Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 302 van 1490

...  290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315  ...
[9] Ik begrijp nu weliswaar vele en grote dingen; maar wie zal ze na mij weer begrijpen?! En omdat ik zie dat al deze vele door U, o Heer, aan ons nu duidelijk gemaakte grote dingen voor duizend maal duizend en nog eens duizendmaal duizend mensen totaal onbegrijpelijk moeten zijn, beleef ik er geen echte vreugde aan dat ik nu menig buitengewoon groots verschijnsel heel goed begrijp en doorzie, maar het waarschijnlijk voor niemand anders begrijpelijk kan maken, omdat de mensheid over het algemeen een te laag geestelijk ontwikkelingsniveau heeft!
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want als men iets wil bouwen moet men toch ergens een stevige bodem hebben; want op los zand of op moerassige grond kan men toch geen stevige burcht bouwen. Daarom wil ik mij voortaan zowel voor mijzelf als voor mijn volk alleen aan de liefde houden; wat deze mij zal geven en onthullen, dat zal voor altijd opgenomen worden in het gebied van mijn wijsheid! -Zie ik dat goed?"
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ik ga nu alleen uit van deze kleine aarde van ons. Hoe lang zou een mens er voor nodig hebben om over haar hele oppervlakte van punt naar punt over land en te water te reizen?! Ik geloof amper dat je in vijf a zes duizend jaar zover komt datje zou kunnen zeggen: 'Nu is er op de hele wijde aarde geen enkel punt meer dat ik niet met mijn voeten heb betreden!' Als je hier ook nog de tijd bij op zou tellen dat je bepaalde dingen serieus onderzoekt en bekijkt, en tegelijkertijd de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden rust en verpozingsuren meerekent, ja, dan zou je alleen voor deze aarde toch al meer dan honderdduizenden jaren nodig hebben. Want rusturen kunnen toch waarlijk niet achterwege blijven bij het steeds zeer verheffende aanschouwen van Uw grote wonderwerken en van de hier en daar hemels mooie omgevingen en landschappen, en je wilt vaak ook graag jarenlang in een prachtige omgeving blijven.
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wil je Mij echter als dat herkennen, wat Ik ben zoals Ik hier voor je sta, dan moet Ik Mij aan jou als zodanig kenbaar maken door woorden, spreken en daden. En als je Mij daardoor waarachtig hebt leren kennen, en door Mijn macht en Mijn wijsheid hebt leren inzien dat Ik kennelijk meer ben dan een puur goed en verstandig mens, dan pas zal je hart deemoedig voor Mij in het stof zinken en in deze terechte deemoed pas echt volop in liefde tot Mij ontbranden; en daarin zul je dan pas trouwen waar de levende reden vinden om Mij, je God en Schepper, boven alles lief te hebben. En wat voor jou geldt, geldt ook voor ieder ander mens.
Hoofdstuk 117: Het kennen van Jezus als God als voorwaarde voor de ware liefde tot God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] O, Ik zegje, het is helemaal niet zo moeilijk als je denkt, om voor een werkelijk naar licht verlangende blinde een goede gids te zijn! Moeilijk wordt het pas als de blinde die je moet leiden, bezield is door de misleidende waan dat hijzelf een ziende is. Zulke blinden zijn onze Farizeeën en schriftgeleerden; ook allerlei priesters van de heidenen behoren daartoe. Maar wat moet je daarmee? -Laat Ik deze situatie en hoe je hierbij moet handelen, door een klein voorbeeld verduidelijken!
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Een veldheer trok met zijn leger op tegen een zeer lastige en slechte vorst in het buurland, die zijn rijk goed voorzien had van vele vestingen en stevige burchten en deze allemaal flink bezet had met krijgslieden en allerlei oorlogstuig. Toen de veldheer met zijn leger de grenzen van het vijandelijke gebied begon te naderen, zeiden de veldheren en gidsen die onder zijn gezag stonden tegen hem: 'Heer, hier zullen wij niets of heel weinig kunnen doen, want de vijand heeft flinke maatregelen genomen en is tot de tanden gewapend. Wij zullen met heel onze grote legermacht mets tegen hem kunnen ondernemen, en we zullen tot de laatste man in zijn land te gronde gaan! Daarom zou het misschien verstandiger zijn om deze keer de veldtocht geheel op te geven en een gunstiger tijd af te wachten!'
Hoofdstuk 118: Gouden richtlijnen voor het verbreiden van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik stel me de zaak als volgt voor: De echte, kundige leraar treedt zijn leerling tegemoet als iemand die met een grote, gesloten lantaarn bij een mens komt die in een pikdonkere nacht verder wil trekken in de woestijn om overdag niet de kwellende hitte te hoeven verdragen. De reiziger vraagt dan wel meteen aan de gids met de gesloten lantaarn: 'Hoe zullen wij in de duisternis in de woestijn zonder licht de weg vinden? Onze kamelen en paarden zullen in deze duisternis onwillig worden en geen stap willen verzetten!
