Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 297 van 728

...  285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310  ...
[14] Meer tegen het einde van deze periode verschijnt ook de ezel, de kameel, het paard en het varken, en deze prehistorische mensen kunnen deze dieren ook beheersen. Want ze bezitten zoveel instinctief verstand, dat ze zeggenschap hebben over de genoemde dieren en ze ook kunnen gebruiken, deels als lastdieren, deels voor de jacht en deels voor het verkrijgen van melk en wol, waarmee ze hun nesten goed bekleden en zo voor zichzelf een zachte ligplaats maken.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] In deze periode zien we reeds een grote verscheidenheid aan vruchtbomen en andere vruchtdragende gewassen van allerlei soort voor dieren en voor de toenmalige prehistorische mensen. Maar van akkerbouw is dan nog geen sprake, hoewel de prehistorische mensen reeds kudden van bepaalde dieren benutten en een ruw nomadenbestaan leiden, geen kleding hebben en geen huizen of hutten bouwen; maar op dikke boomtakken bouwen ze, net als de vogels, bepaalde stevige woon en rustnesten en leggen voorraden aan van voedsel, waar ze telkens iets van eten. Als de voorraad op is, gaan ze in groepen opnieuw op jacht naar voedsel. Wanneer het erg koud wordt, omdat in deze periode ook de sneeuw in aanzienlijke hoeveelheden verschijnt, trekken deze mensen naar warmere streken, samen met hun huisdieren, die bestaan uit mammoeten, grote hertenkoeien, geiten en schapen -en ook de olifant, de neushoorn en de eenhoorn, allerlei apen en ook vogels horen daarbij .
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[16] Alleen vuur maken en het gebruiken, dat kunnen ze niet; als ze echter hadden kunnen zien hoe de Adamieten het later* ('Later' is toegevoegd. (Noot van de uitgever) ) deden, zouden ze het hun hebben nagedaan, omdat bij hen de drang tot nabootsen een grote rol speelt en hun intelligentie met een bepaalde mate van vrije wil al ver uitsteekt boven de intelligentie van een aap, hoe volmaakt die ook is. Ze zouden dus ook op onze manier kunnen leren spreken, maar nooit uit zichzelf wijze woorden kunnen bedenken.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[17] Als mensen waren ze echter reusachtig groot en buitengewoon sterk en ze hadden ook zo'n sterk gebit, dat ze dit konden gebruiken in plaats van snijwerktuigen. Zo hadden ze ook een zeer sterk ontwikkelde reukzin en gevoel en werden ze al van verre gewaar als er iets vijandigs op hen af kwam; met hun ogen en hun wil beteugelden ze de dieren en zo nu en dan ook de natuurgeesten.
Hoofdstuk 72: De ontwikkeling van de aarde tot aan de pre-adamieten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] (De Heer:) 'In de tijd van Adam, waarmee de zesde periode begint moest de aarde weer voor een deel grote veranderingen door vuur en water doormaken, en bij die gelegenheid ging het beschreven pre-adamitische geslacht samen met hun huisdieren nagenoeg helemaal ten onder, evenals de vele bossen en andere dieren daarin, die niet tot de huisdieren gerekend kunnen worden; slechts enkele vogelsoorten bleven bestaan, evenals de dieren op de bergen en in de wateren van de aarde.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Bij het begin van die periode had de aarde ook de maan gekregen als begeleider en regulator van haar beweging om de zon en om haar eigen as; natuurlijk had de maan ook niet direct de gedaante die hij nu heeft. Vo?r hij deze gedaante kreeg, had hij ook voor hem grote stormachtige penodes moeten doormaken, die evenwel niet zo lang duurden als die van de aarde.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[5] Maar vraag Mij nu niet waarom er voor het ontwikkelen van een hemellichaam zo'n onvoorstelbaar lange tijd nodig is, want dat ligt in Mijn wijsheid en orde besloten. Als de heer van een wijngaard al het werk in één ogenblik klaar zou kunnen hebben, wat zou hij dan het hele jaar door doen? De verstandige bezitter van een wijngaard maakt echter voor zichzelf een. indeling van het werk, heeft ieder jaar iets te doen en deze dagelijkse bezigheid bezorgt hem ook steeds een nieuwe zaligheid. Kijk, dat is bij Mij ook het geval; want Ik ben in de hele oneindigheid eeuwig het meest actieve, en daarom ook het zaligste wezen.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[7] En zo kunnen ook jullie gerustgesteld zijn, ook al zien jullie niet reeds overal op deze aarde de volkomen rijpe vruchten van Mijn leer; op de juiste tijd zullen ze wel rijp worden. Want jullie kunnen je wel voorstellen dat Ik niet voor niets en tevergeefs het levende zaad van Mijn woord onder jullie heb uitgestrooid. Van vandaag op morgen kan er echter nog geen volledige rijping plaats vinden.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Weliswaar is in ieder hemellichaam in wording, net als in een embryo in het moederlichaam, alles voor de hele volmaakte dierlijk organische levensvorm reeds in aanleg aanwezig, maar in het begin van de ontwikkeling ligt alles als het ware chaotisch door elkaar; pas geleidelijk aan komt er orde en ontstaat er vervolgens een organisch levend geheel. Hoe dit ordenen gebeurt, dat weet Ik, omdat Ik als enige in alles de fundamentele orde aanbreng. Wanneer jullie echter zelf in de geest voleindigd zullen zijn, zullen ook jullie inzien hoe dit ordenen gebeurt.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Uit die ontwikkelingsperioden, die Ik jullie nu zo eenvoudig en helder mogelijk heb uiteengezet, kunnen jullie echter nog iets afleiden, en wel wat de eigenlijke reden is, waarom de profeet Mozes de schepping in zes dagen heeft ingedeeld.
