Hoofdstuk 35: Tweeërlei kenvermogens van de mens. Alleen het licht van de geest verschaft het ware geloof. Oefening en reinheid van zeden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Maar omdat dit niet het geval was en er bij mijn weten zeker niemand ooit op de gedachte kwam dat de mens ook in zijn hart, ja misschien zelfs ook in zijn knieën en hielen zou kunnen denken, moest ik wel daar mijn gedachten vormen waar onze lieve moeder natuur ze in mij gelegd had. Op de aarde dacht ik in mijn hoofd aldus: Alle ledematen en ieder deel van het menselijk wezen heeft zijn eigen bestemming en doelmatige werking. De voeten kunnen de handen niet vervangen, het achterwerk niet het hoofd, de inhoud van de maag niet die van het hoofd, het oor niet de functie van het oog, en het hart niet die van de tong. Daarom dacht ik dan ook alleen met mijn hoofd en liet daarbij mijn hart ongestoord zijn werk verrichten. Als ik daardoor hier leeg ben aangekomen, kan ik daar dan iets aan doen?
Hoofdstuk 36: Roberts wrevel bij de herinnering aan aardse zwakheden. Hij wenst andere gesprekken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Ik zeg: 'Beste vriend en broeder! Dat is nu helaas niet mogelijk. Hier in de wereld van de geesten kan alleen datgene in werkelijkheid zichtbaar worden wat een mensenziel in haar hart mee hier naartoe brengt. Is het hart echter geestelijk helemaal leeg, zoals helaas bij jou ondanks dat je er tegen protesteert, dan kan daar ook niet het kleinste grasveldje uit te voorschijn komen.
Hoofdstuk 37: Lofprijzing als gevaar voor de ziel. Zelfs engelvorsten hebben deemoed nodig voor hun geestelijke vooruitgang. Beken deemoedig je schuld, omwille van je welzijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Maar geloof Me, iedere lof, ook al is die verdiend, is gif voor de ziel en dus ook schadelijk voor de geest. Zou Ik je vijandig gezind zijn, dan zou Ik je loven, om je daardoor te gronde te richten. Maar omdat Ik beslist je grootste vriend ben, moet Ik alleen al daarom eerlijk met je praten. Want een schandelijke vleier is voor iedereen een gevaarlijke vijand, omdat hij onder het mom van vriendschap gewoonlijk een verscheurende wolf verbergt. Ik zeg je, je kunt jezelf niets ergers aandoen dan jezelf lof toe te zwaaien en je te verheugen over je eigen voortreffelijkheid. Want daardoor geef je jezelf een doodsteek in je eigen hart.
Hoofdstuk 37: Lofprijzing als gevaar voor de ziel. Zelfs engelvorsten hebben deemoed nodig voor hun geestelijke vooruitgang. Beken deemoedig je schuld, omwille van je welzijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Waarom verlangde Ik dat van mijn leerlingen? Omdat alleen Ik maar al te duidelijk zie wat de ziel moet doen om door het vrijmaken van haar geest zichzelf waarlijk vrij te maken. In de hele oneindigheid bestaat er maar één enkel werkzaam middel om dit doel te bereiken en dat heet 'deemoed van het hart', in de totale betekenis van het woord!
Hoofdstuk 37: Lofprijzing als gevaar voor de ziel. Zelfs engelvorsten hebben deemoed nodig voor hun geestelijke vooruitgang. Beken deemoedig je schuld, omwille van je welzijn - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307  ...