Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 307 van 1110

...  295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320  ...
[2] IK zei tegen hem: 'Vriend, waar Ik ben, is ook alle zegen met Mij; meer is echt niet nodig! Leef ook jij maar volgens de leer die Ik Mijn leerlingen heb gegeven, daardoor zul je pas de ware, levende zegen ontvangen, die je niet alleen voor deze wereld, die voor iedereen slechts van zeer korte duur is, maar ook voor je ziel, die eeuwig zal leven, van groot nut zal zijn! Maar een zegen zoals jij je die voorstelt, is waardeloos. Kijk eens naar de Farizeeën, die alle soorten zegen uitdelen en zich daarvoor laten betalen; wie van degenen die zo'n zegen heeft gekregen, heeft daar echter ooit iets aan gehad? Ja, de Farizeeën hebben er wel wat aan gehad, -maar de gezegende moest zich met zijn geloof troosten en daarin enige rust vinden.
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ik zegen de mensen echter naar waarheid slechts doordat Ik hun het ware levenslicht geef en daardoor het eeuwige leven, als zij Mijn leer in praktijk brengen. Al dat zogenaamde magische zegenen is niets waard en vergroot alleen het bijgeloof van de mensen. Wie echter Mijn leer toepast, en gelooft dat Ik de ware Christus ben, kan een zieke in Mijn naam de handen opleggen en dan zal het beter met hem gaan. En ook als de zieke zich ver weg bevindt, en je in Mijn naam voor hem bidt en je handen naar hem uitstrekt, zal hij gezond worden, als hem dat tot zegen strekt. En kijk, dat is een veel betere zegen dan die, welke jij volgens jouw mening van Mij wilde hebben! -Zeg Mij nu of je daarmee tevreden bent!'
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] IK zei:'Absoluut, want je kunt er niets aan veranderen, en daarom is het voor jou beter van de plaats weg te blijven waar je niets goeds en waars kunt beleven en je je als een Jood van de oude stempel moet ergeren. Maar Ik ben gekomen om alles wat krom is, recht, en wat blind en doof is, ziende en horende te maken. Laten we nu echter over de tempel ophouden, want de totale onbruikbaarheid ervan is jullie maar al te bekend!
Hoofdstuk 180: Over de juiste zegen en het juiste gebed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Het duurde natuurlijk niet lang, of de vreemdelingen waren er al. De waard en ook Lazarus gingen hen hoffelijk tegemoet en verwelkomden hen. De vreemdelingen kwamen daarop binnen, begroetten ons volgens hun gebruik, en wij groetten hen terug. Zij gingen aan een tafel zitten en vroegen meteen te eten en te drinken, want ze waren erg hongerig en dorstig omdat er in de stad nergens iets behoorlijks meer te krijgen was.
Hoofdstuk 181: De aankomst van de Romeinse vreemdelingen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Daarop zei DE JONGE VROUW: 'Ja, geachte vrienden, wat dat betreft kan ik jullie echt niet van dienst zijn! Ik heb wel - zo meer in het algemeen het een en ander over hem gehoord, maar alles wat men over hem vertelde, klonk nog veel ongelooflijker dan de verhalen over uw goden.
Hoofdstuk 182: Het gesprek van de gids met de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Kijk, dat is de oorzaak van dit verschijnsel en verder helemaal niets! Hoe zouden jullie goden kwaad op jullie kunnen worden, terwijl zij toch nergens anders kunnen bestaan dan in de fantasie van mensen die van een ware god niets weten omdat zij nooit iets over Hem gehoord hebben? Waarom niet? Dat ligt in het eeuwig grote wijsheidsplan besloten van Hem die de mensen geschapen heeft.'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar IK zei tegen de leerlingen: 'Wat gaat jullie dat aan?! Ben Ik dan niet Heer over Mijzelf en nu ook over haar? Als het Mij teveel wordt, zal Ik wel tegen haar zeggen wat wel of niet te pas komt! Ik zeg jullie: Deze jonge vrouw heeft veel gezondigd, -maar zij houdt ook meer van Mij dan jullie allemaal bij elkaar; daarom zal haar ook veel vergeven worden. En verder zeg Ik jullie nog, dat overal waar Mijn evangelie gepredikt wordt ook over dit voorval en deze jonge vrouw gesproken zal worden.'
Hoofdstuk 185: De genezing van de bezeten jonge vrouw Maria Magdalena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Wij komen allen uit Rome hierheen naar de grote stad der Joden, die door hen heilig genoemd wordt. Door de goede diensten van onze mooie jodin kwamen wij in deze bergherberg, die volgens onze gids weliswaar bij het joodse priesterdom een erg slechte naam heeft, maar desondanks sinds lange tijd altijd als de beste en goedkoopste van heel Jeruzalem zijn waarde bewezen heeft. Wat onze beste gids dus van deze herberg als goed aanprees, wordt nu volkomen bevestigd; want wij zijn er nu zelf, en het brood, de bijzonder goede wijn en de heel speciale vriendelijkheid van onze waard zijn voor ons daarvan het beste bewijs. Daarom moeten wij onze mooie gids ook vooral heel dankbaar zijn, wat volgens ons oude Romeinse gebruik ook zeker het geval zal zijn.
