Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 299 van 1490

...  287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312  ...
[7] STAHAR zei: 'Ja, wat in mijn macht ligt zal ik zonder meer doen; maar zoals je zelf wel duidelijk zult merken, is mijn kracht niet meer geweldig groot, - want als men ruim zeventig jaar oud is, kan men geen bergen meer verzetten! Wel ben ik voor de rest nog heel flink en heb ik nog echt jeugdige kracht, vooral op mooie, heldere dagen; maar het is met de jeugdige kracht van een grijsaard ongeveer net als met de aangename uren op een mooie en warme late herfstdag. Een paar uur laat deze niets te wensen over; maar meteen daarna steekt er een gure koude wind op, en met het aangename van de dag is het afgelopen!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Ook ik was aanvankelijk een ijverig zoeker naar waarheid. Ik ben ook door vele landen en steden gereisd en heb waarheid gezocht en mensen, en ik moet eerlijk bekennen dat mijn zoeken niet bepaald zonder succes is geweest. Ik nam in mezelf vaak hele lichte momenten waar. Maar zoals het in deze wereld de mensen al altijd vergaat, zo verging het ook mij. Vandaag is men heel helder en licht, maar morgen doen zich allerlei domme aardse zorgen voor en verduisteren het gemoed van de mens geheel en al, en het zich in de geest concentreren helpt dan niets.
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En, vriend, precies zo gaat het met een mens die door de verschillende wereldstormen een ware levens zandsteppe is geworden! Het ontbreekt niet zozeer aan de mogelijkheid om een volledig lichtmens te worden; maar waar haalt de mens de kracht, het geduld en ook de vereiste middelen vandaan, vooral als hij er bijna geheel alleen voor staat?! Ja, hier bij deze buitengewone, nog nooit voorgekomen gelegenheid wordt natuurlijk de meest woeste zandsteppe nog gemakkelijk tot een bloeiend paradijs, fysiek en geestelijk! Dat komt door de almacht van de Heer die van water de beste wijn en van stenen het best smakende brood kan maken!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] STAHAR ziet dat ook en zegt: 'Ja, ja, je hebt gelijk, er gebeurt iets, en zo te zien weet ook Zijn naaste omgeving niet wat er te gebeuren staat! Cyrenius vraagt Hem blijkbaar heimelijk wat Hij van plan is; ma.ar deze keer schijnt de Heer niet rechtstreeks antwoord te willen geven! Ja, ja, mijn beste Cyrenius, een God is nog wel iets meer dan zo'n keizer van Rome.
Hoofdstuk 106: Het beperkte inzicht van de engelen in het denken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Er ontstond nu tegen het midden van de zeer heldere sterrennacht een grote stilte. Aller ogen en oren waren uiterst gespannen op Mij gericht; want allen verwachtten een lering of een daad van Mij. En Ik liet hen een tijd lang in deze voor hun ziel hoogst weldadige spanning.
Hoofdstuk 107: Een voorspelling van de Heer over de toekomst: de volksverhuizing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Tenslotte zal er een tijd komen dat de mensen erg knap en handig in alle dingen zullen worden, en allerlei machines zullen bouwen die alle menselijke arbeid zullen verrichten als levende, met verstand begaafde mensen en dieren; daardoor zullen echter vele mensenhanden werkeloos worden, en de maag van de arme, werkeloze mensen zal veel honger kennen. De ellende van de mensen zal dan een ongelooflijke hoogte bereiken. Dan zullen er weer mensen door Mij worden opgewekt, deze zullen meer dan tweehonderd jaar lang de waarheid van Mijn naam verkondigen. Degenen die hun woorden ter harte zullen nemen, zal het tot heil strekken, ofschoon hun aantal maar klein zal zijn!
Hoofdstuk 108: Het tijdperk van de techniek - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Er zal van deze leer die Ik nu aan jullie heb gegeven, geen letterverloren gaan en toch zal dat voor de grote wereld in z'n algemeenheid niet zo belangrijk zijn; want deze zal, zolang er materie bestaat en noodzakelijk moet bestaan, zich met het puur geestelijke element in een voortdurende strijd bevinden. Maar daar hoeft niemand bang voor te zijn; want altijd zullen er vele geroepenen zijn, maar daaronder ook altijd weinig uitverkorenen!
Hoofdstuk 110: De toekomstige teistering van de aarde. De kinderen van God zullen geborgen zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Maar zoals desalniettemin toch geen enkele spiegel, ook geen Alexandrijnse, alles in zijn spiegelbeeld kan opnemen wat er in zijn totaliteit binnen in de zon is en gebeurt, zo kan ook ik niet in mijzelf waarnemen wat de. Heer in Zichzelf denkt en besluit. Op het juiste moment begint Zijn wil dan wel naar buiten toe uit te stralen en ik, evenals allen die zijn zoals ik, nemen die wil dan meteen volledig in ons op en dragen hem uit in de gehele oneindigheid; daarom dragen wij ook vanwege deze eigenschap de naam 'aartsboden', omdat wij de uitdragers en de uitvoerders van de goddelijke wil zijn. En zie, mijn gewaardeerde vriend Roclus, ook nu besluit de Heer iets in Zichzelf; maar ik weet niet waar het uit bestaat, omdat de Heer het nog in Zichzelf vasthoudt en nog niet naar buiten laat stromen!
