Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 298 van 373

...  286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311  ...
[2] Robert zegt: 'Mijn waarde vriend, dat gaat hier onmogelijk. Ziet u, op aarde wilden we immers niets anders dan in ieder opzicht volkomen gelijke rechten voor de mensen bereiken. Wat echter op aarde niet te realiseren was, wordt ons hier nu overvloedig aangeboden. En dat is een waar geschenk van de allerhoogste heerser over alle hemelen en werelden. Wilt u nu in deze geheel vrije toestand, die God Zelf ons hier geeft, echter gelukkig zijn, overschat dan nooit uw waarde als mens. Bedenk heel goed, dat alle mensen die u hier ziet, dezelfde God tot Schepper en Vader hebben. Dan zult u deze mensen ook waarlijk liefhebben en oprechte wederliefde ondervinden, hetgeen hier het enige is dat het geluk voor allen teweeg brengt. U zult dan ook nooit uw toevlucht hoeven te nemen tot het verdedigen van uw eer, maar uw eigen hart zal u de allerbeste rechtvaardiging verschaffen in de harten van uw broeders en zusters. Overigens hoeft u er zich helemaal geen zorgen over te maken of mijn huis door deze arme wezens wordt verontreinigd of niet, want daar is al voor gezorgd. Ook moet ik u eerlijk bekennen, dat deze heldin met haar radde tong mij liever is dan u. Zij is, zoals ze is, een Weense, en heeft daarbij een goed hart. U bent echter een gepensioneerde hof-filosoof, die zich alleen met 'u' laat aanspreken, zonder te bedenken dat we hier allemaal broeders en zusters zijn. Zegt u zelf eens, wie me hier dierbaarder zou moeten zijn, u of die Weense, in haar volle oprechtheid?'
Hoofdstuk 64: De patheticus wordt door Robert terechtgewezen. De goedhartige heldin spreekt hem tevergeefs toe - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Jellinek zegt: 'O, en hoe! Die verstaat en spreekt alle mogelijke talen. Ja, ik zeg je, dat hij zelfs de taal van het hart precies verstaat en bij wijze van spreken van het gezicht afleest wat iemand ook nog zo heimelijk bij zichzelf denkt. Probeer het maar eens, en je zult je meteen kunnen overtuigen, dat ik gelijk heb.'
Hoofdstuk 65: De Weners en de onplezierige Bohemer. De heldin wendt zich tot Jellinek. Deze verwijst haar naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Welnu, Ik ben tevreden met je openhartigheid en zal zien of en hoe je geholpen kunt worden. Maar tevens moet Ik je even openlijk bekennen als jij Mij jouw belangrijkste zonden openlijk hebt bekend, dat alleen je goede hart en je slechte opvoeding, waar je onmogelijk zelf schuld aan kunt hebben, je van de hel redden. Zou je een minder goed hart hebben of zou je bij de opvoeding minder verwaarloosd zijn, dan zou je je al in de hel bevinden en daar de afschuwelijkste pijnen lijden! Want er staat geschreven: 'Hoeren en echtbrekers zullen het rijk der hemelen niet binnengaan.' Maar Ik wil er om genoemde redenen in jouw geval niet te zwaar aan tillen en zal zien hoe je kunt worden geholpen. Zeg Mij echter eerst, wat je van Jezus, de Heiland, denkt.'
Hoofdstuk 66: De heldin wendt zich tot de Heer om hulp. De raad van de Heiland. Beken openlijk wat je mankeert.Verhaal van een gevallene - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Het verschil tussen het leven in deze wereld en dat in de geestenwereld wordt bij natuurlijke geesten, wanneer ze van meer eenvoudige aard zijn, slechts door de doeltreffende verschijningsvorm van de plaatselijke toestand bepaald. Zij is steeds min of meer een weergave van hoe de geesten grotendeels innerlijk geaard zijn. Deze verschijningsvorm hier in de geestenwereld, die door de achterwege gebleven wedergeboorte van de geest zeer sterk beïnvloed wordt, komt meestal slechts ten goede aan die arme geesten, die op aarde in natuurlijke en geestelijke armoede hun leven hebben doorgebracht. Maar geesten van rijke bezitters van allerlei aardse goederen, waaraan hun hart kleeft als een poliep aan de zeebodem, vinden alles terug wat ze hier hebben verlaten. Ze kunnen daar verscheidene eeuwen, volgens aardse berekening, in zo'n grof-natuurlijke toestand volharden en worden daar niet eerder uitgetild dan wanneer ze in zichzelf de behoefte beginnen te voelen naar iets hogers en volmaakters.
