Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 301 van 1490

...  289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314  ...
[4] En zoals deze voorziening in het menselijk lichaam is getroffen, zoals ook in de warmbloedige dieren, zo bestaat deze voorziening ook in de grote scheppingsruimte: Alle talloos vele hulsglobes vormen in hun totaliteit een immens, voor jullie begrippen eindeloos groot mens. In deze mens is de hulsglobe waarin wij ons bevinden het hart, en juist deze aarde is de buitengewoon kleine levenszenuw voor deze hele grote mens; deze levenszenuw bevindt zich niet in het centrum van het hart, maar meer links daarvan.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Deze levenszenuw waarover wij nu spreken, bevindt zich ergens aan de linkerkant van het hart en is een uiterst onaanzienlijke, buitengewoon kleine cel, te vergelijken met een héél kleine ganglioncel onder de bal van de kleine teen aan de linker voet en een overeenkomstige onder de kleine teen van de rechtervoet. Deze gevoelscellen, waar alleen maar de opperhuid overheen ligt, zijn de centrale gevoelszenuwgeleiders van de voeten, -en wie heeft daar oog voor, en wie weet, dat ze dat zijn?!
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Er zijn, Mijn lieve kinderen en nu vrienden, in de grote schepping nog heel veel dingen waarvan het doel en de hoedanigheid jullie enigszins vreemd zou voorkomen als jullie alles in de schepping zouden kennen. Als Ik jullie nu op enkele van deze eigenaardigheden zou wijzen, dan zouden jullie zeer verbaasd zijn en zeggen: 'Neen, Heer, dat kan toch onmogelijk zo in elkaar zitten; want het gaat te veel tegen elk normaal begrip in! , Kortom, geen van jullie zou het nu kunnen begrijpen; en om er slechts een zeer klein gedeelte van te bespreken zouden er wat tijd betreft meer millennia nodig zijn dan er zand in de zee is!
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar als Mijn geest over jullie zal komen, wanneer Ik weer naar het huis van Mijn vader zal zijn teruggekeerd, dan zal deze jullie vanzelf in alle waarheid binnenleiden, en dan zullen jullie niet meer hoeven te vragen :'Heer, waarom is dit zo, en dat zo?' De blinddoek zal van jullie ogen afgenomen worden en dan zul je in het helderste licht zien, waarvan je nu amper een vaag vermoeden hebt. Wees daarom voorlopig tevreden met hetgeen julle nu vernomen hebben! Dit is slechts een zaadje dat in jullie hart gelegd is, waarvan jullie de rijpe vruchten pas zullen oogsten, als de zon van Mijn geest in jullie zelf zal opkomen.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Nu gaan we naar een legeraanvoerder van de derde orde! Deze heeft op zijn .beurt weer ongeveer tien aanvoerders van de tweede categorie onder zich; over hen voert hij het bevel en hij moet ze allemaal leiding geven. De bevelen van deze derde aanvoerder, die we 'hoofdman' zullen noemen, worden alleen gegeven aan de onder hem staande troepen aan voerders, en die geven ze dan door aan de aanvoerders van de kleine troepen, en deze dan pas aan de afzonderlijke gewone soldaten. Zojuist spraken we van een zonnegebied en het spreekt vanzelf, dat er in de scheppingsruimte ook meerdere zonnegebieden zijn; deze moeten op hun beurt ook weer een gemeenschappelijke, nog grotere leider hebben.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar om je het denken een klein beetje gemakkelijker te maken, zal Ik jullie op soortgelijke verschijnselen op deze aarde wijzen. Kijk eens naar de inrichting van het leger, dan heb je al zo ongeveer de inrichting van een hulsglobe met haar centraal en oercentraalzonnen! Daar staat zo'n aanvoerder van slechts tien a dertig soldaten, -en daar weer een andere aanvoerder, al iets groter, die het bevel voert over tien aanvoerders van de eerste orde. De eerstgenoemde aanvoerder is te vergelijken met een planetaire zon, en de tien a dertig gewone soldaten staan ongeveer gelijk met de planeten die om een zon cirkelen. De tweede, iets hoger geplaatste aanvoerder van de zojuist genoemde tien troepen is al te vergelijken met een systeemcentraalzon*,(*oorspronkelijk: Systemzentralsonne) waar omheen zich op verschillende afstanden een heleboel planetaire zonnen met hun vaak vele planeten bewegen. Deze planetaire zonnen, die om een grote centraalzon bewegen, vormen samen met hun ene centraalzon een zonnegebied; dit moeten jullie nu goed onthouden om het volgende beter te kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Laten we de soldaten die onder