Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 301 van 1110

...  289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314  ...
[4] Moet Ik soms, omdat zowel water als vuur voor een mens dodelijk zijn wanneer hij ofwel in een diep water valt of bij een grote brand door het vuur gegrepen wordt, geen water en geen vuur meer op aarde laten bestaan? O, zeker niet! Een mens heeft daarvoor zijn verstand en kracht en vrije wil. Zowel van water als van vuur kent hij de goede en de kwade eigenschappen. Beide moet hij met verstand gebruiken en dan zullen beide elementen hem van dienst zijn; wanneer hij echter moedwillig of uit grote onvoorzichtigheid in een diep water valt of in een kalkoven springt, draagt hij er duidelijk -vrijwillig of vaker nog onvrijwillig -zelf schuld aan dat hij daarbij zijn aardse leven verliest. Iemand die werkelijk verstandig en voorzichtig en wijs is, zal zo'n ongeluk niet gauw overkomen -en degenen die volgens Mijn leer zullen leven, al helemaal niet!'
Hoofdstuk 155: Ongelukken en ziekten die al of niet door eigen schuld ontstaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Dan zal het volk de priesters het vuur na aan de schenen leggen en velen zullen hun offers terugvragen, maar niet krijgen; want de priesters zullen hun vertellen dat dit offer voor een bepaald goed doel gebruikt zal worden. Dat zal een deel van het volk tot bedaren brengen, het andere deel zal echter nog erger te keer gaan, zodat er een waar tumult in de tempel en ook buiten de tempel zal ontstaan, en de Romeinse wacht zal gewapend ingrijpen en met grote strengheid de rust moeten herstellen. Kijk, dat alles zal in deze nacht door de heel natuurlijke maansverduistering veroorzaakt worden; maar ons zal dat niet in het minst storen. Sommigen zullen wel hierheen vluchten voor de strengheid van de Romeinen; maar daar hoeven wij niet bang voor te zijn. -Wel, hoe vinden jullie dat?'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'O, dan vergissen jullie je erg! Het stenigen met woorden wat de Essenen doen is veel passender en beter; want zij leggen het volk duidelijk het natuurlijke karakter van dit verschijnsel uit, en het volk gaat de priesters dan pas goed te lijf, en zegt van nu af aan het geloof in hen helemaal op en zweert vanwege hen nooit meer in de tempel te komen. En kijk, zoiets is voor de tempeldienaren erger dan wanneer zij op stenen getrakteerd werden!'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Beste broeder, kijk, dat weten Mijn leerlingen precies, en Ik Zelf heb je ook al eens -onder vier ogen -verteld wat zon, sterren en maan zijn; maar je schijnt het geheel niet goed begrepen te hebben. Maar dat geeft niet! Ik zal straks jullie geestesoog openen, en dan zullen jullie de maan net zo kunnen bekijken, als nu het aardse landschap, en dat zal beter zijn dan wanneer Ik jullie deze dingen met vele duizenden woorden uit zou leggen.'
Hoofdstuk 156: De op handen zijnde maansverduistering - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Heel anders is dat met het oog van de ziel. Dat wordt niet beïnvloed door het aardse licht, en nachtelijke duisternis van de aarde of hellichte dag maken voor dat oog geen verschil. Voor de ziel is het alleen maar voortdurend dag en nooit nacht, dat wil zeggen voor een ziel die in Mijn licht leeft en werkt; maar voor een ziel die alleen maar in het licht van deze wereld werkt, dat wil zeggen volgens de wereldse leer leeft, is er aan gene zijde ook alleen maar nacht en duisternis.
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Let nu allen echter op! Ik zal jullie voor enige ogenblikken, in zekere zin met geweld, innerlijk laten ontwaken en de maan zo laten zien alsof jullie erop stonden!'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK zei: 'Kijk eens wat beter, dan zullen jullie wel wezens ontdekken die op mensen van deze aarde lijken!'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Maar ook deze ellendige maanbewoners zullen verlost worden wanneer Ik weer teruggekeerd zal zijn naar de plaats vanwaar Ik gekomen ben. -Dus weten jullie nu wat de maan is?'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Precies zulke natuurlijke mensen als bijvoorbeeld in het hoge noorden van deze aarde, maar natuurlijk vanwege de heel andere dag en nachtomstandigheden van die maan enigszins anders georganiseerd. De rest zal de geest jullie leren. En omdat nu ook het verschijnsel voorbij is, kunnen we wel weer naar binnen gaan en een lichte nachtversterking gebruiken.'
Hoofdstuk 157: Het zien van de maan door het geestesoog - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar IK zei tegen haar: 'Doe dat niet, zuster, brood en wijn zijn immers de beste kost voor het lichaam van de mens! En als jij nu vuur maakt, kunnen vluchtelingen uit Jeruzalem dat merken en naar binnen komen, wat zowel jullie als Ik Zelf niet prettig zouden vinden. Doe dus niet, wat voor ons niet nodig is! Morgen zal het wel beter schikken.'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] De latere opvolgers zullen echter, hoewel zij geenszins alwetend zijn, door berekeningen zulke verschijnselen nog veel preciezer vast kunnen stellen en daarom is het ook niet zo belangrijk als jullie denken.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Veel belangrijker is het om de gedachten van een mens in zijn hart na te gaan! Wie dat kan, is net als God alwetend en alziend en alvoelend. Degenen die volgens Mijn leer zullen leven en daardoor de wedergeboorte van de geest in hun ziel bereiken, zullen dat ook kunnen; degenen die dat echter niet zullen bereiken, zullen ook nooit tot iets werkelijk geestelijks in staat zijn.
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Eer Ik zal zijn opgevaren, zal niemand echter in staat zijn de volledige wedergeboorte van de geest in zijn ziel te bereiken, -maar na Mijn hemelvaart iedereen die in Mij zal geloven en volgens Mijn leer zal leven.'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] IK zei: 'Dat zullen jullie weldra beleven en met eigen ogen zien. Meer hoeven jullie voor die tijd niet te weten. Bedenk echter liever dat wij tot dan nog veel te doen zullen hebben, en dat Ik eerst nog veel zal moeten lijden opdat het hele gericht waarin alle mensen zich nu bevinden, van de stekel van de dood ontdaan wordt! -Maar nu gaan wij rusten om morgen weer hard aan het werk te kunnen gaan; want een slaperig mens is nooit in staat tot geestelijke arbeid.'
Hoofdstuk 158: De gevolgen van de maansverduistering. Wedergeboorte en geestelijke gaven, - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'Deze dag bestem Ik tot een dag van rust en daarom zal Ik niet zo bijzonder veel doen. Jullie kunnen echter naar het feest gaan en zien wat er allemaal gebeurt en luisteren naar wat er allemaal gezegd wordt! En als jullie dan op de middag terugkomen, kunnen jullie Mij vertellen wat de mensen zoal over Mij zeggen; want Ik wil vandaag met Mijn geestesoog en - oor bij het feest aanwezig zijn, omdat er vandaag een puur heidens feest gevierd zal worden. Wie echter hier wil blijven, blijve en denke niet aan dat domme feest!'
Hoofdstuk 159: De belevenissen van de leerlingen op het feest in Jeruzalem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314  ...