10915 resultaten - Pagina 294 van 728
... 282 - 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 ...
[8] Als het hoofd eenmaal in orde is en de hersenen ontwikkeld zijn, nemen bij de mens vervolgens het denken, oordelen, concluderen, verstaan en begrijpen een aanvang en vanaf dat moment pas de echte en wijze oefening van de uitwendige lichaamsdelen, die dan alle arbeid, hoe kunstig ook, weldra zo goed en wijs verrichten alsof ze het zelf tot een eigen, vrij en zelfstandig leven hadden gebracht. Daarover zeg Ik je echter nog het volgende:Hoofdstuk 59: Hoe onze aarde zich verhoudt tot andere werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Dat het hiermee beslist zo gesteld is, lijdt geen twijfel; aan het 'hoe' is ons echter voorlopig, als geestelijk nog onmondige kinderen van Uw liefde en genade, niet zoveel gelegen. Want U, die het grote 'hoe' zeker al sinds eeuwigheid maar al te duidelijk kent, bent immers bij ons en zult ook met name in de geest bij ons blijven, niet alleen tot aan het einde der tijden, maar naar mijn mening voor eeuwig! Als U nu eeuwig bij en onder ons blijft, dan kunnen de onderlinge verhoudingen met betrekking tot bestaan en ontwikkeling in de hele oneindigheid immers ook nooit veranderen, omdat de verhouding die er nu bestaat, dat wil zeggen die tussen U en ons, immers ook nooit kan veranderen.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Zoals echter bij een mens, die volledig in de geest van zijn fundamentele leven leeft en daarvan geheel doordrongen is, alles tot een heel helder en levend woord wordt, zo zal uiteindelijk toch ook bij de gehele Grote Scheppingsmens hetzelfde het geval moeten zijn. Door U zal hij in al zijn zo oneindig vele delen van ons doordrongen worden en ons leven en licht zal in de hele eindeloze omvang van die oer scheppingsmens werkzaam zijn en stralen, en zo zal de gehele Grote Scheppingsmens met ons en U , o Heer, ook slechts één groots en levend woord worden.
Hoofdstuk 60: De betekenis van onze aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Daarmee wil Ik echter niet zeggen dat een goed mens volgens Mijn wil helemaal geen aardse arbeid hoeft te verrichten! O, integendeel; want lichamelijk nietsdoen verwekt en voedt alle zonden! Daarentegen moet leder mensjuist actief en bezig zijn en in het zweet van zijn aangezicht zijn brood eten.
Hoofdstuk 61: De belangrijkste taak van de mens (25.12.1860) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Er kwamen echter ook nog andere, in allerlei zaken ervaren en geleerde joden en Grieken met hen mee; sommigen om van Mijzelf de woorden des levens te horen, anderen om Mij te beproeven, of Ik wel echt degene was die de uitgezonden leerlingen hun verkondigd hadden.
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Toen nu alle genoemde leerlingen en de overige joden en Grieken om Mij heen verzameld waren, vroeg een jood aan Mij: 'Meester, deze leerlingen hebben ons een goed bericht over u gebracht, ze hebben in uw naam onze zieken beter gemaakt en de bezetenen van de boze geesten bevrijd! Daaraan hebben wij gezien, dat u ofwel een echte profeet bent, of dat werkelijk de beloofde Messias in U verborgen is. Aangezien wij echter uit de woorden van de boodschappers toch geen volledige duidelijkheid hebben kunnen krijgen, zijn wij hierheen gekomen om uit uw mond te vernemen hoe het gesteld is met wat uw boodschappers ons verkondigd hebben. Wil daarom onze komst hierheen niet verkeerd opvatten!'
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Hierop wendde Ik Mij tot de aanwezige leerlingen en zei tegen hen: 'Wie naar jullie luistert, luistert ook naar Mij; wie jullie echter veracht, veracht ook Mij. En wie Mij veracht, veracht ook Degene die Mij gezonden heeft. Degene die Mij gezonden heeft is één met Mij, en Hij is degene van wie jullie zeggen dat Hij jullie God is; maar jullie hebben Hem nog nooit gekend, en daarom kunnen jullie ook niet Degene kennen die Hij gezonden heeft. Ik zeg nu echter tegen jullie, Mijn leerlingen, dat jullie Mijn woord allemaal getrouw, waar en juist aan de mensen verkondigd hebben.'
