Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 311 van 1110

...  299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324  ...
[8] Toen stond IK op en ging naar de pilaar waar zich de zogenaamde offerkist van God bevond, die vanwege de offers voor de tempel die naam had, en Ik riep hard in de kist: 'Jullie blinden kennen noch Mij noch Mijn Vader! Want als je Mij zou kennen, zou je ook Mijn Vader kennen!' (Joh.8,19)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Omdat het geen verschil maakt of Ik die woorden in jullie gezicht zeg of in die kist, die nu leeg en dood is! De kist heeft de woorden tenminste geduldig aanvaard, wat bij jullie niet het geval geweest zou zijn.'
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] Maar terwijl zij zo zaten te piekeren, brachten de gerechtsdienaars, die zij er op uit gestuurd hadden, een echtbreekster bij hen die op heterdaad betrapt was en nu volgens de wet van Mozes gestenigd moest worden, wat echter door de huidige Farizeeën, als de echtbreekster rijk was, altijd in een grote geldboete veranderd werd. En als zij arm, maar jong en mooi was, werd zij gewoonlijk gegeseld en daarna verplicht om de tempeldienaren te dienen; een oude en lelijke was echter reeds door de natuur beveiligd tegen echtbreuk. De aanwezige echtbreekster was nog erg jong, maar arm en wilde tijdens deze feesttijd aan een zeer rijke vreemdeling een royaal appeltje voor de dorst bijverdienen om zich daarna gemakkelijker in leven te kunnen houden. Zij zou beslist eigendom van de tempel geworden zijn als Ik er niet geweest was en als de tempeldienaren niet gedwongen waren geweest haar als voornaamste middel te gebruiken om Mij daarmee, zoals zij dachten, met zekerheid te vangen.
Hoofdstuk 197: De echtbreekster - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarop zei IK: 'Ook al zou Ik iets over Mijzelf zeggen, dan zou Mijn bewering toch waar zijn; want Ik weet vanwaar Ik gekomen ben, en Ik weet ook waarheen Ik zal gaan. Alleen jullie Farizeeën weten vanwege jullie hoogmoed niet, waar Ik vandaan gekomen ben en waarheen Ik zal gaan. (Joh.8,14). Jullie oordelen en veroordelen alles zoals je lichaam je dat ingeeft, omdat jullie geen geest kennen. Maar zo oordeel Ik niemand, (Joh. 8, 15) en als Ik oordeel, dan is Mijn oordeel juist; want Ik ben hier niet alleen, zoals jullie denken, maar Ik en de Vader die Mij gezonden heeft, zijn hier (Joh. 8,16) en staat er niet in jullie wet geschreven dat het getuigenis van twee mensen geldig is? (Joh.8, 17) Ik ben ten eerste degene die van Mijzelf getuig, en ten tweede is er de Vader, die Mij naar deze wereld gezonden heeft, die van Mij getuigt. Hoeveel meer getuigen willen jullie nog?' (Joh.8, 18)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Toen zei IK nogmaals tegen hen: 'Luister! Ik zal hier vandaan gaan op een manier die jullie niet kennen, en jullie zullen Mij zoeken en niet vinden en daarbij in jullie zonden sterven! Want waar Ik heenga, kunnen jullie niet komen. ' (Joh. 8,21)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Toen zeiden zij onder elkaar (DE JODEN): 'Wil hij zich soms nu, omdat hij de Farizeeën zo razend gemaakt heeft en hun wraak niet gemakkelijk meer ontlopen kan, uit vertwijfeling zelf doden? Want anders zou hij met een beetje gezond verstand niet zeggen: 'Waar Ik heenga, kunnen jullie niet komen! ' (Joh. 8,22)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Maar IK zei heel opgewekt tegen hen: 'Breek je daar het hoofd maar niet over! Ik zal jullie meteen Zelf de ware reden vertellen, en dan zullen jullie direct inzien waarom jullie zo, zoals jullie nu zijn, niet daar kunnen komen waar Ik heen zal gaan.