een hoofdman staan een compagnie noemen; en nu stellen we ons voor dat tien a twintig compagnies weer onder een hogere bevelhebber staan, die bijvoorbeeld een overste is en gewoonlijk het bevel voert over een legioen, dat meestal uit tien of twintig compagnies bestaat! Zo'n legioen is dan al een heel aanzienlijke strijdmacht en vormt al een heel belangrijk deel van een heel leger. Een legioen kunnen we nu het beste met een zonnenal vergelijken. En zoals ook verschillende legioenen weer onder bevel van een veldheer staan, zo staan dan ook de zonnenallen weer onder een nog grotere en machtigere centraalzon; deze zullen we 'zonnenalcentraalzon' noemen, om haar van de eerder genoemde te onderscheiden.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Nu staan echter al die vele legers onder één enkele monarch, en zo ook de buitengewoon vele zonnenallen onder de algemene hoofdcentraaloerzon*;(* oorspronkelijk: Hauptzentralursonne) deze moet natuurlijk kolossaal groot zijn om de vele zonnenallen naar zich toe te trekken en ze in voor jullie onmetelijk verre banen om zich heen te laten cirkelen, zoals de planetaire zon dat met haar afzonderlijke planeten en de bijbehorende manen doet. Een dergelijke ware zonnenmonarchie noem Ik om goede redenen een hulsglobe.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Een globe is ze vanwege haar volledig ronde vorm, - hulzen (schillen, doppen) zijn alle hemellichamen hierin, omdat ze allemaal een gericht geestelijk leven omhullen (omhulzen), en omdat uiteindelijk deze draagster (globe) zelf een universele huls is, omdat hierin aeonen maal aeonen zonnen, om een bepaalde ordening in stand te houden, algeheel omhuld lijken te zijn. - Zeg Me nu, Mathaël, of je Me nu duidelijker begrepen hebt dan voorheen!"
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] MATHAËL zegt: 'Ik dank U Heer, voor deze verdere uitleg; want alleen hierdoor kreeg ik nu pas een tamelijk heldere voorstelling van een hulsglobe, en voorlopig ben ik hier heel tevreden mee. Wat de talloos vele andere soortgelijke buren in de wijde scheppingsruimte betreft, daar houd ik me nu eigenlijk helemaal niet mee bezig; want ik ben van mening, dat een mensengeest met deze ene voor alle eeuwigheden der eeuwigheden volop genoeg zal hebben.
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] En hoe lang zou je wel niet alleen voor deze aarde nodig hebben, als je ook nog de mogelijkheid had om al haar talloze inwendige ruimten te bekijken?! 0, daar zou een miljoen jaar te weinig voor zijn, vooral als je de inwendige, grote werkplaatsen van de natuur en haar geesten zou kunnen gadeslaan en je inzicht zou kunnen krijgen in de talloze werken, hoe zij ontstaan en zich ontwikkelen, om dan weer in totaal andere dingen en vormen over te gaan!
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ja, als je dat ook mee zou rekenen, dan zou je, natuurlijk als een door tijd en ruimte beperkt mens, alleen al voor deze aarde -in Arabische getallen uitgedrukt -meer dan ruim duizend miljoen aardse jaren nodig hebben eer je met goed geweten zou kunnen zeggen: 'De aarde is me nu van punt tot punt werkelijk, geheel en al volledig bekend, van orgaan tot orgaan!'
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Na de aarde zou dan vervolgens de maan bekeken moeten worden. Deze helemaal te leren kennen zou ook al weer enkele honderdduizenden aardse jaren vergen. Daarna zouden dan pas de andere, vaak veel en veel grotere planeten aan de beurt komen om geobserveerd en onderzocht te worden; en omdat deze planeten heel vreemdsoortig en zeker nog veel wonderbaarlijkere hemellichamen zijn dan deze aarde, zou je ze vanwege hun grote wonderen gedurende vele honderdduizenden jaren zélfs niet meer kunnen verlaten.
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wel, dan zou je pas met een kleine planetaire zon klaar zijn! Maar dan bleven er nog aeonen maal aeonen zonnen over, waaronder nog de buitengewoon grote centraalzonnen. Laten we ophouden! Alleen alom deze ene hulsglobe volledig te leren kennen, zouden er al hele eeuwigheden nodig zijn! Wie zou er nu nog kunnen en willen denken aan het doorgronden van een tweede hulsglobe?! Ik heb daarom aan deze ene voor meer dan eeuwig genoeg, en laat het zeker heel graag aan de andere hogere geesten over om de talloos vele andere te onderzoeken! Mij begint het in ieder geval steeds meer te duizelen als ik alleen al goed aan deze ene denk!
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314  ...