Hoofdstuk 67: Speciale opmerking van de Heer over het doel van deze, deels ergerlijk schijnende bekendmaking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Mijn lieve Helena (dit is haar hemelse naam), wij staan al quitte. Je bevalt Me nu echt uitstekend en je hebt een hart dat Mij heel liefheeft, net zoals het Mijne jou! Wat is er dan nog meer nodig? Reik Me nu ook je hand als onderpand van jouw liefde voor Mij en geef Me een vurige kus op Mijn voorhoofd. Voor al het overige zal Ik wel zorgen.'
Hoofdstuk 68: De wachtende heldin en de hoogmoedige patheticus. De laatste door de Heer terechtgewezen.Liefdewonder aan de heldin Helena - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Dat deze mededeling op mijn gemoed geen erg gunstige indruk maakte, is gemakkelijk te begrijpen. Ik was nu ook wel een edelman, maar waar zouden bij mij de minstens zestien vereiste adellijke voorouders te vinden zijn geweest? Maar de generaal-majoor meende, dat ik de oude heer toch een bezoek moest brengen en hem daarbij flink wat avontuurlijke verhalen moest vertellen over stormen op zee, zeeslangen en zeeslagen, waarvan de baron een groot liefhebber zou zijn. Misschien zou ik er in slagen het hart van die oude zonderling te winnen.
Hoofdstuk 70: Het huwelijksverhaal van de patheticus. De hulpvaardige generaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Het beste van alles was, dat mijn Emma mij nog met dezelfde gloed liefhad als voorheen. Ze had mijn brieven inderdaad ontvangen, maar kon deze slechts in stilte en met veel tranen in haar hart beantwoorden. Ik deed er natuurlijk alles aan om de oude heer, met het oog op zijn dochter, voor mij te winnen. Maar het was allemaal vergeefse moeite! Om kort te gaan, na drie maanden was ik nog even ver als op de eerste dag van mijn bezoek.
Hoofdstuk 70: Het huwelijksverhaal van de patheticus. De hulpvaardige generaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Max Olaf zegt: 'Volkomen juist, beste vriend, om zo te zeggen: mij uit het hart gegrepen. Uw schoonzoon zal dat ook zeker doen, want aan goede wil heeft het hem nooit ontbroken. Alleen aan het kunnen schort het ons hier nog. Maar ik hoop dat met Gods wil tenminste één van ons spoedig zal worden geholpen, die dan ook zijn vrienden niet in nood zal laten zitten.'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Wat nu te doen? vroeg ik mijn vriend. Na een poosje zei hij: 'Ik wil u volstrekt geen verkeerde raad geven, maar als u in dit geval uw doel wilt bereiken, moet u wel uw toevlucht nemen tot een overrompelingstactiek! Het meisje is nu bijna zesentwintig jaar, dus meerderjarig, en kan zelf over haar hart en haar hand beschikken zoals zij dat wil. Heeft ze de moed om ook zonder de toestemming van haar vader te trouwen, haal uw Emma dan hier vandaan! Omdat het meisje u laatst zelf het voorstel deed haar te ontvoeren, denk ik dat zij wel op dit voorstel in zal gaan, omdat dit berust op een wettige daad. Mocht dit plan echter mislukken en u zou hier niet tot een huwelijk komen, dan moet u deze ontvoering uiteraard snel en wel overwogen wagen en u in Engeland in de echt laten verbinden. Als er geen ander middel bestaat om uw doel te bereiken, zal u tenslotte niets anders overblijven. U zult zeker wel achtervolgd worden, maar laat dat maar aan mij over; ik zal de achtervolging wel zo leiden, dat u zeker niet ingehaald wordt. Het overige zult u zelf wel weten te regelen.'
Hoofdstuk 70: Het huwelijksverhaal van de patheticus. De hulpvaardige generaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Ik ben nu zeer rijk en kan van alles doen om het hart van mijn gemaal te doorgronden. Ik gaf partijen en bals, en liet me door edellieden het hof maken om te zien, of hij niet toch eens een beetje jaloersheid zou laten blijken. Maar al mijn moeite was tevergeefs. Hij scheen het zelfs wel goed te vinden, dat ik me beter met anderen kon onderhouden dan met hem! Lang verdroeg ik deze smaad die mijn hart werd aangedaan. Daar zijn koele houding ten opzichte van mij slechts toenam en hij mijn slaapkamer ook niet meer leek te kunnen vinden, nam ik juist het besluit dat ik vandaag ten uitvoer bracht, om zo een laatste, ernstige vraag te richten aan zijn hart!
