17481 resultaten - Pagina 312 van 1166
... 300 - 301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 ...
[4] DE FARIZEEËR nam de beker aan, proefde de wijn door de beker bijna tot op de bodem leeg te drinken en zei: 'Werkelijk, een betere wijn is er nog nooit over mijn tong gegaan! Maar, oude krijgsman, kunnen we je woorden ook werkelijk voor waarheid aannemen?"Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Ja, ja, het zou wel anders kunnen zijn, zoals het ook op talloze andere hemellichamen anders is; maar dan zou deze aarde niet uitverkoren zijn voor het grootbrengen van die mensen die de bestemming hebben en ertoe geroepen zijn om Mijn kinderen te worden!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik zegje: Zo iemand zouden zelfs Mijn meest wonderbaarlijke werken even koud laten als de sneeuw die ten tijde van Adam de bergen met het kleed van de eeuwige onschuld omhulde! Of denk je dat Mijn oneindige, eeuwige levensvoleinding Mij Zelf tot enig nut diende en Mij zaligheid gaf? Werkelijk niet!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] In het eindeloos vele meegroeien in Mijn natuurlijk evenzo talloos vele onvolmaakte kinderen, in hun toenemend inzicht en ontwikkeling en in hun daaruit voortkomende werkzaamheid, ligt ook Mijn eigen hoogste zaligheld. Hun vreugde over een moeizaam verworven, groeiend vermogen is altijd ook Mijn steeds nieuwe vreugde, en Mijn oneindige volmaaktheid krijgt immers pas onschatbare waarde doordat ze door de nog onmondige kinderen steeds meer en meer wordt nagestreefd, en er voor een deel ook in hen zichtbaar wordt dat ze onmiskenbaar groeit. Begrijp je wat Ik je hiermee wil zeggen?!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Toen al gauw daarna de koning en ook het volk in lethargie verviel, was het ook noodzakelijk om haar van buiten zeer dreigend uitziende vijanden, namelijk de ruw en machtig geworden Filistijnen, te bezorgen. Toen drong de oorlog het land van Mijn volk binnen met allerlei daarmee gepaard gaande noodtoestanden; hierdoor werd het wakker geschud, werkzaam gemaakt en daardoor sterk.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] MARCUS zegt: 'Wie mij kent, zal weten, dat mijn tong nog nooit door een leugen bezoedeld is. Wie dat nog moet vragen, heeft in ieder geval nog geen sterk geloof. Maar opdat je je alles een beetje beter voor kunt stellen en om ook dat verwarde natuurverstand van jou een duwtje te geven, vraag ik je om met mij naar de zee te gaan met deze totaallege kruik en hem zelf met water te vullen en dan garandeer ik je, dat de profeet die zich nog onder ons bevindt, het water enkel door Zijn wil ogenblikkelijk in wijn zal veranderen! En als je misschien denkt, dat de kruik al voor dat doel geprepareerd is, neem dan een van je eigen bekers en ga dan naar de zee, vul op een willekeurige plaats de beker met water en zodra het water zich in de beker bevindt, zal het ook ogenblikkelijk veranderd worden in wijn zoals je die nu hebt geproefd! Wanneer ik heb gelogen, zal dit nieuwe huis met de tuin en al mijn andere grote kostbaarheden volledig jouw eigendom worden!"
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen ook al zijn metgezellen zich overtuigd hadden van deze grote en wonderbaarlijke waarheid, haastten zij zich zeer verbaasd weer naar de oude Marcus en de FARIZEEËR zei: 'Hier, neem de beker; want je hebt de weddenschap gewonnen! Ja, dit gaat nu werkelijk ook mijn verstand te boven! Wat moet ik daar nu op zeggen? Dit gebeurt niet op natuurlijke wijze! Het is zeer merkwaardig: Niet alleen de smaak, maar ook de geest van wijn was er rijkelijk in aanwezig, zodat wij allemaal bijna beneveld waren! Hier kan werkelijk niets anders in het spel zijn dan de wil van de Nazarener, en het dient ons als bewijs dat werkelijk ook zijn andere wonderen op dezelfde wijze tot stand zijn gebracht!
