Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 300 van 1088

...  288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313  ...
[2] LAZARUS zei toen: 'Daar hoeven de Romeinen bij Hem beslist nooit of te nimmer bang voor te zijn; want ten eerste is Hij een groot vriend van de Romeinen, en ten tweede moet de voorspelling van de oude profeten zo opgevat worden dat Hij in de verste verte niet van plan is om als Messias, die nu naar waarheid volgens de oude profetieën gekomen is, een aards rijk op deze aarde te vestigen, maar om een geestelijk rijk van liefde en ware wijsheid van God te vestigen voor alle mensen van de aarde die Zijn leer over God, over Zijn hemelrijk en het eeuwige leven van de ziel na de lichamelijke dood aannemen en volgens Zijn bekendgemaakte wil zullen leven en werken. Kijk, dat is Zijn zuivere en ware bedoeling; maar van een verdrijving van de Romeinen uit dit land is bij Hem al heel zeker nooit sprake!
Hoofdstuk 184: Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Maar IK zei daarop tegen de jonge vrouw: 'Sta op want je bent geholpen, en al je zonden zijn je vergeven! Maar ga nu heen en zondig niet meer, opdat je nog niet iets ergers zal overkomen! Want als een boze geest een mens verlaat, trekt hij door dorre steppen en woestijnen en zoekt naar een woning, en als hij niets vindt, komt hij weer terug. Dan vindt hij zijn oude woning schoongeveegd en gereinigd, zodat hij grote lust krijgt er weer in te trekken. Als hij echter ziet dat hij alleen te zwak is, haalt hij zeven andere geesten die nog erger zijn dan hij en gezamenlijk trekken zij dan met geweld in de gereinigde woning, en deze tweede toestand van die mens is dan nog veel erger dan de eerste. Let dus goed op dat jou niet hetzelfde overkomt! Sta daarom op, ga heen en zondig dus niet meer!'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Zeker; want het lichaam en het bloed van ieder mens zit vol natuurlijke, kwade geesten, die kwaad genoemd kunnen worden omdat zij onder het gericht staan; als zij niet onder het gericht zouden staan, zouden zij niet jullie vlees en bloed zijn. Maar wanneer het lichaam van jullie wordt afgenomen, zal het niet lang daarna uiteenvallen, en zijn geesten zullen dan reeds naar een vrijere bestemming worden geleid.
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] En AGRICOLA kwam naar Mij toe en zei: 'Grote Meester, toon ons Uw talloze, machtige, geheime en onzichtbare begeleiders als U dat mogelijk is, dan zullen we zien 'Nat dat dan wel voor wezens zijn. Wij allen vragen U om ons te laten zien wat U ons daarnet in het vooruitzicht heeft gesteld!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] DE ROMEIN zei: 'Meester, onze lijfspreuk is: Si totus illabatur orbis, impavidum ferient ruinae!* (* Al zou de hele wereld verwoest worden, dan zullen de onverschrokkenen op de ruïnes verder leven!) Wie geen vrees heeft voor de dood, is ook niet bang voor de goede geesten en nog minder voor de kwade, die wel eens niet al te veel macht zouden kunnen hebben! Wij zijn volledig op alles voorbereid, ook al is het nog zo buitengewoon, en U kunt uw teken wel laten beginnen. Wij zijn er allemaal erg benieuwd naar!'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Sta dan op van jullie zitplaatsen en kom met Mij mee naar buiten! Daar zullen jullie een uur lang de heerlijkheid van God de Vader zien, die Mij, dat wil zeggen in dit lichaam, in deze wereld gezonden heeft voor het heil van de mensen.'
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Toen Ik uitgesproken was, stonden allen van hun zitplaatsen op en gingen met Mij naar buiten.
Hoofdstuk 188: De waarde van het denken en de lichtgelovigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] En allen bevonden zich in het tweede gezicht en zagen onafzienbare scharen stralende engelgeesten, waarvan er een aantal naar hen, dat wil zeggen naar de Romeinen, afdaalden en met hen spraken.
