17481 resultaten - Pagina 310 van 1166
... 298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 ...
[6] Kijk, dat is de eigenlijke moeilijkheid! Wel, om ons daar zonder leugen om bestwil met de zuiverste goddelijke waarheid uit te redden dat zal moeilijk gaan! Maar een leugen moet volgens de wil van de Heer nooit meer over onze lippen komen! Wat moeten we dan doen?! O, wat een wanhopige geschiedenis! Zoals gezegd, deze keer staan mijn ossen stil op de berghelling en willen de wagen niet verder omhoog trekken over de steile rotswanden!"Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] ROCLUS zegt: 'Je hebt natuurlijk wel gelijk, en ik kan dat inderdaad in ieder geval doen omwille van de verbreiding van Zijn goddelijke leer; alleen is het wel gepast om van te voren na te gaan of ons beroep op Zijn goddelijke liefde en wijsheid op zichzelf al een niet te grote dwaasheid is, waarmee we eigenlijk toch niet goed bij Hem aan kunnen komen, omdat we daarmee onze nog te grote onnozelheid aan de dag zouden leggen ofwel een veel te geringe achting voor Zijn onbetwistbare goddelijkheid zouden tonen!"
Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] .IEMAND ANDERS :van het gezelschap zegt op zijn beurt: 'Ja, daar heb je gelijk in; maar weet je, daar hebben wij allen niets aan! Als iemand eenmaal in het water ligt en om hulp roept, dan kan men er niet op letten of hij er door een ongelukkig toeval of door eigen moedwillige domheid in is gevallen, -degene bij wie het water eenmaal in de mond begint te stromen, denkt er echt met meer aan, wat hem eigenlijk in het water terecht heeft doen komen, maar 'Help! Help!' is zijn angstgeschreeuw. Of men hem kan helpen of niet, is natuurlijk een andere zaak en hangt enkel van de bekwaamheid af van degenen, tot wie de ongelukkige om hulp heeft geroepen. Zo denk ik erover!'
Hoofdstuk 142: Roclus' voorstellen voor de hervorming van het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het kan wel zijn, en dat is ook zo, dat door mensen die hun leven en aanzien enkel in stand houden door bedrog, de waarheid zeer gehaat en gevreesd wordt, en daarom ook te vuur en te zwaard vervolgd wordt! Maar wat bereiken de vervolgers van alle waarheid met hun boze ageren?! Maar al te gauw komt de waarheid naar boven en liggen haar vijanden beschaamd en door iedereen veracht in het slijk, en het is nauwelijks te verwachten dat ze daaruit zullen opstaan! Wel, jouw zaak is een beetje dom, en is niet zo gemakkelijk in orde te brengen dat je daarbij een ondervraging door het publiek bespaard zou kunnen blijven! Maar er is toch een mogelijkheid om dit met de nodige eer te doorstaan.
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] ROCLUS zegt: 'Neen, Heer en Meester van eeuwigheid, er is nu niets meer wat me bedrukt en mijn hart is vol vreugde! Want nu ben ik met mijn instituut helemaal veilig, en die zwartrokken kunnen zich verheugen over de last die wij hen zullen bezorgen!"
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] ROCLUS zegt: 'Voor wie, die U kent zoals ik, o Heer, zou dat niet voldoende zijn?! Ik spreek hier alleen maar mijn heel innige dank uit en ga nu meteen naar mijn metgezellen en zal hun ook dit waarachtigste evangelie overbrengen"
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Want alle beroepsmagiërs en alle priesters, ongeacht tot welke godsdienst ze behoren, haten Hem, en nog het meest de priesters van de tempel in Jeruzalem. Omdat juist het priesterdom echter een altijd erg begunstigde groep mensen op deze aarde was en te veel privileges genoot, zal dit zich waarschijnlijk nooit laten uitroeien; en het zal zelfs niet eens meer zo lang duren, dat zelfs brokstukken van deze nu nieuwste godsdienstige leer door allerlei bedriegers en leeglopers opgepakt zullen worden, en hieruit zal een priesterdom ontstaan waarmee vergeleken de tempel nauwelijks een vaag schimmenspel is.
Hoofdstuk 144: Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ze zullen hiermee, met name bij Cyrenius, slechte zaken doen; maar het zal hier grote opwinding veroorzaken, afgezien van het feit dat deze onderneming hier meteen totaal ontzenuwd zal worden. Jullie zullen er zelfs een beetje bij betrokken worden, echter niet ten nadele, maar in het voordeel van de goede zaak. Wees daarom maar goed op alles voorbereid; nog een klein kwartiertje en de zaak zal beginnen! Maar intussen blijven we heel rustig; Cyrenius zelf heeft er nog geen flauw vermoeden van, omdat de Heer het zo wil! Maar de zaak zal daarom des te opwindender zijn. Wees dus nu rustig!"
