Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 296 van 1110

...  284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309  ...
[5] Ik zei dit jullie hier alleen maar om te zorgen dat niemand zich vanwege een werelds ambt erg belangrijk gaat vinden; want wie dat doet bevindt zich niet meer in Mijn liefde, en zijn ambt dient hem dan niet tot leven, maar tot zijn ondergang. ,
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Dat de mensen jullie daarvoor niet mogen eren, heb Ik nog nooit voorgeschreven; maar als jullie je om die reden inbeelden dat jullie meer zouden zijn dan degenen die jullie eren, dan hebben jullie daardoor je loon al gekregen, en je werk zou dan voor Mij geen werk zijn en dus ook helemaal zonder verdienste.
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Willen jullie door Mij aangemerkt worden als verdienstelijke en goede werkers wanneer je in Mijn naam alles zo gewetensvol mogelijk gedaan hebt, zeg dan in je hart: 'Heer, ik ben een luie en onnutte knecht voor U geweest! (Luc. 17, 10) Als je daar waarachtig in jezelf van overtuigd zult zijn en in zult zien dat jullie slechts vrijwillige dienaars van Mijn alleen werkende geest zijn, zal Ik jullie werk zo zien alsof Ik het Zelf gedaan had, maar het rechtvaardige loon daarvoor aan jullie geven.'
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Het weefgetouw heeft geen vrije wil; maar jullie hebben die wel, en kunnen helemaal vrij doen wat je wilt. Als jullie je dus vrij onderwerpen aan Mijn erkende wil en die opvolgen, doen jullie het niet zelf, maar dan werkt Mijn wil, die alleen goed is, in jullie! Wat voor verdienste hebben jullie dan vanwege je daden? Kijk, in jullie daden ligt jullie verdienste niet, - maar wel in het ondergeschikt maken van je kwade, wereldse wil aan Mijn enig goede wil, waardoor je één met Mij bent geworden door de hulp van je geloof.
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Waarlijk, Ik zeg jullie: Zonder Mij kunnen jullie niets verdienstelijks doen voor het eeuwige leven! (Joh. 15,5) Pas wanneer jullie daarmee in je hart instemmen, zijn jullie Mijn ware leerlingen - en nog meer: Daardoor zijn jullie ook Mijn echte broeders in de geest van God! ,
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei op een heel gemoedelijke, ernstige toon: 'Het is beslist niet erg prijzenswaardig van jullie om je hier opeens zo te gedragen! Is er dan buiten God nog ergens leven, kracht en macht? God wil jullie echter zo vrij en zelfstandig mogelijk voor eeuwig levend maken, en toont jullie wat jullie moeten doen om je een aan God gelijk, volkomen vrij en volledig zelfstandig leven eigen te maken. Waarom ergert je dan die liefde van God voor jullie?!
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Is dan het leven met de natuur als medium soms iets anders dan alleen maar de arm, waarmee jullie het ware goddelijke leven naar je toe kunnen halen? In dat geval heeft het eigenlijk toch geen andere waarde dan alleen de waarde die God daaraan heeft gegeven.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Broeders, als Ik iets doe, weet Ik de reden waarom Ik dit of dat zo doe; maar van wat jullie doen en zeggen, zien jullie de reden nog lang niet in! Maar eens zal de tijd komen waarin ook jullie de reden zullen inzien van alles wat Ik geleerd en gedaan heb.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Een wijs vader zal zijn kinderen alleen maar prijzen wanneer zij op zijn velden ijverig gewerkt hebben; hier wordt daar echter niet alleen niets over gezegd, maar ook nog geëist dat men daarna bovendien, wanneer men alles met de grootste ijver gedaan heeft, zichzelf nog diep moet verachten. Ah, zoiets kan toch niet! Hoe kan een mens ooit geestdriftig worden voor het doen van iets goeds, als hij vanwege die goede daad zichzelf moet verachten?! Ja, een mens moet zichzelf verachten en verafschuwen vanwege een zonde, die hij mogelijk op lichtzinnige wijze begaan heeft, -maar niet vanwege een goede daad! Daar moet hij alleen maar ware vreugde aan beleven, en zijn eigen hart moet zichzelf in stilte op verheffende wijze loven en zijn geweten moet gerust zijn, ook dan, als de hele wereld hem vanwege die goede daad zou verachten! Maar zichzelf nog daarvoor verachten, en met zichzelf uitermate ontevreden zijn als men alles met alle mogelijke ijver gedaan heeft wat men volgens de goddelijke wil voor goed en juist hield, is echt te veel verlangd van een mens, die toch al zwak is!