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Kijk, Ik heb jullie vanuit Mij de macht gegeven om op slangen en schorpioenen te treden, en zo ook over alle macht van de vijanden! Verheug je daar echter niet over, maar over het feit dat jullie namen nu in de hemel geschreven staan; en dat is ook Mijn grote vreugde! Daarom prijs ook Ik in Mijn menselijke natuur U, Vader en Heer van hemel en aarde, dat U deze dingen verborgen hebt voor de verstandigen en wijzen van de wereld en ze geopenbaard hebt aan de onmondigen. Ja, Vader, zó heeft het U al van eeuwigheid behaagd!
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] Maar er zijn er hier nu ook enkelen, die ook zien en horen wat jullie zien en horen; maar ze worden toch niets ge waar en begrijpen en vatten ook niets, want zij zijn en blijven verstokt en blind van hart. Wiens hart echter verstokt en blind is, die is ook verstokt en blind wat zijn hersenen en zijn hele lichaam betreft; want wanneer reeds datgene wat in de mens licht moet zijn, duister is, hoe diep zal de duisternis van de gehele mens dan wel niet zijn?
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Jullie weten ook dat zout het belangrijkste en beste middel is om de smaak van het voedsel te versterken; wanneer het zout zelf echter smakeloos is geworden, waarmee moeten de spijzen dan gezouten worden? Jullie zijn nu een echt zout voor het leven van de mensen; waak er echter voor dat jullie niet ook flauw worden, zoals de Farizeeën en schriftgeleerden flauw zijn geworden waardoor zij de mensen met hun flauw geworden zout niet aanzetten tot het eeuwige leven, maar enkel bederven tot de dood!'
Hoofdstuk 62: De zeventig leerlingen keren terug naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Daarop zei Ik tegen de schriftgeleerde: 'Je hebt volkomen juist geantwoord. Doe dat, dan zul je leven! Want het juiste te weten geeft en brengt op zichzelf niemand het eeuwige leven. Kennis is zeer zeker noodzakelijk, omdat men zonder kennis als een blinde zonder geleide langs de weg zou staan; als de blinde echter door de kennis ziende is geworden maar vervolgens niet verder wil gaan op de weg, dan is zijn licht hem tot weinig of geen nut. Wie niet weet wat hij moet doen en het dus ook niet kan doen, heeft ook geen zonde als hij het goede niet doet; maar wie het goede kent en niet doet, hoewel hij weet dat het goed is, die heeft de zonde!'
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Nu gebeurde het echter toevallig, dat ook een priester uit Jeruzalem langs diezelfde weg reisde. Hij zag de man, die de rovers lelijk toegetakeld hadden, langs de weg liggen, maar liep er voorbij zonder zich om hem te bekommeren. Na de priester kwam er weldra ook een Leviet en deed hetzelfde als de priester .
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[15] Daarop zei één van de leerlingen: 'Het is echter nog meer de moeite waard om te leven en te handelen volgens hetgeen Hij leert; want Hij is de Heer en draagt alle macht over leven en dood in Zich. Wie Zijn leer doet, zal van Hem het leven ontvangen!'
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] De leerling zei: 'Jij spreekt naar de wijze van de mensen; wij echter spreken naar de wijze van Zijn geest! Wij weten al van Hem wat Hij nog allemaal zal doen en kennen Zijn macht, en wij zijn getuigen van alles wat Hij in Jeruzalem gedaan en onderwezen heeft; en zo kunnen wij ook spreken, en weten wij waar wij aan toe zijn en wat er nog allemaal zal gebeuren.
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[21] Ja, jullie zullen in jullie blindheid wel een ander verwachten; die zal echter niet komen tot aan het einde van de wereld en haar tijden! Een paar dagen geleden hebben jullie ons in Bethlehem en ook in andere plaatsen zo horen spreken en wij hebben jullie de Schrift uitgelegd, hoewel wij als eenvoudige mensen nooit lezen en schrijven hebben geleerd, en we hebben voor jullie ogen tekenen gedaan tot heil en nut van de mensen, waar jullie je zeer over verbaasden; maar ik vraag jullie nu: van wie hebben wij zulke wonderbaarlijke vermogens dan wel, of op welke school hebben wij al dergelijke dingen dan wel kunnen leren?
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)