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Kijk! Jullie zijn van beneden en zullen daar weer naartoe gaan; Ik ben echter van boven en zal heel zeker ook weer daar naartoe terugkeren, en jullie zullen Mij niet kunnen volgen. ' (Joh. 8,23)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] IK zei: 'O nee, maar de zaak ligt zo: Jullie zijn van déze wereld en dat geldt ook voor jullie ziel; Ik ben echter niet van deze wereld!'
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] IK zei: 'Ja, het klopt dat jullie geen andere kennen! En daarom zei Ik dat tegen jullie, omdat jullie door je ongeloof zullen sterven in je zonden. Want als jullie niet geloven dat Ik de beloofde en nu tot jullie gekomen Messias ben, zullen jullie sterven in je zonden en nooit daar heengaan waar Ik zal zijn met Mijn uitverkorenen. (Joh. 8,24) En als dat niet zo zou zijn, heus dan zou Ik als puur mens zoals jullie, nooit de moed gehad hebben om jullie dat te zeggen!'
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] En IK zei: 'Het is moeilijk voor totaal dove oren te spreken. Omdat jullie Mij daarnet niet begrepen hebben, luister dan nu naar Mij! Ten eerste ben Ik Degene die zojuist met jullie sprak! '(Joh. 8,25)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[25] IK zei: 'Rustig aan, dat 'ten tweede' zullen jullie zelf wel uit Mijn woorden kunnen opmaken; want Ik moet jullie nog veel vertellen en duidelijk maken! Luister! Hij Die Mij gezonden heeft, bezit de hoogste graad van waarheid, en alleen wat Ik steeds van Hem gehoord heb maak Ik nu aan de wereld bekend, en dat zijn jullie allen.'(Joh.8,26)
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[27] Toen zei IK, ook met een heel ernstig gezicht, tegen hen: 'Luister! Wanneer jullie de mensenzoon verhoogd zullen hebben, zullen jullie, weliswaar te laat, beseffen dat Ik het ben, die als mens niets uit Mijzelf doe, maar altijd spreek en handel zoals Mij de Vader geleerd heeft. (Joh. 8,28) En Ik zegje daarbij nog uitvoeriger: De Vader die Mij gezonden heeft, is niet ergens ver weg, maar Hij is hier bij Mij. De Vader laat Mij nooit alleen; want alleen Ik doe altijd dat wat Hem welgevallig is, en Ik vrees net zoals Hij geen enkel mens in de hele wereld. (Joh. 8,29) Want als het niet zo was, zou Ik het ook niet zeggen.'
Hoofdstuk 198: De Heer maakt Zich bekend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Toen zei IK tegen de joden die in Mij begonnen te geloven: ' Als jullie zullen blijven bij wat Ik zeg, worden jullie daardoor ook Mijn ware leerlingen. (Joh.8,31) Jullie zullen de daarin liggende waarheid herkennen, en die waarheid zal jullie vrijmaken, zoals Ik dat al eerder heb aangegeven.' (Joh.8,32)
Hoofdstuk 199: De Heer en Zijn tegenstanders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Daarop zei IK tegen hen: 'Waarlijk, waarlijk, Ik zeg jullie: Wie zonde doet, is knecht van de zonde, zoals Ik dat al eerder heb gezegd! (Joh. 8,34) Een knecht is echter geen vrij man, omdat hij steeds aan de lusten en hartstochten van zijn lichaam moet gehoorzamen. De knecht blijft niet eeuwig in het huis, maar alleen de zoon. (Joh.8,35) Knecht is echter iedere zondaar, en het huis is het rijk van God en zijn gerechtigheid, en de zoon is de waarheid. Als Ik jullie nu echter als de ware zoon van het rijk van God vrij maak, dan zijn jullie ook waarachtig en echt vrij.' (Joh.8,36)
Hoofdstuk 199: De Heer en Zijn tegenstanders - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  299 - 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324  ...