15542 resultaten - Pagina 307 van 1037
... 295 - 296 - 297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 ...
[20] De woordvoerder zei nu met bevende stem: 'Luister naar ons, vader Lazarus! We leggen hier onze wapens en touwen neer, en geven ons op genade en ongenade aan u over. We zijn slecht en miserabel, maar niet zozeer door eigen wil, als wel door de Hoge Raad, die wij moesten dienen tegen een mager loontje. Van geboorte af aan zijn wij al zeer arm en we hebben nooit gelegenheid gehad iets beters te leren; maar omdat wij sterk en krachtig zijn geworden, heeft men ons vanuit de tempel weldra tot datgene gemaakt, wat we nu helaas zijn. Als wij van de tempellos zouden kunnen komen en ergens anders werk zouden kunnen krijgen, zouden we zeker erg gelukkig zijn. Dat we ons tegenover u helaas zo duivels sluw gedroegen, was ons zo door de Hoge Raad opgedragen; maar uit ons zelf hadden we dat nooit gedaan. En nu kort en goed, wij zijn uw gevangenen, en doet u nu maar met ons wat u wilt! We hebben de kracht van die jongeman ondervonden, waartegen wij niets kunnen inbrengen, en dus geven wij ons volkomen aan u over. Nooit zullen we de tempel meer dienen en we zullen niet de hand slaan aan de Heiland uit Nazareth!'Hoofdstuk 86: De vermomde tempeldienaren bij Lazarus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[1] Nadat Ik dat gezegd had, stonden alle aanwezigen weer op en gingen met mij naar het hogere deel van de berg. Ook de groep slavenjongeren ging mee; hun metgezellen bleven echter liever bij elkaar en vermaakten zich met de schapen, waarvan de oorsprong al bekend is. Toen wij ons echter op de geurige hoogte bevonden en ons in goede orde geïnstalleerd hadden, zagen we op de weg naar Emmaüs de afgevaardigden van de Hoge Raad lopen, die bij de wonderzuil van de engel bleven staan en haar van alle kanten met verbazing bekeken, want zij konden zich niet voorstellen hoe zo'n schitterende zuil daar terechtgekomen kon zijn. Het kostte zeker een aantal maanden om zo'n zuil daarheen te brengen en op te stellen, en ze hadden deze weg een paar dagen geleden nog afgelegd en toen was er van deze zuil nog helemaal niets te zien geweest. Nikodemus zou hun dat echter wel het best kunnen uitleggen, omdat de zuil helemaal op zijn grond stond.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[13] Kijk nu eens hoe het zwarte gezelschap bij de zuil weggaat en, meermalen naar de zuilomkijkend, nu verder naar Emmaüs wandelt, wat iedereen die een beetje scherpe ogen heeft, beslist nog heel goed kan zien!
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[15] Nikodemus ziet al van ver de afgevaardigden naar zijn woning toekomen, wat hem en een paar vrienden - waaronder ook twee Romeinen - beslist niet welkom is; maar in dit geval is het devies: Wees slim als de slangen en meegaand als de duiven!
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] Maar nu komt er een derde die zegt: 'Ook ik ben het met jullie meningen onder bepaalde omstandigheden gedeeltelijk eens, maar voor mijzelf heb ik toch nog een andere opvatting en mening. Die zuil kan ook van de Romeinen afkomstig zijn, die hem hier wellicht 's nachts als een onderscheiding voor Nikodemus hebben neergezet, omdat hij in 't geheim een heel speciale vriend van hen moet zijn. Voor de Romeinen zal zoiets echt niet onmogelijk zijn. Wagens en andere middelen hebben zij in grote hoeveelheden, en ook heel sterke mensen. Als alles voorbereid is, kan zo'n zuil ook wel in één nacht geplaatst worden. Dat deze zuil volgens al onze verschillende meningen niets goeds voor de tempel heeft te betekenen, dat staat wel zo goed al vast. Maar laten we er over ophouden en naar Emmaüs gaan! Daar zullen we wel iets naders over de oorsprong en het doel van deze zuil vernemen.'
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Nu gaan ze het huis binnen en worden door Nikodemus met de gebruikelijke egards naar het aanwezige gezelschap gebracht, dat hen ook heel vriendelijk en eerbiedig begroet en verwelkomt, en hun aan tafel ook meteen de beste plaatsen geeft, -iets, wat de Farizeeën erg belangrijk vinden, zoals jullie zelf ook wel weten. In zilveren bekers wordt hun nu meteen de beste wijn aangeboden met brood en eieren en zout. Ze eten en drinken er nu flink op los, wat ook een bekende deugd van de Farizeeën is; want de tempeldienaren houden erg van flinke eet en drinkgelagen.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[23] Maar omdat ze nu de wijn behoorlijk aangesproken hebben, komen hun tongen los, en een van de Farizeeën zegt: 'Nu we geheel gesterkt zijn, zullen we jullie de verschillende redenen van onze persoonlijk komst hierheen zonder enige terughoudendheid vrijuit meedelen, en dan kunnen jullie naar beste weten, willen en geweten je mening daarover geven.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[28] Maar nu we hier toch zijn, vragen we zelf aan jou of je soms weet waar de Nazarener zich ergens kan ophouden. Want als we dat weten, dan weten we al wat ons te doen staat. De tekenen in deze nacht kan hij heel gemakkelijk -mogelijk met medewerking van de doortrapte Essenen - tot stand gebracht hebben; want die moeten met bepaalde arcadische spiegels in staat zijn zulke dingen te produceren. Wij vermoeden dat hij naar de Essenen is gegaan. Mocht dat het geval zijn, dan zouden we natuurlijk met veel aan ons plan hebben. Vriend Nikodemus, wat kun jij ons hier over vertellen en aanraden?"
