Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 310 van 1490

...  298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323  ...
[14] De centurio met zijn ongeveer acht ondergeschikte krijgsknechten en twee heel echte, goed doorvoede en door en door verstokte aarts-Farizeeën, gingen toen naar Cyrenius, en overhandigden hem daar een brief die door Herodes ondertekend was. In deze brief stond alleen maar, dat er in heel Coelesyrië en een groot deel van Galilea en Samaria een zeer omvangrijke samenzwering tegen alle Romeinen ontdekt was. Aan het hoofd hiervan stond de beruchte profeet Jezus uit Nazareth als belangrijkste gangmaker die in een geheim verbond met de altijd hoogst geheimzinnig doende Essenen allerlei voor het volk onbegrijpelijke wonderen verrichtte om dit te verblinden, en die zich daardoor een soort goddelijk profetische schijn gaf en zelfs de verdoemenswaardige driestheid had om zich aan het volk als een ware zoon van God te presenteren.
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen CYRENIUS deze brief heel nauwlettend met een ernstig gezicht gelezen had, richtte hij zich tot Mij met een meewarig vriendelijke blik en zei: 'Maar Heer, is dat ook nog mogelijk, dat men U tegenover mij op zo'n schandelijke manier verdacht maakt?! Wat zegt U hiervan? Want U weet natuurlijk wat erin staat!'
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Roep Raphaël en Roclus bij je; want het zou geen pas geven dat Ik met deze afgezanten van de vorst van de leugen spreek!"
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Toen RAPHAËL bij Cyrenius kwam overhandigde hij hem tevens een rol en zei: 'Hier heeft u het duplicaat van de zogenaamde brief van Herodes; lees het en maak er uit op dat ik, en door mij ook Roclus, al eerder van deze echt Farizeese schandelijke streek op de hoogte waren! Achter de ondertekening van Herodes, welke hij echter nooit te zien heeft gekregen, zoals hij ook van dit schandelijke plan niets weet, staat nog een heel korte opmerking die de hele gang van zaken voor u opheldert en die u daarom ook moet lezen. Als u alles gelezen heeft, moet u de brief aan de afgezanten geven en hem ook aan hen laten lezen! De rest gaat dan vanzelf'
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] {Herodes:) 'Verder is door meerdere getuigen uit verschillende streken betrouwbaar en naar waarheid, eensluidend verklaard dat deze heilloze volksopruier zelfs de allerhoogste Romeinse staatsdienaren met de grootste vriendelijkheid benaderd heeft, samen met zijn reeds heel bekwame schare zogenaamde leerlingen. Maar het geheime gerucht gaat .dat de vermetele dit alleen maar doet om hen op een dag allemaal plotseling om het leven te brengen, waarna hij zich dan zelf zal verheffen tot koning van.alle joden. Nadat dit nu door het besluit van de hoge goden aan mij, die ter zake kundig is, verraden werd, is het mijn plicht u hierop te wijzen en ik hoop, dat u de juiste maatregelen weet te treffen en doet, wat u doen moet! Met de meeste hoogachting, Herodes, Viervorst -- nu in Jeruzalem.
Hoofdstuk 145: Farizeeën klagen de Heer als opruier tegen de staat bij Cyrenius - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] CYRENIUS nam de rol ter hand en las hem snel door, ook de opmerking waar hij zeer verbaasd over was omdat deze precies bevatte wat hij bij zichzelf al had gedacht. Toen hij alles gelezen had, gaf hij de rol ook aan de zogenaamde centurio en zei: 'Lees ook jij dit nu in bijzijn van je metgezellen!"
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De centurio nam met zichtbare verlegenheid de rol van Raphaël aan en las hem met een steeds langer wordend gezicht voor en bij het lezen van de opmerking begon hij zelfs gewoonweg te trillen en ook alle afgezanten begonnen behoorlijk van kleur te verschieten, wat de scherpe blik van Cyrenius en alle aanwezigen natuurlijk niet ontging. Toen de onechte centurio de rol helemaal had voorgelezen -en wel zo luid, dat ook zijn metgezellen het konden verstaan -, gaf hij met een diepe buiging de rol van Raphaël weer terug aan Cyrenius en zei er wijselijk geen woord over; want hij en zijn metgezellen waren te zeer aangeslagen door dit voorval, en hun ossewagen stond deze keer dicht bij een rotswand, en er was geen enkel paadje te ontdekken dat er overheen liep.
