Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 314 van 1490

...  302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327  ...
[4] IK zeg: 'We hebben nog anderhalf uur tijd, en Ik kan je op deze vraag wel antwoord geven. Let dus goed op wat Ik je hierover in een beeld ga zeggen!
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En de kunstenaar sprak diep ontroerd door de gunst van de koning: 'Verhevenste heer en wijze heerser en gebieder! Uw genade en uw welgevallen aan dit kunstwerk zijn voor mij al de grootste beloning! Want ik heb deze kunst niet uit winstbejag en niet eens omwille van mijn dagelijkse brood, maar enkel uit zuivere liefde voor deze kunst met inspanning van al mijn krachten tot in mijn ziel geleerd; en juist daarom is het voor mij reeds de grootste vreugde en het hoogste loon, dat zij nu ook in de ogen van de meest wijze koning zo'n buitengewone waardering heeft gevonden.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt nogmaals tegen Mij: 'Heer, ik weet nu weliswaar uit Uw goddelijke mond waarom op de wereld alles zo is en gebeurt, en ik ken nu Uw goddelijk wijze plannen met betrekking tot de opvoeding van de mensen in alle tijden en in alle gebieden van deze aarde; maar daarnaast moet ik toch eerlijk toegeven, dat er in feite voor de opvattingen van deze Farizeeër vanuit een aards gezichtspunt wel iets te zeggen valt. Het is werkelijk van A tot Z geen wereld van liefde en waarheid, maar een zeer boze wereld vol haat en leugen, valsheid en onrechtvaardigheid! Deze zou echter ook wel anders kunnen zijn! Maar het is nu eenmaal zo en het zal nooit anders worden, en de aarde is gedoemd een huis van ellende te blijven, waar haar mensenkinderen altijd moeten versmachten. Maar het zou wel anders kunnen zijn!"
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Toen de kinderen van Abraham ten tijde van Mozes, Aäron, Jozua en ook nog tijdens de eerste richteren een zichtbare goddelijke leiding, onbeperkte wijsheid, en bovendien de grootste aardse welvaart genoten, werden ze lui en traag zoals de poliepen en oesters op de zeebodem. Ze werden van Mij uit door de mond van de profeten vaak tot werkzaamheid en waakzaamheid aangespoord en zelfs aangemaand; maar hun antwoord was: 'Als wij iets doen, dan kunnen wij ook een zonde begaan die dan alles wat we goed gedaan hebben teniet doet; maar als we niets doen, kunnen we ook niet zondigen en staan dan vrij van zonde rechtvaardig voor U, o Heer! ' - Door op deze manier te filosoferen, vervielen ze steeds meer in allerlei traagheid. Dit had een groeiende nood tot gevolg en op den duur fysieke en tenslotte ook morele zwakheid.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En de meester, die wel zag dat het de leerling helemaal niet om het brood te doen was maar geheel en al om volledige kennis van de goddelijke kunst, beleefde zelf grote vreugde aan deze leerling. Hij besteedde veel aandacht aan hem en bracht hem zeer grondig alle mogelijke geheimen van het vak bij. En het gevolg was, dat B later als een volleerd meester in de kunst een dermate onovertreffelijk kunstwerk tot stand bracht, dat daarvan de roem en de lof zelfs een koning ter ore kwam en de koning vervolgens de kunstenaar bij zich riep om ook hem zijn kunstwerk te tonen. De kunstenaar deed dit echter niet omdat hij hoopte er beter van te worden, maar om de koning daardoor een heel groot plezier te doen.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Wat denk je dat de nu nog meer verheugde koning daarop met de kunstenaar deed? -Zie, hij sprak: 'Nu zie ik pas, datje in je vak geheel en al een volleerd kunstenaar bent! Want als je deze kunst, ook al is ze op zichzelf nog zo prachtig, alleen omwille van de verdienste en het brood geleerd had, zou je het daarin nooit tot zo'n volmaaktheid gebracht hebben. Want wie iets leert om er zijn brood mee te kunnen verdienen denkt altijd alleen maar aan zijn levensonderhoud; hij is al gauw tevreden met het weinige dat hij oppervlakkig geleerd heeft en berekent daarnaast alleen maar, hoe hij eventueel de tekortkomingen in zijn kennis met valse schijn kan verhullen, opdat de mensen zijn zwakte niet in de gaten krijgen en hem toch voor een groot meester zullen houden. Maar na verloop van tijd zal hij er weinig aan hebben; want juist zijn slechte en gebrekkige werken zullen hem verraden.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Als men uitsluitend streeft naar het rijk Gods, is daar de grootste werkzaamheid voor nodig. En wanneer een ware leerling zich dit dan geheel heeft eigen gemaakt, dan zal er ook zo'n koning te vinden zijn die deze ware verdienste ook waarachtig zal belonen; en zo zal het door alle goede sferen van het menselijke leven altijd als waarheid blijven gelden, dat -waar en waarin ook maar iemand het goede en het ware doet omwille van het goede en ware zelf en daarin naar de ware voleinding zal streven - hij de juiste waardering en beloning vanzelf zal en moet krijgen.
