Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 313 van 373

...  301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326  ...
[1] Ondertussen roep Ik de officier bij Mij en vraag hem: 'Hoe is het jou nu te moede?' De officier antwoordt: 'Heilige Vader, oerbron van de zuiverste liefde! Ik voel mij buitengewoon hemels en kan het van liefde voor U niet meer uithouden! O, laat U ook door mij omarmen; ik word machtig naar U toe gedreven! O Vader, doe met mij wat U wilt, maar belet mij niet om U, liefde van alle liefde, te omarmen, want mijn hart dringt mij daartoe!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Het hart voortijdig gerust- en tevredenstellen betekent zijn geest weer in slaap sussen. Een slapende geest toont echter weinig neiging om vrij te worden. Men moet hier, in het rijk van de genade, de liefde geheel de vrije loop laten. Welke gevolgen dat ook mag hebben, ze kunnen alleen maar goed zijn, omdat de liefde een heilige kracht uit God is. Laat je daarom maar in beroering brengen door de liefde van de Heer; zij zal ervoor zorgen dat jouw gehele wezen zich in de meest volmaakte orde ontwikkelt!'
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De officier zegt: 'Ja, dat is wel op haar van toepassing, maar nu nog één vraag! Ik houd zo machtig veel van Jezus vanwege Zijn onbegrijpelijke liefde voor ons, Zijn schepselen. Deze liefde brengt mij erg in beroering. Wat moet ik doen om mijn hart tot rust te brengen?' Robert zegt: 'Laat je hart maar breken van liefde, daardoor zal je geest, die nu nog bekneld zit in je hart, vrij worden. Dan word je ook vrij in jouw gehele wezen, hetgeen de eerste voorwaarde is als je de Heer volledig nabij wilt komen.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Mathilde zegt: 'Je hebt werkelijk gelijk en bent al heel wijs geworden. Ik hoop dat ook ik spoedig zo wijs mag worden, maar nu is mijn hart te vol van liefde voor de Heer en daarom kan de wijsheid wat mij betreft nu even rusten.'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Daarom is het ook billijk dat ieder hart U boven alles liefheeft, want U alleen bent goed en meer dan heilig; alle andere wezens zijn echter slechts goed door de liefde voor U. Als een wezen iets anders meer liefheeft dan U, heilige Vader, dan is het al slecht, want alle liefde moet gericht zijn op U. Heb ik een schepsel lief omwille van het schepsel, dan is mijn liefde al een zonde, maar heb ik het enkel lief omwille van U, dan is mijn liefde een deugd en geeft zij het hart blijvende zaligheid. U alleen bent liefde en hebt ons uit liefde en voor de liefde geschapen. Daarom komt U alleen al onze liefde toe en wie U lief heeft, aanbidt U ook echt.
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[11] Mathilde zegt: 'Maak je daar maar geen zorgen over, ik weet ook wel hoe men moet liefhebben. Kijk maar uit dat jij uiteindelijk niet tekort komt. Ik ben op aarde op een heel merkwaardige manier door zowel zuivere als onzuivere liefde geplaagd, maar heb nergens echte voldoening in kunnen vinden. Maar nu voel ik mij geheel en al voldaan en mijn hart lijdt geen honger meer. Als ik aan tafel ben, weet ik wel hoe ik moet eten en in het bijzonder aan deze, waaraan talloze myriaden zich voeden met leven gevende nectar!'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Mathilde, die nu haar hoofdje tegen de linkerzijde van Mijn borst heeft gelegd, zegt: 'Nu is het goed! o God, o God, wat een zalige rust! Ja, wie werkelijk rusten wil, die ruste in God! o heilige borst! Och, mijn hart is veel te klein om de rijkdom van deze heilige, grootse ervaring te kunnen vatten! Wie zou echter de diepte van zo'n genade en liefde ooit kunnen begrijpen en doorgronden?'
