Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 315 van 1110

...  303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328  ...
[5] Jullie zijn toch ook mensen en hebben voldoende geld, zodat een van jullie zich best in goud en zijde zou kunnen kleden. En in keizerlijke pracht gekleed zou hij zich aan het volk kunnen voorstellen en zeggen: 'Luister volk, ik ben de beloofde Messias der Joden!' -heus, dat zou zelfs de sluwste en vermetelste van jullie niet durven, omdat hij al vooruit zou weten hoe zo'n verklaring door het volk en door zijn vroegere collega's zou worden opgenomen. Wie geeft dan deze onopvallende, heel eenvoudige man de moed om aan jullie en de hele wereld te verkondigen dat juist Hij alleen de beloofde Messias van de joden en eigenlijk van alle mensen van deze aarde is?! En wat Hij over Zichzelf zegt, bevestigt Hij door woord en daad. Als dat nu voor alle ogen en oren van de mensen gebeurt, -waarom geloven jullie dat dan niet? Waarom kunnen wij heidenen het dan zonder enige twijfel geloven -en waarom jullie niet? Omdat jullie vol hoogmoed en vol van de allerlaagste eigenliefde zitten!
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Toen bond de Romein wat in en zei heel beheerst: 'Dat jullie je de messias zo voorstellen, is ons vandaag tijdens de maaltijd door die Messias waaraan jullie niet geloven en die jullie niet aannemen exact aangetoond. Maar ik zeg jullie: Op zo'n messias zullen jullie tevergeefs wachten! Als jullie echter beweren dat deze Messias ons Romeinen te pas komt omdat Hij zwak is en geen macht heeft, dan zijn jullie kwaadwillige leugenaars en verloochenen jullie wat je maar al te goed van deze man weet! Ik zeg jullie: Deze Ene heeft eindeloos meer macht en kracht in Zijn wil, dan alle rijken van de hele wereld, ook al zijn ze nog zo machtig! Dat weten wij en is ons bekend, omdat wij het van zeer geloofwaardige oog en oorgetuigen tot zelfs in Rome gehoord hebben. En jullie zijn hier en zeggen ons Romeinen onbeschaamd in ons gezicht dat wij Hem goed gezind zijn vanwege Zijn zwakte?! Nu, wacht maar, als Hij terugkomt zullen wij Hem vragen om jullie een proefje van Zijn almacht te geven, dan zullen we eens zien of jullie nog zeggen dat Hij zwak is!'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Bij ons Joden bestaat er volgens de wet slechts één god waaraan we moeten geloven, en wij mogen geen vreemde goden naast Hem hebben. Als we deze man ook als god aannemen, wat moeten we dan met de oude wet? Dan moeten we in twee goden geloven, ten eerste aan een zichtbare die hier vlakbij ons is, en vervolgens aan de onzichtbare, waarvan tevens gezegd wordt dat geen sterveling Hem kan zien en daarbij in leven kan blijven.
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE ROMEIN zei: 'je hebt nu weliswaar heel gepast gesproken, maar wij Romeinen weten maar al te goed hoeveel waarde jullie aan de oude wet hechten. Het gaat jullie er alleen maar om de opbrengst van jullie godsdienst en jullie tempel. Ieder van jullie verkoopt jehova zowel als Mozes en de andere profeten voor een paar pond goud en zilver! Als dat niet zo was, zouden jullie de Samaritanen niet haten en vervolgen omdat zij jullie nieuwe voorschriften niet aannemen en vast bij Mozes en de andere profeten zijn gebleven!
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Kijk, wij zijn weliswaar Romeinen, maar wij weten in Rome alles over de toestanden in onze Aziatische landen! En dus weten we ook heel precies dat jullie uiterlijk voor het volk wel priesters zijn, maar innerlijk atheïsten, nog erger dan onze cynici en Epicuristen. jullie geloven aan geen enkele god en staan daarom ook steeds klaar om in het geheim de grootste en gruwelijkste misdaden tegen iedere burgerlijke -en nog meer tegen iedere goddelijke wet te plegen. Als jullie niet voor onze wereldlijke wetten, die altijd onverbiddelijk streng gehandhaafd worden, zouden terugschrikken, zou er allang geen leven meer voor jullie zeker zijn.
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Omdat ik duidelijk zag dat een paar heetgebakerde Romeinen uit de groep de onbeschaamdheid van - zeg maar - slechts twee verklede Farizeeën erg hoog opnamen, zei ik tegen hen: 'Beste mannen uit Rome, de grote keizerstad! Let toch niet op het zinloze gepraat van deze twee blinden! Als zij ook maar een beetje helder verstand zouden hebben, zouden zij zoiets zeker niet gezegd hebben. Wij met ons allen zijn toch ook Joden, en onze Heer en Meester is het ook, en wij hebben hoogachting voor jullie en zijn de wijze regering in Rome veel dank verschuldigd; want zij is onze beschutting en bescherming tegen de onderdrukking door de tempel en door de landpachter Herodes, die vaak alle perken te buiten gaat. Wij weten wat wij aan de Romeinen hebben; maar zij, die menen eigen baas te zijn, weten dat niet of willen dat niet weten, let dus maar niet op hun praatjes! Maar ik zal de Heer Zelf op mijn knieën vragen om deze blinden een proefje van Zijn macht te geven, opdat deze dwazen u niet kunnen verwijten dat u Hem alleen maar vanwege Zijn zwakte steunt!'
Hoofdstuk 208: Het verhaal van Lazarus over de ongelovige Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Maar toen stond AGRICOLA op, liep naar de tafel waar de verklede mannen helemaal apart zaten en zei tegen hen: ' Zeg me eens hoe jullie de zwakte van deze ware Messias bevalt! Noemen jullie dat nu ook nog een zwakte, of kunnen jullie misschien hetzelfde doen alleen door jullie wil? Kunnen jullie ook zulke kostbare drinkserviezen scheppen en met kostelijke wijn vullen? Kunnen ook jullie heerlijk brood uit de lucht te voorschijn toveren, en tafels en banken? Jullie tafel en jullie banken en stoelen zijn toch echt wel stevig genoeg, en zij zijn niet gemaakt, maar alleen geschapen door de wil van Degene van wie jullie beweren dat wij Romeinen Hem alleen maar goed gezind zijn omdat wij in zekere zin van Zijn zwakte niets te vrezen zouden hebben. