Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 298 van 1110

...  286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311  ...
[18] IK zei tegen hen: 'Doe dat nu nog maar niet! Ik blijf toch nog maar heel kort bij jullie, en dan ga Ik naar Hem die Mij naar deze wereld gezonden heeft. (Joh. 7,33) Dan zullen jullie Mij zoeken en waarlijk niet vinden! En waar Ik heen ga, kunnen jullie Mij niet volgen.' (Joh.7,34)
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] Maar DE JODEN mompelden onder elkaar: 'Waar wil hij dan heengaan dat wij hem niet kunnen vinden? Wil hij misschien naar de Grieken gaan, die overal verspreid wonen, en hen onderricht geven? (Joh. 7,35) Wat is dat voor wonderlijke uitspraak, als hij zegt: 'Jullie zullen mij zoeken en niet vinden!' en 'Waar ik ben, daar kunnen jullie niet komen!' (Joh.7,36) Ach, die man praat wel heel verward! Hij is zeker bang voor de hogepriesters en praat zo om niet door hen opgepakt te worden.'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[24] Maar DE FARIZEEËN zeiden geërgerd: 'Wat wonder, wat wonder, hebben jullie dan niet gemerkt hoe Beëlzebub hem wegtrok, toen hij in gevaar kwam?! Die kunnen we nu nog lang zoeken, en we zullen hem zeker niet vinden als hij ergens in een hoek van de hel verborgen zit!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[25] Die woorden veroorzaakten echter een geweldig protest onder ALLE JODEN die in Mij geloofden, en er gingen harde stemmen op die zeiden: 'Die ellendige Farizeeën zien toch werkelijk door de bomen het bos niet meer! Zij zijn zelfde allerergste Beëlzebubs en met huid en haar verkocht aan de hel; om hun grove verdorvenheid voor het domme volk echter goed te praten zeggen zij dat deze man Gods, die kennelijk met alle goddelijke macht is toegerust, een knecht is van Beëlzebub. O wacht maar, jullie echte Beëlzebubs! Wij zullen die schijnheiligheid van jullie nog wel heel passend uitdrijven! Wij zullen jullie maskers afrukken opdat dan zichtbaar wordt wat jullie eigenlijk zijn! Nu wacht maar, jullie zwarte en grijze booswichten, de dag van de afrekening zal voor jullie niet lang op zich laten wachten!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[27] Maar DE KNECHTEN zeiden: 'O, waarom hebben jullie dan niet zelf de hand aan hem geslagen, of ons op z'n minst in beweging gezet toen wij als verlamd aarzelden?'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[29] Maar DE KNECHTEN zeiden: 'ook wij zijn Joden en moeten net als jullie de sabbat heiligen! ,
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[30] Toen zei DE FARIZEEËR: 'Nu goed dan! Als jullie hem morgen of overmorgen tegenkomen, wanneer de sabbat voorbij is en nog slechts twee gezellige feestdagen volgen, grijp hem dan en breng hem meteen bij ons!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[34] DE FARIZEEËR zei: 'Jullie zeggen dat zonder enige kennis van zaken! Staat er dan niet geschreven dat er uit Galilea, waarheen alleen maar misdadigers verbannen worden, nooit een profeet zal opstaan?!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[35] EEN KNECHT zei: 'Dat is wel waar, maar voor zover wij van andere mensen gehoord hebben -wat ook uit onze besnijdenisboeken blijkt -is hij geen Galileeër, maar geboren in Bethlehem, en dat is immers juist de oude stad van David waar deze zijn voorspellingen neerschreef. Bovendien is ook nog bekend dat de profeet Jesaja heel vaak en langdurig in Galilea verbleef, evenals de profeet Jeremia, -en dat waren toch wel de grootste profeten!'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[36] Toen zei DE FARIZEEËR: 'Zijn jullie dan ook al des duivels?! Wie vertelde jullie dat?'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[33] EEN KNECHT zei: 'Ja, vervloekt of niet, -wanneer het vervloekte volk ons en jullie er dan vast en zeker voor stenigt, wat dan?! Vandaag scheelde het al niet veel! Als wij de tempel niet zo snel verlaten hadden, zou het ons niet zo erg best zijn vergaan! Het vervloekte volk zou ons zeker de vloek die wij hen gegeven hebben met woeker hebben teruggegeven! Wat vandaag echter nog niet is gebeurd, kan gemakkelijk morgen of overmorgen gebeuren. Het lijkt ons beter om die man met rust te laten! Als hij een profeet is, ons door God gezonden, zullen wij met al onze macht niets tegen hem uit kunnen richten; is hij het echter niet, dan zal de zaak vanzelf wel doodbloeden.'
Hoofdstuk 147: De Heer in de tempel. De mislukte aanslag van de tempeldienaren. (Ev.Joh. 7:14-36) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar IK vroeg hun: 'Kinderen, vrienden en broeders, hebben jullie wat te eten en te drinken?'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'O, er zullen nog tijden en omstandigheden komen dat jullie je allen aan Mij zullen ergeren, en wanneer de herder geslagen wordt, zullen de schapen vluchten en zich verspreiden! Maar als de herder dan terug komt, zal Hij de goede schapen nogmaals voor altijd om zich heen verzamelen. Wel, de Farizeeën zou het vandaag erg slecht vergaan zijn als Ik niet zo snel uit de tempel verdwenen was; want in de tempel was het aantal van degenen die in Mij geloven, verreweg het grootst, en als iemand de hand aan Mij geslagen zou hebben, zou er in de tempel een groot tumult zijn ontstaan, en de voorname mensen uit Jeruzalem zouden er samen met de Farizeeën, schriftgeleerden en tempeljoden heel slecht zijn afgekomen. Om dat te vermijden, verliet Ik dan ook de tempel en ben Ik nu hier
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Morgen doen wij niets en vandaag ook niets meer, maar overmorgen, wanneer zoals bekend dit feest met de grootste praal gevierd wordt, zullen ook wij in de tempel verschijnen en het volk onderrichten. Maar nu verlaten wij deze herberg, die te streng en te dom volgens oud Joods gebruik is ingericht; want hier krijgen we voor zonsondergang niets te drinken en al helemaal niets te eten. Laten we daarom naar Bethanië gaan; daar zullen we meteen wat te eten en te drinken krijgen!'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daar waren allen het volkomen mee eens; maar toen kwam DE WAARD VAN DE HERBERG aangelopen en zei: 'ja, wat is dat nu?! Is mijn herberg dan niet goed genoeg voor jullie? Waarom willen jullie bij mij weg, en vooral jij, zoon van Jozef uit Nazareth, je bent met je ouders toch al zo vaak hier in de herberg geweest, en ik ben met Jozef zelfs heel nauw verwant?'
Hoofdstuk 148: Het bezoek van de Heer aan Lazarus in Bethanië - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311  ...