10915 resultaten - Pagina 295 van 728
... 283 - 284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 ...
[3] Maar Ik zeg jullie: wie zoals jullie eenmaal in het valse geworteld is, tevens onware dingen onderwijst en daarvoor ook nog grote eer verlangt van de blinde mensen, omdat hij zichzelf in zijn blindheid als iets groots beschouwt, vindt de lichte waarheid steeds hard en kwetsend voor zijn vermeende eer en dat maakt hem geërgerd. Ik zeg jullie echter dat zo iemand ook nooit toegang tot de waarheid zal vinden, als hij zich in zijn valse overtuiging niet willaten verdeemoedigen door het grote licht van de waarheid, maar hij zal zich in zijn duisternis voortdurend eer laten bewijzen, en daarin vervolgens ook ten onder gaan.Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Nu gebeurde het echter dat een man van koninklijken bloede, die van plan was een verre reis te maken, deze wegendeskundige tegen ruime beloning als gids in dienst nam, hoewel hij ook nog andere gidsen bij zich had, die weliswaar niet zo geleerd waren als hij, maar al veel reizen gemaakt hadden en de straten en wegen dan ook uit ervaring kenden.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[24] Wij kennen nu echter de Zoon en de Vader in Hem, omdat Hij ons dat Zelf geopenbaard heeft; en Hij heeft ons dat geopenbaard, omdat wij direct in Hem geloofd hebben. Hij heeft ook openlijk gezegd en laten zien, wie Hij is. Maar jullie geloofden niet en geloven nog niet; daarom zullen jullie ook in jullie nacht van zonden blijven en sterven in de dood daarvan. Onthoud dat goed! Want wij, die nu Zijn waarachtige getuigen zijn, hebben dat in Bethlehem al tegen jullie gezegd, toen jullie ons bedreigden, en wij hadden geen vrees voor jullie; en nu zeggen wij het nog eens zonder enige vrees of schroom in Zijn aanwezigheid, zodat Hij jullie Zelf kan uitleggen of wij juist of onjuist gesproken hebben.
Hoofdstuk 63: Een schriftgeleerde stelt de Heer op de proef - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[11] De geleerde gids wilde echter nog doen alsof hij gelijk had, aangezien hem heel veel gelegen was aan zijn wereldse eer .
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Omdat jullie in het vervolg niet meer deugen voor het leiden van Mijn karavanen, heb Ik op de oude en eerste manier weer niet-geleerde gidsen aangesteld, die evenwel heel deskundig en ervaren zijn op de wegen van de deemoed van het hart en de naastenliefde, en deze zullen Mijn karavanen, die door jullie in de woestijn terecht zijn gekomen, weer naar de rivier van het leven terugleiden; maar jullie zullen niet ontkomen aan het loon dat op de hoogmoed volgt, als jullie nog langer volharden in jullie hoogmoed! Want Ik zeg jullie: de pure letter van de Schrift doodt, alleen de geest maakt levend. Die geest ontvangen echter alleen degenen die Mij in deemoed en liefde navolgen.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Zolang een goed bedoeld woord van waarheid uit de mond van jullie medemens jullie nog kan krenken en beledigen, zijn jullie nog ver verwijderd van Gods rijk! Wie echter Mijn ware leerling en volgeling wil zijn, moet zelfs zijn ware en daadwerkelijke vijanden vergeven, bidden voor degenen die hem vervloeken en diegenen zegenen die hem haten en verwensen, en eveneens goed doen aan degenen die hem schade berokkend hebben; zo zal hij eerder gloeiende kolen van berouw op het hoofd van zijn vijanden stapelen, dan wanneer hij kwaad met kwaad vergeldt.
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Ik ben nu gekomen om jullie weer te verzamelen en op te richten, en Ik wil jullie door de macht van de waarheid werkelijk vrij maken. Als jullie echter in jullie zelfgeschapen slavernij willen blijven, blijf dan, dan zal Ik Mijn licht aan de heidenen geven; maar jullie zullen in de nacht van jullie zonden gelaten worden, en de heidenen zullen voortaan over jullie heersen. Dit aan jullie beloofde land wordt door de vijanden vertrapt en zal voortaan woest en leeg blijven. Dat zij jullie als waarschuwing gezegd!