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Op deze vraag kwam geen antwoord.
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] CYRENIUS werd kwaad en zei: 'Antwoord! Of jullie zullen weergaloos boeten voor deze misdaad! Van wie komt de brief, wie heeft hem geschreven, wie had de euvele moed om met zo'n enorme leugen bij me aan te komen, en welk schandelijk plan schuilt daarachter?"
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Door deze zeer indringende vraag raakten bijna alle afgezanten van hun stuk; want ze wisten dat ze met de meest onverbiddelijke Romeinse opperstadhouder te maken hadden. Allen raakten in paniek en begonnen van schrik te beven en van een antwoord was geen sprake.
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Toen zei JULlUS: 'Geëerde gebieder, hoe zou het zijn, als we deze afgezanten nu het door de wet vastgestelde loon - voor verraad uit eigenbelang uitbetaalden en hen dan naar Sidon brachten en daar opsloten totdat de revolutie zal uitbarsten op hun aangegeven datum, op welke dag we hun dan het hele verradersloon zullen uitbetalen, ofwel aan het kruis of op het blok? Aan deze Romeinen is toch al duidelijk op een uur afstand te zien, dat ze niets anders zijn dan een stelletje van de slechtste Farizeeën, dat voor iedere schandelijke daad voor geld te koop is!"
Hoofdstuk 146: Ontmaskering van de valse aanklagers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Toen kwam ROCLUS naar voren en zei: "Geëerde gebieder, sta me toe dat ook ik deze onmensen en kwelgeesten iets in het oor fluister; want in deze brief wordt ook mijn instituut heel gemeen aangevallen, wat ik als hoofd onmogelijk zomaar kan laten passeren! Ik moet hun vragen, hoe en wanneer de door hen zo belasterde, snode en slechte profeet uit Nazareth de toverkunsten van ons heeft geleerd waarmee hij nu het volk in vervoering brengt en verleidt! Bij God, wanneer ze hier ter plekke deze enorme lasterpraat niet goedmaken, vergrijp ik me aan hen en draai hen allemaal de nek om, zowaar God de Heer mij zeker zal helpen!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] ROCLUS zegt, aangespoord door Raphaël: 'Goed; maar wat moet er dan gebeuren als wij jullie haarscherp kunnen aantonen, dat niemand anders dan jullie deze schandelijke brief hebben opgesteld en dat jullie, als je dit karwei lukt, uit de grote goudkas van de tempel een vergoeding van duizend pond goud per persoon te wachten staat?"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] ZINKA bekijkt de brief en zegt: 'Niet in de verste verte! Want Herodes kan eigenlijk helemaal niet schrijven, hooguit een beetje Grieks lezen. Voor de ondertekening met zijn naam heeft hij een soort zegel, dat hij op de oorkonden drukt; deze ondertekening moet dus vals zijn! Dat zweer ik bij alles wat jullie maar willen!"
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Spreken jullie echter de waarheid, hoe deze ook moge luiden, en wat deze ook inhoudt; dan kunnen jullie op mijn volle Romeinse erewoord rekenen dat ik jullie geheel vrij en ongehinderd weg laat gaan. Maak nu een keuze! Willen jullie aan deze leugen vasthouden, dan weten jullie nu uit mijn mond wat jullie zeker te wachten staat; want hier in Azië ben ik in naam van de keizer degene die het zonder enige beperking voor het zeggen heeft, en tweehonderdzestigduizend soldaten wachten elk uur van de dag mijn bevelen af. Als jullie het eerder nog niet wisten, dan weet je nu hoe de zaken erbij staan. Wie zou mij ter verantwoording roepen wanneer ik zomaar, omdat ik daar zin in heb, alle joden met het zwaard zou laten ombrengen?! Aan macht en kracht ontbreekt het me niet! -Waar kan in heel Azië een samenzwering beraamd worden waarvan ik niet binnen hoogstens acht tot veertien dagen volledig op de hoogte zou zijn?! Maar dan is het verschrikkelijke 'Wee!' voor de opstandigen!
Hoofdstuk 147: Onderhandeling met de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  298 - 299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323  ...