Hoofdstuk 160: Iemand die op egoïstische wijze naar zijn wedergeboorte streeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Nemen we bijvoorbeeld iemand die er naar streeft om volgens Mijn leer de wedergeboorte van de geest te verkrijgen, die waarlijk bij niemand uit zal blijven als hij daar waarachtig met volle inzet en juiste liefde naar gestreefd heeft. Deze mens van ons voorbeeld weet, dat de liefde tot God en de naaste hiertoe de enig mogelijke weg is. Hij houdt zich nu streng aan alle geboden van God, heeft God in zijn hart zoveel mogelijk lief, doet iedereen zoveel hij kan alleen maar goed en ondersteunt de armen rijkelijk; en als hij weet dat er ergens een mens is die zijn wijsheid werkelijk uit God heeft, gaat hij er naar toe, steunt hem rijkelijk en wordt zijn vriend.
Hoofdstuk 160: Iemand die op egoïstische wijze naar zijn wedergeboorte streeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hier komt de belangrijkste vraag: Ja, waarom kon deze man, die echt eerlijk zijn best deed, de wedergeboorte van de geest niet bereiken? -Juist omdat hij al het goede alleen maar deed om deze te bereiken!
Hoofdstuk 160: Iemand die op egoïstische wijze naar zijn wedergeboorte streeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wie God en zijn naaste om andere redenen liefheeft dan omwille van God zelf en omwille van de naaste zelf, komt niet tot een volledige wedergeboorte, omdat deze de meest directe verbinding is tussen God en mens.
Hoofdstuk 160: Iemand die op egoïstische wijze naar zijn wedergeboorte streeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Als iemand een dergelijke beweegreden heeft, dan plaatst hij altijd tussen zichzelf en God een scheidende wand die het geestelijk licht niet doorlaat, ook al is die wand nog zo dun, en daarom kan hij niet volledig één worden met de geest van God. En zolang deze eenwording niet geschiedt, kan er geen sprake zijn van een volledige wedergeboorte.
Hoofdstuk 160: Iemand die op egoïstische wijze naar zijn wedergeboorte streeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ah, wanneer je mij, als ik je geloof en tegen je huichel, overduidelijke voordelen kunt bieden, dan kun je tegen me zeggen: 'Zie, deze Nazarener heeft niet alleen dit allemaal, maar ook deze zee met alle vissen enkel door zijn wil heel plotseling laten ontstaan, en trouwens deze hele aarde pas twee jaar geleden geschapen!' -en ik zal het van je geloven! Wat ik je hiermee wil zeggen, zul je ook zonder enige nadere uitleg zeker wel heel goed begrepen hebben."'
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Het is nu eenmaal zo en zal op deze aarde nooit anders worden. Als iemand lange tijd iets nog zo heerlijks, goeds en verhevens bezit, laat hem dat uiteindelijk even onverschillig als iets wat men lange tijd in volle overvloed heeft bezeten. Maar als men uiteindelijk het lang genoten bezit verliest, dan weet men pas wat men bezat en leert men de waarde ervan beoordelen.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hij doet dat jarenlang; maar de beloofde wedergeboorte van de geest, waar hij met de dag meer op hoopt en naar verlangt, vindt toch niet plaats. M en toe heeft hij wellichte momenten, maar het zijn alleen flitsen, waarbij het licht niet blijvend is. Dan zegt deze man die jarenlang ijverig zijn best doet voor de wedergeboorte van de geest: ' Maar nu kom ik op het punt, dat ik die hele kwestie van de wedergeboorte voor pure fantasie houd! Twaalf volle jaren heb ik tot op dit uur alles gedaan wat de leer ook maar van mij verlangde, en toch ben ik nog even ver als toen ik begon met ernaar te leven en te streven! Volgens mijn ervaring is er werkelijk niets mee te bereiken; daarom is het het verstandigst, dat ik weer als een gewoon mens op wereldse wijze verder leef en me terugtrek van al die bedrieglijke geestelijke contacten!'
Hoofdstuk 160: Iemand die op egoïstische wijze naar zijn wedergeboorte streeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] En de aanvoerder zegt daarom tegen Marcus, die zich al een beetje begint te ergeren: 'Ja, we waren er nu eenmaal niet bij, en al degenen die hier zijn en het met jullie eens zijn, kunnen ons heel gemakkelijk voor de gek houden! We weten heel goed, hoe de Essenen hun geweldige wonderen tot stand brengen, maar kunnen tegen het eenmaal door verbazing ontstane bijgeloof of volksgeloof niets meer beginnen. Duizend mensen die het met elkaar eens zijn kunnen de grootste wonderen teweegbrengen en tienmaal duizendmaal duizend mensen overreden. Jullie kunnen op dit verborgen en afgelegen plekje tien jaar lang aan dit wonderwerk gebouwd hebben, terwijl niemand behalve jullie zelf het gezien heeft! En toen het klaar was, nodigden jullie vreemdelingen uit en zeiden dan zoals afgesproken, dat deze of gene wonderdoener dit gebouw in een enkelogenblik heeft laten ontstaan, en zo ook de tuin en de haven. En als duizenden dat serieus beweren, moet de vreemde het wonder wel gaan geloven, of hij wil of niet. Er moet een wonder voor ónze ogen gebeuren, -dan pas zullen wij ook aan dit wonder geloven!'
Hoofdstuk 161: De indruk van de wonderbaarlijke werken van de Heer op de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  302 - 303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327  ...