10915 resultaten - Pagina 301 van 728
... 289 - 290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 ...
[11] Maar wie Mij ernstig zal zoeken in zijn hart en in zijn handelen overeenkomstig Mijn woord, zal Mij ook vinden en er grote vreugde over voelen, dat hij Mij gevonden heeft. Wie Mij echter eenmaal gevonden zal hebben, zal Mij ook niet meer verliezen! Op bepaalde ogenblikken, om zijn liefde en geduld nog meer te beproeven, zal Ik weliswaar zo nu en dan Mijn gelaat voor hem verbergen, maar hem daarom nog niet verlaten!Hoofdstuk 103: De Romeinen komen bij de Heer aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[12] Heil echter degenen die Ik veel zal beproeven; want daaraan zullen zij zien dat Ik hen bijzonder liefheb! Want wie veel beproefd wordt en de beproevingen goed zal doorstaan, zal aan gene zijde in Mijn rijk ook over veel en grote dingen gesteld worden; maar wie minder beproefd wordt vanwege zijn zwakheid, zal ook over minder en kleinere dingen gesteld worden.
Hoofdstuk 103: De Romeinen komen bij de Heer aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] Daar komt echter nog bij, dat er vanuit de zon en de ether die haar omgeeft steeds opnieuw materie aan die van de aarde wordt toegevoegd, waarvan de hoeveelheid overigens kleiner is dan de jaarlijkse hoeveelheid verloste materie, en in dat licht bezien zullen jullie nog eens te meer begrijpen wat voor zeer lange bestaansduur deze aarde tot aan haar laatste tijden nog beschoren is. Alleen, dat is allemaal door Mij sinds eeuwigheid zo bepaald, en die tijd schijnt alleen de mens lang toe, die nog de last van het vlees draagt; maar in Mijn rijk zullen jullie de tijd en haar duur met heel andere ogen en met een heel ander inzicht en andere wijsheid beschouwen. - Kijk, zo staan de zaken er voor!
Hoofdstuk 100: De wilsvrijheid van de mens en de alwetendheid van God Zeden en gewoonten. (18.2.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[13] Maar allemaal zullen jullie ter wille van Mijn naam en de waarheid ook nog vele beproevingen te doorstaan krijgen, en jullie geduld, dat in jullie nog de zwakste geest is, zal de vuurproef niet ontlopen. Maar wanneer dat over jullie zal komen, denk dan aan deze heuvel en dat Ik het jullie van tevoren heb gezegd; maar bedenk ook in je hart dat Ik dan in de geest tot jullie zal komen, jullie zal sterken en zeer krachtig zal helpen! Onthouden jullie dat allemaal ook heel goed! Want in deze dagen en ook in de toekomstige tijden ondergaat het rijk Gods geweld, en zij die het met geweld tot zich trekken, zullen het ook bezitten. In de toekomstige tijden zal het echter zijn, zoals Ik jullie nu door middel van een gelijkenis zal tonen.
Hoofdstuk 103: De Romeinen komen bij de Heer aan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[1] Nu vroeg Marcus Mij nog eens: 'Heer en Meester, is het ook niet merkwaardig dat de hoogste bergen, waarvan de ronde en spitse toppen in het algemeen een uur eerder door de zon beschenen worden en dus ook een langere dag hebben dan de dalen, met eeuwige sneeuwen ijs bedekt zijn, terwijl het in de dalen en vlakten warm en in de zomer dikwijls onverdraaglijk heet wordt? Bij ons in Europa, in het westen van ons rijk, bestaan alpen die geen menselijk oog ooit zonder sneeuwen ijs gezien heeft, terwijl het in de vlakten en in de vele dalen tussen de hoge alpen heel warm is; ja zelfs in ons Siciliƫ hebben we een berg, die van binnen ook nog vol vuur zit, dat moet wel, want op vele plaatsen rookt en dampt hij gedurig, en toch is zijn hoogste top voortdurend met sneeuw bedekt. Welnu, wat is daar nu de reden van?'
Hoofdstuk 107: Het doel van de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Wanneer je bijvoorbeeld de zwarte en stenige oevers van de Dode Zee rond het middaguur voelt, zul je merken dat die vrijwel gloeiend heet zijn; en als je daarna het water voelt, dan zul je dat vergeleken bij de oevers koud vinden. Dan zou je ook kunnen vragen: 'Ja, Heer en Meester, hoe kan dat eigenlijk? Waarom wordt het metaal en het zwarte gesteente zo sterk door de zonnestralen verwarmd, terwijl er in diezelfde tijd bij het zachte hout en met name het water van een bijzondere verwarming nog bijna niets te bespeuren is?'