Hoofdstuk 71: Het huwelijksparadijs van de patheticus verduistert. Het ware gezicht van de echtgenote - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] De generaal zei daarop tot Emma: 'Mijn lieve schoondochter, als de zaak zo ligt, krijgt ons proces toch wel een heel ander gezicht. Ik voel me daarom verplicht u allereerst om vergiffenis te vragen, en daarna mijn heer zoon de les te lezen!' Emma zegt: 'Hoogheid, ik verlang niets anders dan onze eerste liefde. Is deze er nog, dan wil ik hem alles vergeven en alles doen wat zijn hart maar verlangt!' De generaal wendde zich nu tot mij en sprak: 'Ja, hoor eens mijn zoon, als het jouw schuld is dat je vrouw tegenover jou alleen maar noodgedwongen zulke betreurenswaardige excessen beging, dan moet je nu allereerst je fout weer goed maken. Emma verlangt je eerste liefde. Onthoud haar die dus niet!'
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Daarop antwoordde ik: 'Mijn geliefde vader, mijn liefde voor Emma is nog nooit minder geworden dan ze was bij onze eerste kennismaking. Maar als mijn allerliefste Emma spoken zag waar ze niet waren, dan kan ik daar waarachtig weinig aan doen! Dat ik haar geen jaloerse verwijten maakte, is alleen toe te schrijven aan mijn fijngevoelig hart. Dat ik in mezelf desondanks veel bittere pijn voelde, weet trouwens ik alleen. Wat echter haar grote vermogen betreft, moet ik inderdaad toegeven dat ik daar nooit veel waarde aan heb gehecht. Ja, ik moet eerlijk toegeven, dat ik bij het zien van het enorme vermogen van mijn Emma hoogst onaangenaam werd getroffen. Want hoe rijker een familie is, des te meer gelegenheid is er voor allerlei zondige uitspattingen. (Mij tot Emma wendend): Kijk, zou je die duizenden guldens die jouw feesten je kostten, aan de armen hebben gegeven, hoe gelukkig zouden zij en ik dan zijn geweest! Maar jij wilde mij daarmee alleen maar straffen en dat was niet lofwaardig van je! Want een nog inschikkelijker en geduldiger echtgenoot dan ik altijd ben geweest, bestaat er nauwelijks.'
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Bij deze liefdesvoorwaarde kan ik, evenals de generaal, bijna het lachten niet laten. Ik zeg dan ook tegen Emma: 'Maar lieve echtgenote, dat deed ik immers alleen uit pure achting voor jou! Je kent toch wel dat bewuste lied, waarin, tot vermaak van het publiek, op een belachelijke manier wordt gezongen, over 'Eduard en Kunigunde'. Steeds als ik je riep, schoot me ook altijd dat domme lied te binnen. Ook klinkt de naam Emma toch esthetischer dan Kunigunde. Maar wil je van nu af aan beslist Kunigunde heten, welnu, in Gods naam, dan wil ik je ook graag zo noemen!' Daarop zegt ze bits: 'Ja, ja, waar men niet van houdt, dat probeert men dan maar belachelijk te maken!' Ik zeg: 'Wat haal je je nu weer in je hoofd! Ik wil je toch niet belachelijk maken, wanneer je me zo oneindig lief en dierbaar bent! Ik hoop dat je dit nu als beëindigd zult beschouwen en mij je hand zult reiken ten teken van volkomen verzoening. Of heb je soms nog iets op je hart?'
Hoofdstuk 72: Verlangens van echtgenote Emma. Bemiddelingspogingen van de generaal. Echtelijke ruzie - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De baron zegt: 'Ik dank u hiervoor heel hartelijk. Een of andere hulp hebben Emma en ik hard nodig. Want zo' n twintig jaar, die er hier wel tweeduizend leken, smacht ik al in de grootste eenzaamheid! Geen hulp, geen troost, geen licht kreeg ik tot nu toe. U bent de eerste, die begonnen is mij uit mijn lange droom te helpen. Ach vriend, voltooi nu ook wat u begonnen bent, dan zullen mijn hart en mijn leven u als beloning zijn toegewijd!'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Ik zeg: 'Beste vriend en broeder, Ik zeg je, ga heen en breng ze bij Me. Want waar is er een vader, die zijn oor en hart afsluit voor iemand die om genade smeekt voor zijn kinderen? Kijk, dat zou zelfs de strengste vader op aarde niet doen; des te minder Ik, omdat in Mij toch de volheid van de liefde van de hemelse Vader lichamelijk woont. Haast je dus en breng allen hier, die naar Mij verlangen!'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  286 - 287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311  ...