Hoofdstuk 181: De aankomst van de Romeinse vreemdelingen in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Maar volgens wat algemeen in de betere kringen verteld wordt, moet hij wel een heel wijs en buitengewoon goed mens zijn; naast zijn wijsheid duiken er echter meteen weer allerlei wonderdaden op, die een mens die zijn verstand gebruikt zelfs dan niet zou geloven, als hij die zelf door de profeet had zien verrichten. Zelf geloof ik dat dan ook niet van die man, maar bij de mensen gaat dat nu eenmaal zo. Zodra er een slim mens opstaat temidden van een grote groep domme mensen, en hen wijst op hun grote domheid, en de blinden naderhand inzien dat hij waarachtig een echt wijs man is, houden zij hem ook al meteen voor een god! Ook al geeft hij dan staaltjes van zijn kunnen ten beste die gewoon op heel natuurlijke principes berusten, dan zien zij dat direct als wonderen door een god gedaan, en de mensen lopen hem van alle streken der aarde na! Ik geloof dus, dat dat ook het geval is bij deze goede, en toch wel erg verstandige man, die net zo min een profeet zal zijn als een van ons.
Hoofdstuk 182: Het gesprek van de gids met de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] DE ROMEIN zei: 'Ik kan aan u zien dat u de waarheid spreekt en niet liegt, en ons verlangen om de bijzondere man persoonlijk te leren kennen is daardoor nog groter geworden. Als hij echter ongetwijfeld zo is als u beiden ons met dezelfde woorden beschreven heeft, dan zou hij zich zelfs gemakkelijk tot koning der Joden kunnen opwerpen. Want dan zou toch de macht van zijn wil al voldoende zijn om ons Romeinen weg te jagen en het daarna ook zo te regelen dat er in 't vervolg nooit meer een Romein in het land zou komen! Wij Romeinen weten ook al sinds lang dat alle joden volgens de tekst van hun oude profeten op een grote koning wachten. Uiteindelijk kon het wel eens zo zijn dat hun langdurige hoop door deze grote man volledig vervuld is, en dat wij Romeinen op een mooie morgen er door zijn almachtige godenwil bliksemsnel uitgewerkt worden! Wat denkt u daarvan?'
Hoofdstuk 184: Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] LAZARUS zei toen: 'Daar hoeven de Romeinen bij Hem beslist nooit of te nimmer bang voor te zijn; want ten eerste is Hij een groot vriend van de Romeinen, en ten tweede moet de voorspelling van de oude profeten zo opgevat worden dat Hij in de verste verte niet van plan is om als Messias, die nu naar waarheid volgens de oude profetieën gekomen is, een aards rijk op deze aarde te vestigen, maar om een geestelijk rijk van liefde en ware wijsheid van God te vestigen voor alle mensen van de aarde die Zijn leer over God, over Zijn hemelrijk en het eeuwige leven van de ziel na de lichamelijke dood aannemen en volgens Zijn bekendgemaakte wil zullen leven en werken. Kijk, dat is Zijn zuivere en ware bedoeling; maar van een verdrijving van de Romeinen uit dit land is bij Hem al heel zeker nooit sprake!
Hoofdstuk 184: Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Allereerst dank ik U nu voor de genezing van dit lieve jonge meisje. En jullie beiden als gastheren, laat nu nog meer wijn brengen; want wij hebben nu ons hoogste heil gevonden, en morgen zullen alle armen van deze stad op onze kosten te eten krijgen! Fiat!'
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Waar maken jullie je druk over! Als Ik het goed vind, waarom vinden jullie het dan niet goed?! Zij was een zondares, is nu een ware boetvaardige vrouwen Mij juist daarom liever dan veel rechtvaardigen die geen behoefte hebben om boete te doen.
Hoofdstuk 186: De Romeinen en de jonge vrouw eren de heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar IK zei tegen hen: 'Beste vrienden en broeders, als wijn in juiste mate gedronken wordt, is deze versterkend en maakt alle lichaamsdelen krachtig en gezond; maar wanneer hij overmatig gedronken wordt, wekt hij de kwade geesten in het lichaam op en verdooft de zintuigen. De kwade geesten wekken dan echter lichamelijke lusten op, met name onkuisheid en ontucht, waardoor de hele ziel dan voor lange tijd onrein, en daardoor ook ontevreden, twistziek, traag en vaak haast helemaal dood wordt. Let daarom bij het drinken van wijn op de juiste maat, dan zal jullie lichaam rustig blijven!'
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Zeker; want het lichaam en het bloed van ieder mens zit vol natuurlijke, kwade geesten, die kwaad genoemd kunnen worden omdat zij onder het gericht staan; als zij niet onder het gericht zouden staan, zouden zij niet jullie vlees en bloed zijn. Maar wanneer het lichaam van jullie wordt afgenomen, zal het niet lang daarna uiteenvallen, en zijn geesten zullen dan reeds naar een vrijere bestemming worden geleid.
Hoofdstuk 187: Over de werking van de wijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320  ...