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[3] Want gaat het om iets dat zuiver van goddelijke aard is, dan is ons verzet daartegen vruchteloos; blijkt het echter toch iets menselijks van deze aarde te zijn, dan zal het ook vanzelf weer verdwijnen. Mocht de man echter mettertijd politiek gevaarlijk voor de Romeinen worden, dan zullen de scherpzinnige Romeinen hem wel gauw oppakken. Maar tot nu toe is hij in politiek opzicht nog nergens gevaarlijk gebleken, en naar mijn beste weten staat hij bij de Romeinen hoog aangeschreven en mogen zij hem erg graag. Zolang dat het geval is, zou het van ons heel onverstandig zijn wanneer wij, zeker altijd tevergeefs, de machtige Romeinen vóór zouden willen zijn.
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[27] Maar om deze gevaarlijke man te pakken te kunnen krijgen, moetje weten waar hij zich bevindt. Voor dit doel zonden wij na de raadsbijeenkomst meteen twintig van onze sterkste en sluwste gerechtsdienaren naar Lazarus, die zich zover wij weten in de feestweek altijd op zijn Olijfberg bevindt. En wij zonden de gerechtsdienaren naar Lazarus omdat wij te weten waren gekomen dat hij zeker wist waar de tovenaar uit Nazareth zich bevond. De gerechtsdienaren zouden ons meteen bericht hebben moeten sturen over wat zij door hun list van Lazarus te weten zijn gekomen, en dat hadden ze binnen een uur kunnen doen. Maar geen van de gerechtsdienaren kwam tot nu toe terug, en daarom zijn wij naar jou gekomen, omdat we dachten dat Lazarus de gerechtsdienaren misschien naar jou gestuurd kon hebben in de mening dat jij als hoofd van de burgers van Jeruzalem zoiets door je vele opzieners het eerste zou weten. Wij zien hier echter dat dat niet zo is.
Hoofdstuk 87: De heren van de tempel gaan op bezoek bij Nicodémus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[12] De man zei: 'Dat land is nog vele dagreizen hier vandaan als men zich voortbeweegt zoals jullie dat doen; maar mij is dat natuurlijk in een veel kortere tijd mogelijk, omdat mij natuurkrachten ter beschikking staan die jullie niet kennen. Maar ik zeg jullie, veroveringszuchtige Romeinen, dat jullie, zolang ik hier de wacht houd, dat land, dat nog volkomen gelukkig en onschuldig is, nooit zullen betreden. Ook al waren jullie met nog duizendmaal meer mensen dan je nu bent, dan zouden jullie, zoals dat ook nu het geval is, tegen mijn wil toch geen stap verder kunnen doen! Ik raad jullie daarom aan, om te keren en terug te gaan naar waar je vandaan bent gekomen, anders laat ik je hier vastgenageld staan en dan zullen mijn leeuwen en adelaars zich voeden met jullie vlees.'
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[14] Maar omdat de man ons toen wat vriendelijker aankeek, sprak één van ons hem heel nederig aan en zei: 'Beste raadselachtig machtige man, wees zo vriendelijk om nog éénmaal naar ons te luisteren, en vertelons wie je bent, en hoe je aan zo'n machtige wilskracht gekomen bent! Daarna zullen we je wens en wil opvolgen en meteen teruggaan."
Hoofdstuk 88: De woorden van Nicodémus tot de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[6] Zien jullie die reuzenarend daar hoog in de lucht! Ik wil dat hij hier voor mijn voeten neerstrijkt en doet wat ik hem op zal dragen! Kijk, als een pijl schiet hij uit de hoogte naar beneden, - en daar is hij al!' Wij stonden bij dit gebeuren als versteend, en de man beval de grote arend hem een edele vis uit de Nijl te brengen.
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[19] Binnen enkele ogenblikken waren we door een hele kudde leeuwen en panters omringd, waartegen vele honderden dappere soldaten zich nooit hadden kunnen verdedigen. Schrik en ontzetting overviel ons; maar de man gaf een bevel aan de dieren, en ze verdwenen allen weer, en de man zei: 'Als het nodig mocht zijn, zou ik nog grotere kudden van deze strijders op kunnen roepen. Nu hebben jullie echter voldoende gezien en ervaren hoe een waar mens heer is over de hele natuur en haar krachten, en dus laat ik jullie nu in vrede terugkeren naar waar jullie vandaan zijn gekomen!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)
[22] Maar binnen niet al te lange tijd zullen er ook gewekte leraren uit Azië komen en zullen jullie de ene, ware God en Zijn wetten leren kennen. Luister dan naar hen, geloof, kom tot inzicht en handel daarnaar, dan zullen ook jullie op de goede weg geplaatst worden, waarop jullie zeker zo ver kunnen komen dat je, nadat je lichaam is afgevallen, in elk geval als zielen de ware levensvervolmaking kunt bereiken! - Nu heb ik jullie alles gezegd wat nuttig voor je is. Ga nu in vrede van hier, en laat het niet in je opkomen als wereldse mensen tot deze streek door te willen dringen! Alleen volmaakte en door God uitverkoren mensen zullen dat in het vervolg ongestraft mogen doen!'
Hoofdstuk 89: Het verhaal van de Romein over de macht van de Nubiër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)