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Om ou, als denkende Romein, daarvan nog meer te overtuigen, moet je die steen pakken en zo hard mogelijk naar mijn hoofd werpen, en dat zal me helemaal niets doen! Als ik echter bij jou hetzelfde zou doen, zou je ogenblikkelijk lichamelijk dood zijn. Probeer het maar, en overtuig je zelf dat het zo is en niet anders!'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] De Romein probeerde het uit alle macht, maar het was hem niet mogelijk de hand van de engel ook maar een haarbreedte naar links of naar rechts of naar boven of naar beneden te bewegen, en nog minder lukte het hem de steen uit de hand van de engel te krijgen.
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Als ik als geest dat met het grootste gemak kan, is dan mijn zuiver geestelijke bestaan niet oneindig volmaakter dan het bestaan van alle lichamelijke mensen op deze kleine aarde?! Daarom is alleen óns bestaan een echt bestaan, en dat van jullie op deze aarde is dat slechts in zoverre het een leven volgens de wil van de Heer is, die nu eindeloos genadig bij jullie leeft en jullie waarachtig leert leven, en die alleen van eeuwigheid alles in alles is, naar Wie jullie moeten luisteren en volgens wiens woorden jullie moeten leven en werken.'
Hoofdstuk 189: De Romeinen zien de engelenwereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Daarom kwam hij naar Mij toe en zei AGRICOLA: 'Ongeëvenaarde Heer en Meester, dit is toch beslist geen droom, en de geest - of wat hij verder ook maar kan zijn - ontwikkelde voor mij ideeën waarvan echt geen mens ooit gedroomd heeft! Wat moet iemand zoals wij daar nu van begrijpen?! Het mooiste is, dat hij zegt dat ook hij eens een lichamelijk mens op het een of andere hemellichaam geweest is. Dan vraag ik me af, waar naast deze aarde nog een ander hemellichaam moet zijn! Ik en talloze andere mensen hebben daar nooit iets van gehoord. Wat is dat dan voor een nieuw verhaal?'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] IK zei: 'Rustig aan Mijn vriend! Ga maar naar hem toe, dan zal hij je de andere aarden nog wel laten zien, waarvan er ontelbare in de eindeloze ruimte zijn! Ik zegje dat deze geestje niets gezegd heeft wat niet waar is; ga dus maar naar hem toe en laat je nader inlichten over de dingen waaraan je twijfelt, en hij zal je dat allemaal heel praktisch laten zien en uitleggen!'
Hoofdstuk 190: Het verschil in levensopgave van engelen en mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN bedankte Mij hartelijk voor deze raad en ging weer naar de engel en zei tegen hem: 'M'n beste engelgeest, ik ben je weliswaar erg erkentelijk voor alle wijze woorden die je tegen mij sprak, -maar wij burgers van deze aarde, die aankomende kinderen Gods moeten zijn, respectievelijk moeten worden, kunnen beslist niet overweg met jullie bovenaardse wijsheid! Wat weten wij nu van nog andere aarden in de eindeloze grote ruimte, terwijl wij onze eigen aarde nog lang niet goed genoeg kennen! Wees daarom zo goed om mij eenvoudige bewijzen voor je verklaring te geven, want anders zul je met al je wijsheid bij ons echt niet veel resultaat hebben!'
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar let nu allemaal op, want ik zal jullie nu meteen vrij maken in jullie geest, die het eigenlijke liefdeleven uit God is, en waardoor jullie ook kinderen van God zijn, of toch heel zeker kunt worden als je naar de wil van God zo zult leven zoals dit jullie heel omstandig wordt uitgelegd. Het zij zo! Wordt vrij, en zie nu de aan jullie verwante, eeuwige schepping van God!'
Hoofdstuk 191: Over het tweede en derde gezicht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  288 - 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313  ...