Hoofdstuk 143: Ambt en eer. Alles is genade: alleen de goede wil is verdienste - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Als jullie nu echter alleen nog als natuurlijk levende mensen handelen en in dat handelen jullie eigen eer zoeken, als jullie jezelf goed vinden, dan zijn jullie net als de Farizeeën in de tempel die zich voor God rechtvaardigen, en dan zeggen jullie ook: 'Heer, ik dank U dat ik niet ben zoals vele anderen, en dat ik mij van de eerste tot de laatste letter aan de wet hield en alles precies gedaan heb wat Mozes en de profeten voorgeschreven hebben!' Weliswaar heb Ik jullie deze gelijkenis al een keer gegeven, maar jullie zijn hem vergeten! Als jullie hem zouden hebben onthouden, wisten jullie ook dat toen niet de Farizeeër, maar alleen de zich voor God zeer vernederende tollenaar gerechtvaardigd de tempel verliet.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Ziet een mens dat in, dan zal hij zich ook zeker steeds meer beijveren om wat hij doet te verenigen met het duidelijk besefte goddelijke, en zich zo langzaam maar zeker volledig met de levenskracht van God in zichzelf te verenigen. Door die vereniging komt de mens pas tot ware levenszelfstandigheid, omdat hij dan weet en duidelijk beseft dat de goddelijke daden die vroeger als van buiten af gebeurden, nu, door zijn deemoed en ware liefde tot God, zijn eigen daden geworden zijn. En daarin ligt de eigenlijke reden waarom Ik eerder tegen jullie gezegd heb: En ook al hebben jullie alles gedaan, zeg en erken dan toch: 'Heer, alleen U hebt het allemaal gedaan; wij waren in ons egoïsme slechts luie en onnutte knechten! , (Luc.17, 10)
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar nu is het genoeg! Het ogenblik nadert waarop de tien nieuwe leerlingen ons gaan verlaten, en het is nodig hun nog speciale kracht op hun weg mee te geven, zodat zij in staat zullen zijn voor jullie ook in een ander werelddeel wegen voor te bereiden; want voor dit goede doel bezitten zij genoeg kennis van Mijn nieuwe levensleer.'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Daarop zei IK tegen de tien: 'Opdat jullie als mensen van heidense afkomst de andere heidenen het overtuigende bewijs kunnen leveren dat Ik, die jullie gezonden heeft, Diegene ben die jullie hebben leren kennen, geef Ik jullie de gave om alle zieken te genezen, die Ik ook de dokters in Chotinodora en in Serrhe gegeven heb.
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Leg de zieken in Mijn naam je handen op, dan zal het meteen beter met hen gaan en zij zullen jullie woorden geloven! En nu hebben jullie voorlopig niets meer nodig; wanneer Ik echter zal zijn opgevaren naar waar Ik vandaan gekomen ben, zal de door Mij over jullie uitgestorte geest jullie wel in alle verdere waarheid en wijsheid binnenleiden. Zo zij het en geschiede het!'
Hoofdstuk 144: De afhankelijkheid van de mens van Gods genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] De hoofdman zelfwas iedere dag bij Mij, en Ik genas enkel door Mijn woord verscheidene zieken waarover hij Mij had verteld. Enige van Mijn eerste leerlingen ergerden zich er heimelijk over dat Ik dat allemaal Zelf deed en hun geen opdracht gaf om dat in Mijn naam te doen, wat volgens hun mening meer zou getuigen voor Mijn leer dan door Zelfsteeds maar tekenen te doen. Want die getuigden wel voor Mijzelf van Mijn goddelijk meesterschap, maar helemaal niet speciaal voor het feit dat Mijn leer ook door Mijn leerlingen werkte, omdat de mensen zeiden: 'Nu trekken zij al zo lang met Hem rond en toch hebben ze nog maar weinig geleerd, want zij kunnen haast niets!'
Hoofdstuk 145: De verwijten en twijfel van de leerlingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  284 - 285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309  ...