Hoofdstuk 107: Het doel van de bergen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[14] (De gevangenen): 'Maar toen werden deze soldaten zo kwaad en betaalden niet alleen niets, maar verlangden van de ouders nog meer dan duizend muntstukken, als straf voor het feit dat de ouders het gewaagd hadden er zeventig van de soldaten te vragen. Zoveel geld hadden de ouders echter niet en ze smeekten deze soldaten om vergeving en welwillendheid. Maar er hielp geen bidden en smeken aan; de ouders werden in hun eigen huis stevig met touwen vastgebonden aan de deurposten. Daarop grepen de soldaten ons zeven kinderen bij elkaar, bonden onze handen op de rug en dreven ons met hen voort op de manier zoals jullie hoge heren ons nu zien. Wij weten absoluut niet wat ze met ons van plan zijn; maar dat ze niets goeds met ons voorhebben, is wel duidelijk. O goede en grote heren! Bevrijdt ons toch omwille van jehova van deze woestelingen!'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] De voornaamste fout en de eigenlijke oorzaak van dergelijke vergrijpen ligt echter in jullie te onvoorwaardelijke vertrouwen in jullie veldheren en oversten. Jullie voorzien hen van alle mogelijke generale volmachten, met als gevolg dat iedereen in zijn ambtsgebied gewoon voor keizer speelt en doet wat hij wil, zonder zich al teveel om de algemene wetten van Rome te bekommeren, aangezien hijzelf in zijn ambtsgebied al naar zijn stemming en willekeur wetten kan en mag uitvaardigen.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[27] De aanvoerders hoorden echter wat Ik met Agricola besproken had en zagen dat hij zich naar Mijn woorden richtte, en ze wilden zich voor Mij op de grond werpen om Mij te bedanken.
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[28] Maar Ik zei tegen hen: ' Alleen deze keer heb Ik jullie gered; wanneer jullie je echter op een andere plaats nogmaals zo zullen gedragen als jullie je in de herberg hebben gedragen, dan zullen jullie niet meer gered worden. Maar wacht nu hier, tot jullie opdracht krijgen om te vertrekken, en reis dan rustig zoals het hoort verder!'
Hoofdstuk 110: De Heer bevrijdt gevangen kinderen uit de handen van Romeinse soldaten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[3] Ongeveer een jaar of misschien nog korter geleden moet hij ook in Bethlehem en plaatsjes daar in die omgeving wonderbaarlijke werken verricht hebben; daar heb ik zelf echter niets van gezien, aangezien ik vanwege de vele zorgen en het werk voor het gaande houden van deze grote herberg van mij bijna nergens kom en Jeruzalem al meer dan tien jaar niet gezien heb, -en zo weet ik, wat ik weet, alleen maar omdat ik anderen er terloops over hoor praten.
Hoofdstuk 113: De waard doet verslag over de Farizeeƫn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[10] De hoofdman zei: 'Ja, bij alle machten van de hemel, dat zal ik ook! Ik zal nooit nalaten een dergelijke edelmoedigheid niet slechts tienvoudig, maar duizendvoudig te belonen, met alle middelen die mij ter beschikking staan. Wat echter datgene wat ik aan Lazarus moet betalen aangaat, dat geld zal binnen een uur hier gebracht worden; ik zal mijn geheimschrijver en penningmeester er onmiddellijk op uitsturen. Maar sta mij dan toe dat ik, als bekeerde zondaar, in jullie gezelschap mag blijven; want ook ik zou die wonderbaarlijke heiland nader willen leren kennen en hem dank betuigen voor het feit dat hij tevoren al aan deze edele waard vergoed heeft, wat Ik hem had moeten vergoeden!'
Hoofdstuk 114: De klachten over Herodes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[2] Ik zei: 'O, absoluut niet - maar het is wel wonderlijk dat de heidenen het licht eerder zien dan zo vele joden, die toch reeds vanaf het oerbegin tot het licht geroepen waren! Maar het zij nu zoals het is, daarom heb Ik al bepaald dat het licht nu van vele joden wordt weggenomen en aan de heidenen gegeven wordt. Zij zijn lange tijd blind geweest en verlangden vurig naar het licht, en omdat ze naar het licht verlangden, vonden ze het ook; maar de joden pronkten ermee dat zij als enigen het licht hadden; nu zijn ze echter zo blind geworden, dat het moeilijk is om hen weer ziende te maken.
Hoofdstuk 116: De hoofdman en de waard herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[8] Ik zei: 'Als Ik boos op jou zou kunnen worden, zou Ik niet naar je toe gekomen zijn! Ik heb echter allang geweten wat jou vandaag zou overkomen, en Ik ben met deze vrienden van Mij juist hier naar toe gekomen om je te helpen! En nu Ik dat gedaan heb, ben Ik toch zeker niet boos op je, maarjuist een beste en grootste vriend van je. Maar wat Ik zojuist heb gezegd geldt voor alle joden en alle volkeren op aarde en ook voor degenen die op de sterren wonen.
Hoofdstuk 116: De hoofdman en de waard herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[19] Ik zei: 'Dat doen we pas na het middagmaal, dat nu niet lang meer op zich zal laten wachten. Tot dan zullen we echter nog iets anders te bespreken krijgen.'
Hoofdstuk 116: De hoofdman en de waard herkennen de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)