Hoofdstuk 119: Het verschil tussen een ware en valse leider - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En dan zegt de goede gids: 'Maak je daar geen zorgen over! In deze nu nog gesloten lantaarn bevindt zich een licht, dat zodra ik de kleppen van de lantaarn open doe, over de hele woestijn een licht zal verspreiden als de opgaande zon! Geen van onze lastdieren zal onwillig worden! ,
Hoofdstuk 119: Het verschil tussen een ware en valse leider - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Mocht dat toch met enige zekerheid te verwachten zijn, dan zouden er volgens mijn bescheiden mening voorzorgsmaatregelen tegen getroffen moeten worden, opdat er uiteindelijk uit deze heerlijke leer niet een ware chaos ontstaat, waaruit verder niemand meer gemakkelijk wijs kan worden. -Wat is Uw mening hierover, Heer?"
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] IK zeg: 'Mijn lieve vriend, ofschoon je zorg voortkomt uitje redelijke, bekommerde hart, moet Ik je toch zeggen dat jouw zorg een beetje voorbarig is! Dat deze leer bij alle volkeren in latere tijden niet zo zuiver zal blijven als deze nu uit Mijn mond tot jullie is gekomen, dat kan bij voorbaat wel als vaststaand aangenomen worden.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Over hem die in Mij zal geloven en in Mijn naam uit water en uit geest gedoopt wordt, zal ook Mijn geest komen en hij zal wandelen in het licht van de zuivere waarheid, tijdelijk en eeuwig. Bij zo iemand zal dan ook deze leer in alle zuiverheid als nieuw weer voorhanden zijn. Wie echter niet zo ver komt dat hij deze genade krijgt, zal het zuivere licht van de eeuwige waarheid van Mijn leer toch nooit kunnen bevatten en begrijpen, en dan maakt het niets uit met welke kost hij zijn geestelijke maag zal volstoppen.
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Heeft echter iemand de geest van Mijn woorden in zich, dan heeft hij de letter niet meer nodig. Wie de geest heeft, heeft ook de zuivere leer. En Ik zal in de geest verblijven bij Mijn altijd slechts weinige, maar ware aanhangers tot aan het einde der tijden van deze aarde. En zo, vriend Mathaël, wordt er wel voor gezorgd dat Mijn leer ook altijd zuiver behouden blijft!"
Hoofdstuk 120: De toekomst en het zuiver houden van de leer van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Blijft hij echter lauw onder hetgeen hij van Mij heeft vernomen, en doet hij niet zijn best om er geheel naar te handelen, wel, dan zal hij weliswaar de letter hebben zoals Mijn beide schrijvers deze hebben opgetekend, en zoals ook Raphaël deze voor jou en voor nog enkele anderen heeft opgetekend; maar doordringen tot de geest die diep binnen in de letter rust en verblijft, zal hij nooit.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zeg jullie voor alle eeuwigheden als van God uit waar: Wie Mijn leer niet volkomen in de daad omzet, maar deze slechts aanhoort en nu en dan bewondert en prijst, die krijgt Mijn geest niet, en Mijn hele leer helpt hem dus in feite weinig of niets! Want als hij na het afleggen van zijn lichaam daar uiteindelijk helemaal naakt als ziel staat, dan zal hij van Mij en van Mijn leer evenveel weten als wanneer hij er op aarde nooit een lettergreep van vernomen had, wat echter ook een heel natuurlijk verschijnsel is.
Hoofdstuk 121: Zet men het Woord niet om in de daad, -dan kent men het niet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Dan zegt de reiziger: 'Ik wist toch al bij voorbaat dat het met zo'n klein lichtje niet zal gaan, ook al is het nog zo'n kleine woestijn! Wat moeten we nu doen? We zijn nu eenmaal onderweg en het ziet er treurig uit!' Overdreven ernstig zegt dan weer de bij zichzelf zeer verbaasde gids: De dieren zijn moe en hebben wilde dieren geroken -hoe ver die ook weg zijn -en gaan tot ons geluk niet verder! ' De reiziger zegt: 'En wat moeten we dan als de wilde dieren lucht van ons krijgen en ons in deze nacht een zeer onaangenaam bezoek komen brengen?' De gids die nog veel banger is dan de reiziger, verzekert hem: 'O, in zo'n nacht hoeven we daar niet bang voor te zijn; want het is nog nooit voorgekomen dat een reiziger ooit door de wilde dieren is lastig gevallen in zo'n nacht!' Gelukkig komt er inderdaad geen wild dier zo aan de rand van de woestijn tevoorschijn. De gids en de reiziger wachten tot het dag wordt en spreken elkaar, zo goed als het gaat, tot dan moed in.
Hoofdstuk 119: Het verschil tussen een ware en valse leider - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  290 - 291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315  ...