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS op zijn beurt zegt: 'Prima, voorlopig ben ik het met jullie eens, laten we daar dus bij blijven; maar nu rijst er een andere vraag, namelijk de volgende: omdat deze werken hier nu eenmaal wonderen van het zuiverste water zijn en Mozes en de vele andere zieners en profeten deze man, die nu voor onze ogen zulke ongehoorde dingen bewerkstelligt, tevoren nauwkeurig en zo tot in details beschreven hebben dat men onmogelijk aan kan nemen dat ze iemand anders bedoeld kunnen hebben, komt het mij althans voor, dat de handelingen die deze profeten in overeenstemming hiermee verricht hebben toch wel wonderbaarlijk konden zijn! Dat daarbij ook van natuurlijke dingen gebruik werd gemaakt, valt niet te ontkennen; maar over het geheel genomen was het meeste toch zeker een groot wonder, dat evenals deze wonderen hier enkel en alleen tot stand werd gebracht door de almachtige wil van God, die zich als Gods geest door middel van de mensen openbaarde. Dat is zo mijn mening. Hoe denk jij daarover?'
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Het moet blijven zoals het is! Ik ben niet gekomen om de aarde vrede en dode rust te geven, maar het zwaard, het gevecht in een hogere mate van werkzaamheid. Want de liefde wordt pas een ware levende daadwerkelijke kracht wanneer zij tegenover de haat staat, en de rustige dood moet Voor haar op de vlucht gaan. De mensheid wordt door de nood die haar achtervolgt werkzaam, mettertijd geduldig en zachtmoedig, en zij geeft zich daardoor over aan Mijn wil. Als er geen leugen bestond met de bittere gevolgen die daar bij horen, welke waarde zou de waarheid dan op zichzelf hebben?! Wie steekt er overdag een licht aan en wie heeft oog voor de waarde van een brandende olielamp bij het licht van de zon?!'
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Nu bevindt het zich over het algemeen weer diep onder het niveau van het dierenrijk, vooral de priesters en de leraren. Maar daarom ben Ik Zelf in het vlees gekomen, om juist het traagste deel van het volk in de grootste verlegenheid en verwarring te brengen; zij proberen Mij daarom ook gevangen te nemen en te doden omdat ze bang zijn hun luie boterham te verliezen door Mijn zeer grote activiteit. Maar hun moeite is natuurlijk tevergeefs.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ook heb ik uit Uw mond de leer vernomen, volgens welke men zich juist geen zorgen moet maken om in het aardse leven vooruit te komen zoals de heidenen dat doen, maar dat men vooral Gods rijk en zijn gerechtigheid moet zoeken, -het overige zou dan vanzelf wel komen.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hoe moet men deze leer nu zien met betrekking tot Uw nieuwe leer, volgens welke men altijd volop moet werken? Kijk, Heer, dit kan ik niet zo goed met elkaar in overeenstemming brengen! Daarom zou het goed zijn, Heer, als U me dat een beetje duidelijker wilde maken."
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen de koning dan het grote kunstwerk te zien kreeg en zichzelf overtuigde van het buitengewoon nuttige ervan, zei hij: 'Wat, grote meester, kan ik voor je doen? Je mag een beloning van mij vragen en bovendien ben je van nu af aan een gunsteling aan mijn hof, zodat je hier je kunst kunt uitoefenen! .
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En de kunstenaar sprak diep ontroerd door de gunst van de koning: 'Verhevenste heer en wijze heerser en gebieder! Uw genade en uw welgevallen aan dit kunstwerk zijn voor mij al de grootste beloning! Want ik heb deze kunst niet uit winstbejag en niet eens omwille van mijn dagelijkse brood, maar enkel uit zuivere liefde voor deze kunst met inspanning van al mijn krachten tot in mijn ziel geleerd; en juist daarom is het voor mij reeds de grootste vreugde en het hoogste loon, dat zij nu ook in de ogen van de meest wijze koning zo'n buitengewone waardering heeft gevonden.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk maar naar die fijne Essenen! Er is praktisch niets meer, wat ze niet zouden kunnen maken. Als men alleen maar zegt, dat dat allemaal geen wonderen zijn, maar dat het op natuurlijke wijze tot stand is gebracht, dan krijgt men spoedig met hen te maken op een manier die waarlijk geen vreugde veroorzaakt! Hiermee wil ik natuurlijk niet zeggen, dat dit hier ook het geval is, ofschoon alles wel sterk doet denken aan die wonderen van de Essenen. Maar hoe het ook zij, u hebt ons aangeraden dit werk als een zuiver wonder te bekijken, en wij geloven het, omdat het ons anders ongelooflijk duur zou komen te staan. Als ons, hoge gebieder, bevolen zou worden om aan Zeus en zijn wonderbaarlijke godendaden te geloven, dan zouden we het uiterlijk ook meteen helemaal geloven; of we dat ook innerlijk doen, is natuurlijk een heel andere zaak. Vergeef me, hoge gebieder, dat ik dit zo openlijk zeg!"
Hoofdstuk 161: De indruk van de wonderbaarlijke werken van de Heer op de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)