Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 303 van 373

...  291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316  ...
[6] Daarop bedankt Bruno Mij met tranen in de ogen voor het brood en deelt het tot op de laatste kruimel uit onder de negenentwintig, die het, tot in het diepst van hun hart geroerd, meteen opeten. Een van hen merkt echter dat Bruno zichzelf heeft vergeten, gaat op hem toe en zegt: 'Maar beste vriend Bruno, je hebt jezelf helemaal vergeten bij het uitdelen van het brood en hebt alles wat de Heer je gaf aan ons gegeven. Ik heb van mijn stuk nog niets genomen, neem het en eet het, want je bent niet minder hongerig dan ik!'
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Bedenk toch eens wat ons eigen verstand ons zoal heeft ingegeven en wat een chaos aan wetten het tot stand heeft gebracht. Wat hebben ze ons echter opgeleverd? Nemen we daarentegen al de werkelijk grote werken van de mensen op aarde, bijvoorbeeld die van de grote meesters in de schone kunsten, zoals muziek, poëzie en schilderkunst: zij allen waren leerlingen van hun hart en van hun gemoed! Hun werken staan daar onbereikbaar voor de blinde ogen van de pure verstandsmensen, die dan moeite doen de grote ongeëvenaarde werken van een vrij hart aan de hand van honderden regels en wetten, waarvan de meester zelf bij het scheppen beslist nooit heeft gedroomd, te verklaren.
Hoofdstuk 105: Over de werken van het verstand en van het hart. Dismas brengt de kleingelovigen naar de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Ik zeg: 'Ik heb je al eerder gezegd, dat Ik alles wat je ook maar doet volgens de edele aandrang van je hart, uitstekend vind. Kijk, de wijn is nu van jou; doe er mee, wat je wilt.'
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Bruno zegt kordaat: 'Heer, ik heb maar één mond, één maag en één hart; deze hebben echter negenentwintig monden en even zovele magen en harten. Daar er in mijn plaats nu negenentwintig gesterkt zijn, die ik allemaal als een tweede ik in mijn hart draag, ben ik daardoor niet slechts één keer, maar in werkelijkheid negenentwintig keer verzadigd door de vreugde over mijn op krachten gekomen arme broeders en zusters. Zo kan ik dus op Uw heilige vraag werkelijk niets anders antwoorden dan dat Uw heilige hemelbrood en de wijn mij heel goed zijn bevallen. Daarvoor U alleen eeuwige dank!'
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Ik zeg: 'Beste vriend Bruno, kijk, je hebt op aarde wel echt vaak en grof gezondigd, maar omdat je zoveel onbaatzuchtige liefde voor je broeders in je hart opvatte, zal je ook veel worden vergeven. Want iedere weldoener van zijn broeders en zusters zal hier barmhartigheid ondervinden, wanneer hij zelf barmhartigheid getoond heeft; dat geldt dus ook voor jou omwille van je broeders, en voor je broeders terwille van jou, want dan geldt één voor allen en allen voor één!
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Er zijn echter op aarde ook weldoeners, die voor een arm, jong meisje heel barmhartig zijn en het naar beste vermogen proberen te helpen. Komt er echter een oude en uitgeputte weduwe naar hen toe, dan wordt deze met een preek en een armzalige aalmoes afgescheept, evenzo ook een oude, arme broeder. Zulke barmhartige weldoeners zal Ik weinig barmhartigheid betonen! Want wie voor zijn weldaden genot wil ontvangen en, als hij dat niet kan krijgen, in zijn hart harder is dan een steen, behoort tot de familie van alle duivels. Want ook de duivels doen goed aan diegene, van wie ze een aanlokkelijk voordeel kunnen verwachten.
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[18] Jij echter oefent hier barmhartigheid uit, waarachter geen onzuivere bedoeling te zien is en zult daarom ook bij Mij de hoogste barmhartigheid vinden. Maar voordat Ik je deze volledig schenk, zul je voor Mij nog één proef voor je hart moeten afleggen! Zul je ook deze doorstaan, dan zal Mijn genade je meteen volledig ten deel vallen.
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[21] O, de hoogste vreugde vervult nu mijn hart, dat zich nu sterk genoeg voelt om zich voor zijn hoogmoedige en zelfzuchtige verachters te verdeemoedigen. Zwakjes vermoed ik nu, wat Uw heilige Vaderhart destijds bij het zien van Uw ergste vijanden moet hebben gevoeld, toen U in Uzelf tot de Vader riep: 'Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen!' O heilige, eindeloze grootheid, waartoe alleen een Godshart in staat is!
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[23] Daarom, op naar mijn vijanden! Want deze zijn als geroepen om mijn hart voor God te voltooien!' Met deze zeldzame, verheffende woorden stormt Bruno op de bewuste deur af.
Hoofdstuk 107: Hemelse genademaaltijd. Toets voor het hart op liefde voor de vijand - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[24] Bruno zegt: 'Dat is helemaal in orde! Dat ik met een zeer geduldig hart naar jullie toe ben gekomen, hoef ik jullie hopelijk niet meer te bewijzen. Ik heb jullie alles vergeven en ben altijd jullie vriend in alle waarheid. Daarom geloof ik ook dat er tussen ons geen belemmering meer zal zijn om de enige weg in te slaan, waarop het mogelijk is om hier in deze wereld voor eeuwig in een levenssituatie terecht te komen, waarin naar behoefte van ziel en geest zo zalig mogelijk kan worden geleefd. Vat dus moed, toon een sterke wil en volg mij! Verwacht al het overige echter gerust van Hem, die als enige kan helpen en jullie ook zeker helpen zal. Niet voor niets heeft Hij me naar jullie toegestuurd. Met hoevelen jullie ook mogen zijn, kom allen mee en jullie zullen allen geholpen worden!'