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wanneer dat zich allemaal aan jullie zal voltrekken, zullen jullie Mij wel kennen en uitroepen: 'Heer, Heer!'; dan zal Ik jullie echter niet kennen, maar tegen jullie zeggen: 'Ik heb jullie nooit gekend; ga daarom weg van Mij, vijanden van de waarheid!"
Hoofdstuk 64: Het beklag van de schriftgeleerden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Er staat immers in de oude spreuken der wijsheid dat men alles goed moet onderzoeken en vervolgens het goede moet aannemen en behouden! Wanneer wij als mensen dat nu ook bij u doen, dan hoeft u ons om die reden toch nog niet als vervloekte zondaars te beschouwen! U hebt de leerlingen, die tevoren helemaal geen geleerde mensen waren, toch zo'n innerlijk licht gegeven, waardoor ze u direct konden herkennen als de beloofde Messias; waarom geeft u ons dan niet zo'n licht? Moeten wij dan, omdat wij wat bedachtzamer zijn bij het aannemen van het geloof in u, door u veroordeeld worden tot de eeuwige duisternis? Kijk, kort hiervoor hebt u ons een heel goed verhaaltje verteld over wie onze naaste is! Wij zijn echter ook arm aan licht, en wij hebben dan ook veel harder een barmhartige Samaritaan nodig dan de voor Jericho half doodgeslagen man; maar in u schijnt die er voor ons nog niet te willen zijn. Wat is uw antwoord hierop, wijze meester?'
Hoofdstuk 65: De huichelarij van de schriftgeleerden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Weldra kwam de Romein Agricola echter met een ernstig gezicht naar Mij toe en zei: 'O Heer en Meester, is het mogelijk dat er onder de joden zelfs zulke armzalige schepselen bestaan, dat ze in het geheim zoiets tegen U kunnen beramen? U, grote God! Hebt U voor hen dan geen verterend vuur meer? Ieder van zulke armzalige schepselen verdient het toch om duizendmaal gekruisigd te worden! Werkelijk, ik heb al veel slechte dingen gehoord over de vijandige gezindheid van de tempeldienaren ten aanzien van U, maar dat heb ik nog nooit gehoord!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'Vriend, verwonder je daar niet al te zeer over; want er zal spoedig een tijd komen datje nog heel andere dingen over Mij zult horen van dat slechte soort! Want dat soort mensen zal niet eerder rust vinden in zijn heimelijke woede tegen Mij voordat Ikzelf, zoals Ik jullie al eerder heb aangeduid, zal toelaten dat ze de maat van hun gruwel aan Mijzelf vol zullen maken; dan zal echter ook het grote gericht over hen komen, dat de profeet Daniël voorspeld heeft toen hij op de heilige plaats stond, en wat Ik jou ook al eerder voorzegd heb!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[6] Ik zei: 'Het geloof alleen zal je niet zalig maken, maar de daad volgens het licht van het geloof, zodat het geloof levend wordt. Maak echter ook het onrecht datje dikwijls tegenover je medemensen begaan hebt, zoveel mogelijk weer goed, dan zullen je zonden je vergeven worden; want zolang iemand niet de laatste onrechtmatige stater aan zijn medemens vergoed heeft, zal hij Gods rijk niet binnengaan!'
Hoofdstuk 66: Vergeving van zonden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daarop zei Ik: 'Opdat jij echter goed ziet en ervaart, dat Mij ook de macht toekomt om een zondaar die zijn leven gebeterd heeft zijn zonden voor eeuwig geldend te vergeven, zeg Ik nu vanuit Mijn hoogst eigen macht tot deze dode: wees genezen, sta op en wandel!'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] De schriftgeleerde zei echter tegen de nu weer levende: 'Man, je was volkomen dood, en de Heer heeft je niet alleen genezen, maar Hij heeft je ook weer helemaal opnieuw tot leven gewekt; dank Hem daarom ook voor je nieuwe leven!'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Hierop zei Ik echter nog tegen de schriftgeleerde: Dit teken, dat Ik alleen gedaan heb om jullie geloof te versterken, moeten Jullie voor Je houden en vóór de juiste tijd aan niemand anders vertellen! Ik weet waarom Ik dat zo wil. Nu kunnen jullie met de leerlingen weer daarheen gaan, waar Mijn geest jullie zal brengen! In het dal zullen jullie bij de waard allemaal te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 67: De Heer wekt een knecht op uit de dood (7.1.1861 ) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)