Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 309 van 1166

...  297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322  ...
[10] Heer en Meester, waarlijk, Uw lessen hebben mij voorheen zeer opgebeurd en ik was vol heerlijkste verwachtingen; maar nu ben ik helemaal verpletterd en weet me geen raad omdat U dingen van mij verlangt waaraan ik niet kan voldoen, want mijn verstand schiet tekort en ik kan niet in strijd met mijn verstand handelen!"
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Dat is en blijft hij, ofschoon hij Mij nu niet helemaal goed begrepen heeft! Maar Ik zag dat nog in hem en Ik heb hem in de toestand gebracht om dat nog uit zich te verwijderen. Maar de zaak zal er nu heel anders uit komen te zien, daar kun je je meteen van overtuigen!"
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Bijvoorbeeld: Ik ga ergens naartoe en ontmoet onderweg als heiden een volslagen blinde aartsjood, wiens zelootachtige tempelfanatisme in iedereen meteen een heel legioen allerergste duivels vermoedt. Als een heiden hem aanraakt terwijl hij zich daarvan bewust is, dan is hij meteen voor een heel jaar onrein en is, omdat hij zich dit inbeeldt, een hoogst ongelukkig mens omdat hij geen deel kan en mag hebben aan de vele bezittingen van de tempel. Als ik hem vertel dat ik een heiden ben -als hij mij vraagt wie ik ben -, dan zou hij liever alle martelingen ondergaan dan zich door mij over een levensgevaarlijk stuk van een bergpad te laten leiden. Maar als ik hem heel beslist zeg dat ook ik een jood uit Jeruzalem ben, dan zal hij mij graag de hand reiken en zich dankbaar over het uiterst gevaarlijke stuk van het pad laten leiden. Als ik de arme blinde zover heb gebracht dat het voor hem niet meer gevaarlijk is om verder te gaan, en de geur van zijn geboortestreek, die nu al zeer dichtbij is, hem aantrekt en hij niet meer verdwalen kan, neem ik afscheid van hem en ga vrolijk mijn eigen weg. De blinde jood hoort dan zijn leven lang helemaal niets meer van mij, en het zal ook niet zo gauw gebeuren dat iemand hem zegt, dat degene die hem ooit over dat zeer gevaarlijke stuk van de weg heeft geleid, een heiden was.
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Heer, U kent mijn hele leven van de wieg af aan, en U zult mij moeilijk een moment tijdens mijn hele levensloop aan kunnen wijzen waarop Ik het ooit slecht met iemand voor heb gehad of iemand ook maar de minste schade heb willen berokkenen! Duizendmaal wil ik door Uw almachtige goddelijke mond vervloekt worden als dit aangetoond kan worden! En als ik nochtans een zondaar geworden ben doordat ik bij mensen met een bijzonder zwakke geest heel vaak mijn toevlucht heb moeten nemen tot diplomatiek handelen om hen volgens de aandrang van mijn hart naar mijn menselijk inzicht iets goeds te kunnen doen, dan moet ik openlijk bekennen, dat ik het dan zeer onaangenaam vind om mens te zijn; dan moet U mij, o Heer, met Uw almacht maar in een ezel veranderen en Ik zal U daar dan dankbaar voor zijn!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoe men met kinderen om moet gaan en hoe ze onderwezen moeten worden, heb Ik gisteren toch voldoende duidelijk gemaakt; ook al ben je niet overal bij aanwezig geweest, je hebt het toch in handen, geschreven door Mijn snelschrijver! Er is dus helemaal niets meer wat je in een bepaalde aangelegenheid nog van de wijs zou kunnen brengen en waarvan je, ten aanzien van enig onderricht, zou kunnen zeggen: 'Kijk, dat is onbegrijpelijk!' of: 'Dat is niet geschikt voor deze of gene!'
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Geloof Me, Mijn wijsheid is nooit in strijd met een menselijk gezond, nuchter en onbevooroordeeld verstand! Want dit moet immers beoordelen wat juist is en wat niet!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] ROCLUS zegt: 'Ja, Heer en Meester, nu is alles me zo geheel duidelijk en helder, dat niets me in heel mijn leven duidelijker is geweest! Ik heb het wel altijd gedacht en zelfs intens gevoeld, dat een God niets kan beweren wat tegen het zuivere mensenverstand indruist, wat daar duidelijk en tastbaar mee in strijd is. Maar nu is elk woord dat U spreekt zo geheel en al in overeenstemming met het verstand, als het licht van de zon met het ontstaan van de dag op de aarde. Het is me nu geheel duidelijk, en voor ons instituut moet dat ook zo blijven tot aan het einde aller tijden!"