Hoofdstuk 73: De twee laatste ontwikkelingsperioden van de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] De Romein Marcus zei: 'Heer en Meester! Hoewel de genoemde pre-adamieten slechts met een instinctachtige intelligentie en maar weinig vrije wil begiftigd waren, hadden ze toch ook zielen, die als zodanig niet sterfelijk maar misschien wel veranderlijk kunnen zijn. Hoe is het nu met deze zielen gesteld? Waar en wat zijn ze nu in deze zesde periode van de aarde, en wat zal er wellicht verder nog van hen worden? Men zou natuurlijk kunnen zeggen dat deze vraag te ver gaat en verwerpelijk is; maar omdat ik nog steeds een weetgierige Romein en geen slaperige jood ben, vraag ik U mij deze vraag ook nog ten goede te houden en mij er een kort antwoord op te geven!'
Hoofdstuk 74: De zielsontwikkeling van de pre-adamieten (16.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[9] Ik zei: 'Zij het niet volledig in de handelende werkelijkheid, dan toch in de bestemming daartoe; handelend was in die prehistorische tijd een andere planeet. De mensen daarvan vervielen echter te zeer tot de grootste hoogmoed en een totale godvergetenheid, en degenen die nog in een God geloofden, sloegen geen acht op Hem, trotseerden Hem en trachtten Hem in hun blindheid zogezegd van Zijn troon van eeuwige macht te stoten. Ze zochten Hem, en slechte wijsgeren zeiden dat God in het centrum van hun aarde woonde; men zou mijngangen daarheen moeten graven en Hem daar gevangen nemen. Ze groeven dan ook ontzettend diepe gaten in die aarde, waarbij er velen omkwamen.
Hoofdstuk 74: De zielsontwikkeling van de pre-adamieten (16.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Als Ik hun boden stuurde en hen waarschuwde, dan werden die steeds gewurgd, en de mensen beterden hun leven niet. En kijk, toen liet Ik toe dat die aarde van binnenuit in vele stukken uiteengereten werd! Dat nu gebeurde aan het begin van de zesde periode van deze aarde, en deze aarde werd het levenskamertje. Waar die aarde zich bevindt, eveneens in een baan om deze zon, daar zullen we nog iets nader op ingaan. Maar laat jij, Lazarus, nieuwe wijn brengen; daarna praten we verder!'
Hoofdstuk 74: De zielsontwikkeling van de pre-adamieten (16.1.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Maar Ik zei: Ja, ja, een dergelijke wijn is een versterkende drank, maar alleen wanneer hij met mate en op z'n tijd gedronken wordt! Maar voor degene die onmatig is bij het drinken van wijn en zich bedrinkt, is het dan geen versterkende drank, maar een drank die zijn hele wezen verzwakt. Drink deze drank daarom altijd matig in Mijn naam, dan zal ze jullie ook sterken voor het eeuwige leven van de ziel; in het overmatig gebruik van deze drank schuilt echter de boze geest van geilheid en ontucht. Deze geest wekt de ziel niet tot leven, maar maakt haar dood voor de ware levensgeest uit de hemelen en maakt de geestelijke wedergeboorte van de ziel in de geest uit de hemelen nagenoeg onmogelijk op deze aarde. Onthouden jullie dat ook!'
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ik zei dat op dat moment echter niet alleen ter wille van de waarheid, aangezien Ik dat al vaker gezegd had, maar omdat Judas Iskariot te grote slokken nam en op het punt stond dronken te worden. Hij merkte dat wel en stond op van tafel, ging naar buiten en bezichtigde het stadje Bethanië.
Hoofdstuk 75: Het drinken van wijn De uiteenzetting over het vernietigde hemellichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
...  285 - 286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310  ...