Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 313 van 1490

...  301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326  ...
[6] Hierop haalde DE FARIZEEËR een gouden beker uit de zak van zijn mantel en zei: 'ik zal wel zien. Als het zeewater daarin zulke wijn wordt, dan is deze kostbare beker van jou!"
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Met deze woorden ging de Farizeeër met zijn metgezellen snel naar de zee, schepte water, en het water in de beker veranderde telkens in wijn.
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als men de altijd durende natuurlijke wetmatigheid van de verschijnselen op deze aarde voor ogen heeft en nooit iets van een wonder -afgezien van de Perzische toverkunsten en de wonderen die beschreven zijn, die echter altijd in een mysterieuze waas zijn gehuld -gedurende zijn gehele leven te zien heeft gekregen, dan kun je uiteindelijk gewoonweg zelfs dat vrijwel niet geloven, wat je nu werkelijk en zonder twijfel zelf hebt meegemaakt.
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar waar dient dit allemaal toe, als je de reden daarvan niet kunt inzien? Ja, geëerde gebieder, bij deze verschijnselen, waar het ongetwijfeld zo toegaat, houden alle natuurlijke verklaringen op! Want dat is waarlijk een wonder! Het kan evenmin ooit op natuurlijke wijze verklaard worden als de schepping van de wereld uit een voor onze begrippen en waarnemingen oorspronkelijk niets. De hele schepping is zodoende niets anders dan een gefixeerde wil van de goddelijke oerkracht en van het oer-zijn van alle zijn:'
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Alleen ware zieners en profeten zouden hier kunnen helpen. Daardoor zouden de mensen dan steeds de eeuwig onoverwinnelijke kracht en macht van God voor ogen hebben, het ware geloof behouden en daardoor echte, goede mensen zijn. Van tijd tot tijd wordt er wel eens hier of daar een profeet opgewekt als de mensen reeds tot onder het niveau van het dierenrijk zijn gedaald; deze predikt dan een tijdlang wijze lessen en legt dan voor de mensen door allerlei verbazingwekkende wonderkracht een volwaardig getuigenis af van de goddelijkheid van zijn zending; maar hoe lang duurt dat?
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Ja, ja, het zou wel anders kunnen zijn, zoals het ook op talloze andere hemellichamen anders is; maar dan zou deze aarde niet uitverkoren zijn voor het grootbrengen van die mensen die de bestemming hebben en ertoe geroepen zijn om Mijn kinderen te worden!
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Toen ook al zijn metgezellen zich overtuigd hadden van deze grote en wonderbaarlijke waarheid, haastten zij zich zeer verbaasd weer naar de oude Marcus en de FARIZEEËR zei: 'Hier, neem de beker; want je hebt de weddenschap gewonnen! Ja, dit gaat nu werkelijk ook mijn verstand te boven! Wat moet ik daar nu op zeggen? Dit gebeurt niet op natuurlijke wijze! Het is zeer merkwaardig: Niet alleen de smaak, maar ook de geest van wijn was er rijkelijk in aanwezig, zodat wij allemaal bijna beneveld waren! Hier kan werkelijk niets anders in het spel zijn dan de wil van de Nazarener, en het dient ons als bewijs dat werkelijk ook zijn andere wonderen op dezelfde wijze tot stand zijn gebracht!
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS op zijn beurt zegt: 'Prima, voorlopig ben ik het met jullie eens, laten we daar dus bij blijven; maar nu rijst er een andere vraag, namelijk de volgende: omdat deze werken hier nu eenmaal wonderen van het zuiverste water zijn en Mozes en de vele andere zieners en profeten deze man, die nu voor onze ogen zulke ongehoorde dingen bewerkstelligt, tevoren nauwkeurig en zo tot in details beschreven hebben dat men onmogelijk aan kan nemen dat ze iemand anders bedoeld kunnen hebben, komt het mij althans voor, dat de handelingen die deze profeten in overeenstemming hiermee verricht hebben toch wel wonderbaarlijk konden zijn! Dat daarbij ook van natuurlijke dingen gebruik werd gemaakt, valt niet te ontkennen; maar over het geheel genomen was het meeste toch zeker een groot wonder, dat evenals deze wonderen hier enkel en alleen tot stand werd gebracht door de almachtige wil van God, die zich als Gods geest door middel van de mensen openbaarde. Dat is zo mijn mening. Hoe denk jij daarover?'