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Zie je, Mijn zoon Peter, Mathilde heeft ten overstaan van Mij het best gesproken en is daarom ook het verst gekomen, maar jij wilde wijs worden nog voordat je hart in staat was om de echte wijsheid te verdragen. Daarom blijf je nu tamelijk ver achter bij Mathilde, hoewel je eerst verder was. Zorg ervoor dat jouw liefde voor Mij gelijk wordt aan haar machtige liefde, dan zul ook jij daar komen waar Mathilde nu is.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg tegen Mathilde en de officier: 'Zo is het goed; zo'n gebed bevalt Mij, want daarin is alles naar voren gebracht wat ieder mens, evenals iedere geest en iedere nog zo volmaakte engel, nodig heeft. Kom hier, Mathilde, aan Mijn borst en sterk daar je leven! Want kijk, uit dit hart is alles voortgekomen wat het oneindige heelal vult. Kom ook jij hier, Mijn dochtertje, en drink met volle teugen van het eeuwige leven vol liefde, wijsheid en macht!
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[13] De officier Peter brengt met deze woorden Mathilde naar Mij toe en zegt: 'Mijn Heer, mijn God en heilige Vader, hier is zij die U verlangde! Ik draag haar met grote vreugde in mijn hart aan U over, want ik weet dat U het beste voor haar eeuwig levensgeluk zult zorgen. Uw alleen heilige wil geschiede.'
Hoofdstuk 98: Over de juiste liefde voor God. Gelijkenis van het smalle poortje en de grote last. Een hemels onzevader. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] De sergeant-majoor zegt: 'Doe wat je wilt! Ik heb je slechts gezegd, wat hier alleen nodig is. Nu wenkt de Heer Zelf je echter. Ga naar Hem toe! Alleen uit Zijn mond stroomt de hoogste wijsheid. Neem deze goed in je hart op en leef ernaar!'
Hoofdstuk 97: Liefde voor God en liefde voor de vrouw. Alle liefde moet uitgaan van de liefde voor God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De officier zegt: 'Vriend, voorzover mijn hart mij zegt is hier echter slechts één compliment op z'n plaats en dat bestaat voor iedereen uit de zuiverste liefde! Heb je echter liefde voor God de Heer, dan omvat je ook met deze liefde Petrus, Paulus en Johannes, evenals alle hemelen, maar met aardse complimenten hoef je hier niet aan te komen. Daarom denk ik dat jij alleen bij de Heer je opwachting hoeft te maken, al het andere komt dan vanzelf.'
Hoofdstuk 97: Liefde voor God en liefde voor de vrouw. Alle liefde moet uitgaan van de liefde voor God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Kijk, het hart heeft maar één kamer voor de liefde en deze moet dienen voor God en tegelijkertijd ook voor de naaste, en omgekeerd. Als je op de juiste manier liefhebt, dan kun je God niet anders liefhebben dan een vrouwen een goede vrouw niet anders dan God, omdat het hart van een mens maar tot één echte liefde in staat is. Wat er daarnaast nog is, is eigenliefde en deugt niet voor het rijk van God.
Hoofdstuk 97: Liefde voor God en liefde voor de vrouw. Alle liefde moet uitgaan van de liefde voor God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De liefde is de grootste rijkdom van de hemelen; naar haar moet men hunkeren. En heeft men haar, dan moet men haar niet meteen aan iedereen uitdelen. De naastenliefde is weliswaar gelijk aan de liefde tot God, maar ze moet alleen bestaan uit werken omwille van God en nooit rechtstreeks uit de liefdegloed van het hart, maar altijd alleen via God op de naaste worden gericht, anders verzwakt zij de liefde tot God. Kijk naar jouw mooie Mathilde! Zij neemt in jouw hart drievierde deel in beslag van hetgeen de Heer alleen zou moeten hebben! Voel je nu wat de reden is van je zwakke liefde?'
Hoofdstuk 96: Over de bron van de hoogste wijsheid. Wenken voor het vermeerderen van de liefde tot God: - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Hoe heb jij die machtige liefde verworven, waaruit in je hart een wijsheid opwelt die zelden wordt aangetroffen in het vurige hart van een cherubijn? De Heer Zelf heeft me naar jou verwezen; wees daarom zo goed om me daarvoor een richtlijn te geven! Ik heb Jezus de Heer lief uit alle macht en zou echt niet weten hoe ik Hem nog meer zou kunnen liefhebben. Omdat jij het echter weet, zeg me dan hoe datgene wat voor mij tot nu toe onmogelijk was, toch mogelijk kan zijn.'
Hoofdstuk 96: Over de bron van de hoogste wijsheid. Wenken voor het vermeerderen van de liefde tot God: - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  301 - 302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326  ...