Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 304 van 1088

...  292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317  ...
[2] De knecht ging naar binnen en vroeg het Mij.
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] En IK zei tegen hem: 'Ga naar buiten en zeg tegen degenen die je gezonden hebben: Wie honger heeft, laat die komen en zich verzadigen, en wie dorst heeft, laat die komen en drinken! Want wie door Mij verzadigd wordt, zal in eeuwigheid geen honger meer hebben, en wie van Mijn wijn gedronken heeft, zal nooit meer dorst hebben; want uit zijn lendenen zullen beken levend water stromen. - Ga nu naar buiten en zeg hun dat!'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] De knecht ging snel naar buiten en bracht dat woordelijk aan de mannen over.
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarom zeiden zij tegen de knecht (DE ZEVENTIG): 'Doe ons een plezier en ga nog een keer naar binnen en zeg de goede meester en heer, dat wij niet voor eten of drinken hierheen gekomen zijn, maar alleen om van hem nog een paar woorden van licht en leven te horen!'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] De knecht verdween, en Ik kwam naar buiten naar de mannen en zei tegen hen: 'Wie oren heeft, laat die horen en verstaan, en wie ogen heeft, laat die zien en begrijpen! Jullie zijn hierheen gekomen ter wille van de ware spijs en de ware drank die Ik jullie wil geven. Voedsel voor het lichaam doet niets voor het eeuwige leven van de ziel, dat doet alleen Mijn woord en jullie geloof, en het handelen volgens het woord. Mijn woord is de ware spijs, en jullie geloof en jullie handelwijze is de ware drank. Kom daarom allen die vermoeid en beladen zijn tot Mij, want Ik wil jullie allemaal sterken!'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei: 'Ik ben toch in deze wereld gekomen opdat allen tot Mij zullen komen die op een of andere wijze vermoeid en beladen zijn. Want Ik ben een ware dokter, die naar de zieken toegaat en hen helpt, en niet naar de gezonden die de dokter niet nodig hebben. Kom allemaal dus nu in de kamer!'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Toen zei LAZARUS: 'Maar, beste mensen, als jullie in Jeruzalem zo krap zaten, waarom kwamen jullie dan niet naar mij in Bethanië? Daar hadden jullie werk in overvloed gevonden! En bij mij kan niemand zich beklagen dat hij het ooit te krap had.'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] DE MAN zei: 'Dat is ons bekend; maar wij weten ook dat iedereen uit de verre omtrek naar u toegaat en bij u werk en verdienste zoekt, en daarom durfden wij u niet lastig te vallen. Maar binnenkort zullen wij van uw aanbod wel gebruik maken.'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] Maar LAZARUS zei: 'Vraag daar niet naar, maar eet en drink; want de weldoener is al volkomen tevreden met jullie goede wil!'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Dat doet hun zelfzucht, hun onbegrensde hoogmoed en hun eveneens onbegrensde heerszucht. Naar hun idee moet de Messias met een alle begrip te boven gaande hemelse pracht onder donder en bliksem, uit de hemelen neerdalen, Zijn intrek in de tempel nemen en de hogepriesters, Farizeeën en schriftgeleerden bekleden met alle macht en alle luister, de Romeinen het land uitjagen, en de tempeldienaren aan Zijn zijde met alle macht en gezag uitrusten, zodat zij dan weldra over de hele wereld zouden kunnen heersen.
Hoofdstuk 203: De reden van het ongeloof van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Er zijn echter ook al een aantal priesters naar Mij overgegaan, omdat zij beseft hebben dat Ik echt de Messias ben, en die zitten hier aan Mijn tafel in Griekse kledij en trekken als Mijn leerlingen nu al meer dan een half jaar met Mij rond en zijn getuige van heel veel van Mijn onderricht en daden. Vraag het hun, dan zullen zij jullie alles vertellen!
Hoofdstuk 203: De reden van het ongeloof van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Daarna aten en dronken de Romeinen er weer vrolijk op los, en wij aten en dronken ook. Ook de ongeveer zeventig mannen en de geredde vrouw aten en dronken naar hartelust, en spraken onder elkaar over wat Ik tegen de Romeinen had gezegd, en ook over het getuigenis dat de Romein Mij zo openlijk en ronduit had gegeven.
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Nog nauwelijks drie uur voor zonsondergang stonden wij van de tafels op en gingen naar buiten. Ongeveer een kwartier lang liepen wij wat op de berg rond en gingen toen onder een groep olijfbomen zitten. Intussen kwamen er al veel mensen de berg op, die aan de bedienden van de herberg vroegen of Ik Mij daar soms bevond. De bedienden bevestigden dat en wezen waar Ik was. Omdat de aangekomenen echter veel mensen om Mij heen zagen, durfden zij niet naar Mij toe te komen.
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Lazarus ging er heen en zei dat tegen hen, en zij kwamen aarzelend naar Mij toe.
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] EEN VAN DE DERTIG JOODSE GRIEKEN zei: 'O, ze zouden het best kunnen begrijpen; maar ze willen het niet omdat zij denken dat zij daardoor hun aanzien, hun grote rijkdommen en hun goede leventje kwijtraken. En al dalen de engelen dan zichtbaar uit de hemelen tot hen af om hun te vertellen dat onze Heer en Meester Christus is, dan zullen zij dat toch niet aannemen vanwege datgene wat ik zoëven naar voren heb gebracht, - en ik weet dat wel het best, omdat ik weet hoe zij zich ten tijde van de vrome hogepriester Zacharias gedragen hebben. Ik en vele anderen zagen de engel van God met de vrome man spreken en waren er bij onszelf volkomen van overtuigd dat het een echte verschijning was; maar de onbegrensde hoogmoed van de andere Farizeeën en hun zelfzucht voelde zich ver verheven boven al dit waarachtige, en zij wurgden hem meteen daarna tussen het offeraltaar en het allerheiligste. Zoals zij echter toen waren, zo zijn zij tot op dit uur nog, en zij zouden zelfs ten tijde van Mozes met Jehova de strijd aangebonden hebben, als zij toen geleefd zouden hebben. En dat zijn nog steeds door U, o Heer, toegelaten priesters en zogenaamde dienaren van God, terwijl zij toch allang voor de satan te slecht zouden zijn!'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  292 - 293 - 294 - 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317  ...