Hoofdstuk 144: Hoe de verhouding van de Essenen tegenover het priesterdom vervolg zal zijn - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] JULlUS, met nog meer ernst dan daarnet: 'Als ik daar niet zeer gegronde redenen voor had, had ik je wel op een andere toon geantwoord! Maar je Aziatisch domme gezicht zegt mij dat je geen Romein, maar heel iets anders bent! Je hoeft dus helemaal niet zo verbaasd te zijn over mijn antwoord!"
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] JULlUS zegt: "Daar praten we straks wel over! Nu sta je eenmaal onder mijn gezag en heb je je strikt naar mijn woorden te schikken! Mijn naam is Julius, de zeer gestrenge commandant van Rome voor dit gebied, en ik ben een naast familielid van de verheven opperstadhouder Cyrenius! Dit moet ik je wel vertellen, omdat je geen Romein bent; want als je maar in de verte een Romein zou zijn, dan had je me al op grote afstand herkend!
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] {Herodes:) 'Verder is door meerdere getuigen uit verschillende streken betrouwbaar en naar waarheid, eensluidend verklaard dat deze heilloze volksopruier zelfs de allerhoogste Romeinse staatsdienaren met de grootste vriendelijkheid benaderd heeft, samen met zijn reeds heel bekwame schare zogenaamde leerlingen. Maar het geheime gerucht gaat .dat de vermetele dit alleen maar doet om hen op een dag allemaal plotseling om het leven te brengen, waarna hij zich dan zelf zal verheffen tot koning van.alle joden. Nadat dit nu door het besluit van de hoge goden aan mij, die ter zake kundig is, verraden werd, is het mijn plicht u hierop te wijzen en ik hoop, dat u de juiste maatregelen weet te treffen en doet, wat u doen moet! Met de meeste hoogachting, Herodes, Viervorst -- nu in Jeruzalem.
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen kwam ROCLUS naar voren en zei: "Geëerde gebieder, sta me toe dat ook ik deze onmensen en kwelgeesten iets in het oor fluister; want in deze brief wordt ook mijn instituut heel gemeen aangevallen, wat ik als hoofd onmogelijk zomaar kan laten passeren! Ik moet hun vragen, hoe en wanneer de door hen zo belasterde, snode en slechte profeet uit Nazareth de toverkunsten van ons heeft geleerd waarmee hij nu het volk in vervoering brengt en verleidt! Bij God, wanneer ze hier ter plekke deze enorme lasterpraat niet goedmaken, vergrijp ik me aan hen en draai hen allemaal de nek om, zowaar God de Heer mij zeker zal helpen!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ja, ja, de snode profeet uit Nazareth kan jullie goedkeuring absoluut niet wegdragen, omdat Hij door zijn heiligste waarheidsleer flink afbreuk dreigt te doen aan jullie zaak! Dat is het! Maar dat is nu eenmaal zo en het zal eeuwig nooit anders worden, ook niet wanneer het Hem ooit zou behagen om jullie het genoegen te gunnen dat Hij zich gewoon door jullie zou laten doden, althans pro forma, want Hij , die van eeuwigheid het leven Zelf is, kan onmogelijk ooit gedood worden! Ik heb nu gesproken; nu ben jij aan de beurt! Wat heb je hierop te zeggen?"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Na enkele ogenblikken gaf CYRENIUS te kennen, nadat Ik hem daar heimelijk een teken toe had gegeven, dat de beide aarts-Farizeeën bij hem moesten komen, wat heel slim van hem was, en zei tegen hen: 'Kalmeer nu! De storm is voorbij; trek je niet te veel aan van onze gebruikelijke Romeinse ernst in het begin! Nu komt de tweede onderhandelingsfase, waarin ik van jullie geen verzinsels met valse handtekeningen, maar de zuivere volle waarheid wil horen. Alleen door de waarheid kunnen jullie uit mijn macht, die anders onverbiddelijk is, bevrijd worden, -zo niet, dan is gevangenis, kruis en bijl onontkoombaar jullie lot, dat is zo zeker als ik opperstadhouder van alle Aziatische provincies van Rome ben.
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Spreken jullie echter de waarheid, hoe deze ook moge luiden, en wat deze ook inhoudt; dan kunnen jullie op mijn volle Romeinse erewoord rekenen dat ik jullie geheel vrij en ongehinderd weg laat gaan. Maak nu een keuze! Willen jullie aan deze leugen vasthouden, dan weten jullie nu uit mijn mond wat jullie zeker te wachten staat; want hier in Azië ben ik in naam van de keizer degene die het zonder enige beperking voor het zeggen heeft, en tweehonderdzestigduizend soldaten wachten elk uur van de dag mijn bevelen af. Als jullie het eerder nog niet wisten, dan weet je nu hoe de zaken erbij staan. Wie zou mij ter verantwoording roepen wanneer ik zomaar, omdat ik daar zin in heb, alle joden met het zwaard zou laten ombrengen?! Aan macht en kracht ontbreekt het me niet! -Waar kan in heel Azië een samenzwering beraamd worden waarvan ik niet binnen hoogstens acht tot veertien dagen volledig op de hoogte zou zijn?! Maar dan is het verschrikkelijke 'Wee!' voor de opstandigen!
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)