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En wat verder het onderwijzen van Mijn Gods en levensleer betreft wil Ik jullie het volgende nog in 't bijzonder zeggen: Pas je in uiterlijk opzicht aan iedereen aan, om te zorgen dat ze zich bij jullie thuis voelen en ze voor Mijn rijk gewonnen kunnen worden! Wees jood met de joden, heiden met de heidenen, lach met degenen die lachen en huil met hen die huilen, wees zwak en vol geduld met de zwakken en laat de sterken zien dat ook jullie sterk zijn, opdat het besef van hun kracht hen niet opblaast en hoogmoedig maakt! Nu, Mijn beste vriend, dat zal toch voldoende voor je zijn om te weten wat Gods allerhoogste wijsheid, die ook jullie zuivere verstand heeft geschapen, van jullie verwacht!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Een waarheid, al is deze nog zo verhuld, is en blijft als zodanig niettemin eeuwig waarheid en zal zich later ook zo manifesteren. Vriend, een waarheid kun je naar gelang de omstandigheden omhullen en omkleden zoals je maar wilt en kunt; dat hangt helemaal af van het bevattingsvermogen van degene, aan wie de waarheid gepredikt wordt. Kinderen worden met melk en honing en zelfs zacht brood gevoed, terwijl men een man wel een steviger kost kan aanbieden. Dat is dan allemaal heel goed, als het binnenste maar waarheid is; op het noodzakelijk omhulsel wordt weinig of helemaal niet gelet. Het zou ook echt heel onwijs zijn en indruisen tegen ieder gezond verstand, als iemand Mijn hulp nodig had en Ik wel wist dat hij eerlijk was, maar hem niet aan zou kijken omdat hij een Perzische mantel aan had! Een waarheid verhullen als dat nodig is, is geen zonde; maar een duidelijke leugen en duidelijk bedrog in het kleed van de waarheid verpakken, is zonde en wordt door Mij voor eeuwig verworpen!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Daarom waarschuw Ik jullie daar vroegtijdig voor! Sla daarom geen acht op degenen die rondtrekkend zullen roepen: 'Zie, hier of daar is de gezalfde van God, -dat is de waarheid!' Waarlijk, Ik zeg jullie allen: Die zo praten en schreeuwen, en zelfs wonderen zullen doen in Mijn naam, zijn niets anders dan puur valse profeten! Luister niet naar hen en keer hun de rug toe! En komen ze naar jullie toe, bedreig hen dan, en willen ze niet wijken, bedreig hen dan in Mijn naam, en doe in Mijn naam voor hun ogen een waar teken; maar onthoud je verder zoveel mogelijk van het doen van wonderen, wat wel het oog en het oor van domme mensen bekoort en boeit, maar hun hart op kosten van het wonder meestal tot een gevoelloze steen verhardt! De waarheid moet voor zichzelf spreken en getuigen, en behoeft geen verder teken meer .
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Roclus boog nu zeer diep en haastte zich naar zijn metgezellen, die intussen allerlei belangrijke voorzieningen van hun instituut besproken hadden die geheel dezelfde geest ademden als Mijn aanwijzingen die Ik Roclus als levensrichtsnoer had gegeven.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Roclus verbaasde zich dan ook niet weinig, toen hij van zijn metgezellen precies hetzelfde vernam wat hij hun als iets geheel nieuws en hoogst belangrijks wilde meedelen - en dat op Mijn verzoek - om daardoor te laten zien dat Ik als de Heer hem heel bijzondere opdrachten had gegeven ter vervulling van het zo hoogst belangrijke ambt. Als hoofd van het instituut wilde hij zijn ondergeschikten nu toch wel een beetje laten zien dat hij hierover met Mij Zelf heel veel buitengewone dingen had afgesproken, die hij hun nu allemaal wilde meedelen.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Want toen de Heer tegen jou zei :'Ga het nu ook aan je metgezellen zeggen!', was dit niet een soort opdracht, waardoor zij pas van jou moeten vernemen wat jij allemaal van de Heer gehoord en geleerd hebt, maar het betekende dat jij hun alleen maar hoefde te vertellen, datje zelf geleerd en volkomen begrepen hebt wat er in het vervolg voor veranderingen in het instituut moeten plaatsvinden. Dat betekent toch helemaal niet dat jij, nu zogenaamd als enige in de zaak ingewijd, je metgezellen eerst moet instrueren?! En daarom hoef je dus absoluut niet bedenkelijk te kijken als jij zelf de opdracht van de Heer helemaal verkeerd hebt opgevat! - Begrijp je me nu goed, of zit je nog iets dwars?'
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] ROCLUS zegt: 'Ja, ook wat dit betreft is alles voor mij weer helemaal in orde en over dit punt denk ik nu helemaal niet meer na; maar iets heel anders houdt me nu bezig! Alles kunnen we gemakkelijk in orde brengen, -maar om ongedaan te maken dat het volk gelooft dat wij de zons en maansverduisteringen in onze macht hebben, zal wel een beetje moeilijk voor ons worden! Want deze zullen blijven plaatsvinden, en we kunnen en mogen niet meer tegen iemand zeggen: 'Kijk, omdat jij en je volk niet strikt en precies wilden doen en geloven wat wij je bevolen hebben, zullen de goden gedurende die en die tijd de maan of de zon verduisteren!' Hoe moeten we ons uit deze verlegenheid redden? De rest is allemaal in orde, -maar hier zie ik geen goede oplossing! Wat is jullie mening in dit opzicht, en wat vind jij, mijn vriend Raphaël?"
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] RAPHAËL zegt: 'Overleggen jullie eerst onder elkaar; mochten jullie er helemaal niet meer uitkomen, dan zal mijn raad altijd nog wel op het juiste moment komen!"
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  297 - 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322  ...