Hoofdstuk 108: De liefdesheld door vijanden omringd. Christus' liefde overwint alles - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] Het hele grote gezelschap denkt daar nu ernstig over na en velen beginnen hun handen op hun hart en op hun borst te leggen.
Hoofdstuk 109: Goede geest van eendracht onder hen die hongeren naar licht. Het leger van wereldverblinden komt bij de Heer. Bruno's levensverhaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Ik zeg: 'Mijn beste Bruno, je hebt nog een beetje honger en dorst! Weet je ook waar dat vandaan komt? Kijk, dat komt, omdat er in jouw hart nog een kleine rechter zit! Deze rechter is op zichzelf weliswaar heel billijk en rechtvaardig, maar toch past hij niet in Mijn ordening.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Wil je helemaal volgens Mijn ordening zijn, dan moet je deze rechter ook uit je hart verbannen. Je zult daarna eeuwig geen honger of dorst meer voelen. Want kijk, Ik alleen ben een rechter, goed en rechtvaardig in de volheid van Mijn macht en kracht. En toch oordeel Ikzelf niemand! Maar een ieder oordeelt zichzelf naar zijn liefde. Is deze zuiver en goed, dan zal ook zijn oordeel over zichzelf goed zijn; is zijn liefde echter onzuiver en slecht, dan komt zijn oordeel daarmee overeen. Wanneer Ik echter vanuit Mijn macht en kracht niemand oordeel, hoeveel minder komt het jou dan toe om iemand te oordelen.
Hoofdstuk 111: Bruno heeft nog steeds honger en dorst. Wenken over de hemelse ordening - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De tweede spreker zegt: 'Hoe kom je daar nu weer bij? Geloof jij dan werkelijk nog in hel of vagevuur? Nee, daar zou ik zelfs in mijn droom niet aan denken. Christus zal toch een heel stuk wijzer en ook beter zijn dan wij beiden. Zeg mij eens, zou jij met jouw kille hart, in staat zijn om iemand naar de jezuïetenhel te verdoemen en dat voor eeuwig, áls er al een zou zijn? Ik zeg je, dan zou men ronduit een duivel moeten zijn. Hoe stel jij je Christus dan eigenlijk voor, als je Hem tot zoiets in staat acht?'
Hoofdstuk 117: De twijfelaars geloven nu, maar sommigen zijn bang om naar de Heer te gaan. Tweespraak tussen een kerksgezinde en een vrijdenker. Humor in het geestenrijk - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Toen ik op aarde als zachtaardige en godvruchtige jongen nog in het huis van mijn vrome ouders woonde, had ik allerlei heerlijke visioenen. Ja, het was soms, wanneer ik mijn morgen- of avondgebed deed, alsof engelachtige gestalten om me heen zweefden, die me sterkten en een hemels gevoel in mijn borst opriepen, waarbij het mij niet zelden voorkwam alsof ik me reeds in een of ander goddelijk paradijs bevond. Ook had ik in die levensperiode vaak heel prachtige en betekenisvolle dromen, waaruit ik soms zelfs toekomstige gebeurtenissen voor onze familiekring voorspelde. Toen ik echter naderhand als opgroeiende jongeman mijn ouderlijk huis verliet en steeds meer genoegen beleefde aan het wereldse leven, was het spoedig gedaan met mijn hemelse visioenen. Mijn vrolijke vrienden praatten mij alles grondig uit het hoofd en maakten voor mij mijn jeugd belachelijk en saai, zodat ik me er tenslotte gewoonweg voor begon te schamen. Zo ging ik met reuzen schreden over naar de vrolijke wereld, werd tenslotte heel grof- materialistisch en zinnelijk en hield aan al mijn heerlijke kindervisioenen nauwelijks meer een herinnering over. Pas in mijn laatste levensjaren kreeg ik soms bepaalde waarschuwingen, waaraan ik echter helaas ook niet eerder aandacht besteedde dan toen het werkelijk te laat was. Nu pas zie ik ten volle in, hoe en waarom al deze gebeurtenissen zich aan mij hebben voltrokken. Daar is hier echter nog maar heel weinig of misschien helemaal niets meer aan te doen, want het komt er hier alleen nog maar op aan welke geaardheid het arme hart van de ziel nog in staat is aan te nemen. Is het nog tot een zuiverder inzicht en een betere wil in staat, dan is dat goed voor ons. Is het hart echter, zoals men pleegt te zeggen, verdorven, dan is ook alles verdorven. Uit deze waarheidsgetrouwe beschrijving van mijn eigen, miserabele leven, hoe het zich ontwikkelde en vormde, kunnen jullie allen nu overduidelijk opmaken hoe het eigenlijk komt, dat jullie hier op geestelijk gebied nog totaal blind zijn. Wendt je nu in alle ernst in je hart tot de Heer Jezus en vraag Hem om het juiste licht en het zal en moet licht voor jullie worden!'
Hoofdstuk 109: Goede geest van eendracht onder hen die hongeren naar licht. Het leger van wereldverblinden komt bij de Heer. Bruno's levensverhaal - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  291 - 292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316  ...