Hoofdstuk 106: Het beperkte inzicht van de engelen in het denken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Morgen nemen wij voor langere tijd afscheid en Ik zal over bijna een jaar deze streek weer bezoeken en met Mijn voeten betreden; maar omdat Ik hier zo'n grote overwinning heb bevochten en daarom een blijvend monument in de vorm van dit badhuis en de nieuwe haven heb opgericht, dat niet gemakkelijk ooit geheel verwoest zal worden -behalve in een tijd dat het geloof aan Mij zal verdwijnen en daarmee de liefde -, wil Ik dan ook nog iets doen. Dan echter, als geloof en liefde onder de mensen niet meer zullen bestaan, zullen hordes barbaren deze landen binnenvallen en alle gedenktekens verwoesten van deze grote tijd, die zich sinds Mozes tot aan Mij over deze landen heeft uitgebreid.
Hoofdstuk 107: Een voorspelling van de Heer over de toekomst: de volksverhuizing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Dit zou wel gemakkelijk te verhoeden zijn; maar toch zal het niet verhoed worden. Dit badhuis zal nog wel bestaan en de haven, en het wordt niet verwoest in de tijd dat Jeruzalem zal vallen; maar toch zal het geen vijfhonderd jaar oud worden. Want Ik zeg jullie, met Jeruzalem zal het beginnen; maar de mensen zullen zich niets gelegen laten liggen aan de waarschuwing die aan Jeruzalem zal uitgaan, en ze zullen vervallen in allerlei arglist, wereldsgezindheid, kwaad, trots, leugen, zelf en heerszuchthoererij en echtbreuk. Dan zal er een volk opstaan in het verre Oosten en deze landen overspoelen als een grote Egyptische sprinkhanenplaag en alles verwoesten: mensen, vee en alle steden, plaatsjes, dorpen en afzonderlijke woonhuizen, en dat volk zal dan de volkeren tot ver in Azië Afrika en Europa onderwerpen, net zo lang tot er over alle goddelozen een groter en algemener gericht zal komen!
Hoofdstuk 107: Een voorspelling van de Heer over de toekomst: de volksverhuizing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:! 'Kijk naar de bergen. vol bossen en struiken! Kijk, deze zuigen in de benodigde juiste hoeveelheid alle voor hen geschikte natuurgeesten (elektriciteit, magnetisch fluïdum) op. Ga maar eens alle bergen ontbossen, dan zullen jullie de gevolgen daarvan, die zeer bitter smaken al binnen korte tijd merken! Daardoor zullen grote massa's vrije ruwe natuurgeesten de lucht, die de hele aarde omgeeft, steeds meer gaan bevolken. Omdat deze natuurgeesten geen geschikte behuizing en werkterrein kunnen vinden, zullen ze zich massaal gaan verenigen en door hun onrust en door hun honger en dorst (neiging tot assimileren) de verschrikkelijkste en alles vernietigende stormen veroorzaken en hele landen zodanig te gronde richten, dat daar honderd of duizend jaar lang niets anders te voorschijn zal komen dan hier en daar een mosplantje, zoals er op de wijde aarde tegenwoordig nog steeds zulke uitgestrekte plaatsen en vlaktes zijn, waar men vele dagen doorheen kan trekken en waar even weinig groeit als op de woeste en doodse kalksteen aan de oevers van de Dode Zee in Beneden Palestina, waarheen de Jordaan stroomt.
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ja, is dat daarom soms Mijn wil? O neen! Want omdat het noodzakelijk is dat de mensen vrij willen en ook vrij moeten handelen om ook in de geest mens te worden, wil Ik Zelf helemaal niets -al maken de mensen het nog zo bont -, maar Ik laat enkel toe dat de mensen ongestoord datgene bereiken waar ze zich zo voor ingespannen hebben, alsof al hun levensgeluk daarvan afhing. Of de gevolgen dan goed of slecht zijn, dat maakt voor Mij geen verschil! Zelf scheppen, -zelf hebben! Ook al weet Ik wat er daarna verder zal gebeuren, dan kan en mag Ik toch niet tussenbeide komen met Mijn almacht; want als Ik dat doe, dan houdt de mens op een mens te zijn. Dan is hij alleen maar een tot leven gebrachte machine en verder niets en kan voor zichzelf en voor Mij eeuwig geen waarde hebben. Want dan lijkt hij op een schrijver die uit zichzelf nog geen lettergreep kan schrijven, en wanneer hij dan toch moet schrijven, zijn hand van A tot Z moet laten leiden door iemand die wel de schrijfkunst machtig is; en als hij op deze wijze een artikel heeft geschreven, begrijpt hij dit zelf toch nog niet. Ook al heeft hij op deze manier honderdduizend brieven geschreven, dan is hij zelf toch evenmin een schrijver als de pen waanneer hij heeft geschreven. Ook de mens van deze aarde zou evenmin een mens zijn, als zijn vrije wil niet constant onaangetast zou blijven, en zo ook zijn handelen daarnaar .
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Voor degenen die zich naar deze uitverkorenen zullen voegen, zal de aarde nog altijd een veilig plaatsje hebben; maar degenen die in hunhart te doof en te blind zijn, zullen van tijd tot tijd steeds weer als onkruid van de zuivere tarwe gescheiden worden.
Hoofdstuk 110: De toekomstige teistering van de aarde. De kinderen van God zullen geborgen zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Deze aarde zal na de voorspelde laatste grote zuivering evenals nu mensen en mensen dragen; maar deze toekomstige mensen zullen zeer veel beter zijn dan de huidige, en ze zullen aldoor Mijn levend woord hebben.
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En deze hemellichamen zullen dan niet alleen uitwendig, maar veel meer inwendig bewoond zijn in al hun van binnen aanwezige levenstempels, die overeenkomen met de vroegere organisch materiële vormen.
Hoofdstuk 112: De materiële werelden zullen ooit in geestelijke veranderd worden. Kinderen en schepselen van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  287 - 288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312  ...