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] DE FARIZEEËR zegt: 'Nou ja, als de dingen er zo voor staan, dan valt er volgens mij niet veel tegen uw gezaghebbende mening in te brengen; maar één ding is voor mij moeilijk of zelfs helemaal niet te begrijpen: waarom God, als Hij bestaat, de mensheid gedurende zo lange tijd steeds zo diep laat zinken aleer Hij pas weer een ziener en profeet opwekt die de geheel verblinde mensheid weer een beetje ziende moet maken, terwijl deze tenslotte zelf het slachtoffer wordt van de in wilde hartstocht ontvlamde en ontaarde mensheid. God verleent de profeet welonmiskenbare wonderbaarlijke krachten, daar kan ik nu niet meer aan twijfelen; maar uiteindelijk is de profeet gewoonlijk toch overgeleverd aan ruw fysiek geweld van de mensen. Bijna de meeste van de mij bekende profeten werden uiteindelijk op gewelddadige wijze om hun aardse leven gebracht. Waarom werden zij daarbij niet beschermd door de almachtige geest van God?
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Bij de heidenen, die onderworpen zijn aan de heerschappij van een onzichtbaar noodlot, kan men zich zoiets goed voorstellen, - maar heel moeilijk onder de heerschappij van een volmaakt wijze, goede, rechtvaardige en almachtige God! Dat was ook hoofdzakelijk de reden waarom ikzelf geheel afgestapt ben van het geloof aan een god.. Een ware profeet behoort tot aan zijn dood een onoverwinnelijk verdedigingsvermogen te bezitten, waartegen alle machten en krachten van de aarde mets zouden moeten kunnen uitrichten, -daardoor zou dan het ware goddelijke element voor alle tijden goed herkenbaar zijn en ook blij.ven; maar op deze manier komende meeste zieners en profeten op verschrikkelijke wijze aan het eind van hun aardse bestaan en maken daardoor al het goddelijke, dat ze voor die tijd uitgezaaid hebben, weer verdacht. Zo mocht Mozes zelf het beloofde land niet betreden, en de aartsengel Michael moest drie volle dagen met satan om zijn lichaam vechten en uiteindelijk ook nog aan het kortste eind trekken. Ja, waarom is dat dan zo? Waarom moet op deze aarde bijna altijd het kwade principe het winnen van het goede principe?
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] CYRENIUS zegt: 'Vanuit jouw denktrant bekeken is er wel iets voor je mening te zeggen, -maar alleen in menselijk maatschappelijke zin, voor zover deze betrekking heeft op deze wereld. Maar wij zijn nu al iets diepgaander ingewijd in de hoogst wijze plannen die God met de mensheid van deze aarde heeft en kennen het grote goddelijke 'waarom'! Ik kan je daarom niets anders zeggen, dan dat je mening fundamenteel onjuist is. Maar ik hoop dat ook jij nog anders zult gaan denken. Nu echter moeten jij en je metgezellen weer gaan; en kom weer, als je geroepen wordt! Bekijk eerst de wonderen, denk erover na en dan zal je daaruit duidelijk worden, hoe dwaas en gewaagd je vervolging van de grote Meester uit Nazareth was!'
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als dit niet zo was, denk je dan dat Ik ooit een wereld met een levend wezen erop zou hebben gevormd? Voor Mij is dat allemaal reeds eeuwigheden geleden een noodzakelijke behoefte geweest; zonder deze behoefte zou er nooit een aarde geschapen en met allerlei levende wezens bevolkt zijn.
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Hun werd een koning gegeven en deze werd gezalfd. Maar ook het verdrag tussen koning en volk had zijn uitwerking, en zo was het euvel dat het volk verlangde en kreeg, wederom niets anders dan een pijnlijke stimulans voor het volk om noodgedwongen opnieuw en in hogere mate werkzaam te zijn.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] In de grote nood en ellende vond het weer de weg naar Mij en nam in nauwelijks voorstelbare mate toe in genade, wijsheid en welvaart. Deze veroorzaakte echter reeds tijdens de regeringsperiode van Salomo een sterke vermindering van de vroegere werkzaamheid en het rijk viel letterlijk uiteen in de tijd van de eerste nakomelingen van Salomo. En zo moest dit volk steeds weer door allerlei ellende en nood belaagd worden om enigszins werkzaam te blijven.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hoe moet men deze leer nu zien met betrekking tot Uw nieuwe leer, volgens welke men altijd volop moet werken? Kijk, Heer, dit kan ik niet zo goed met elkaar in overeenstemming brengen! Daarom zou het goed zijn, Heer, als U me dat een beetje duidelijker wilde maken."
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326  ...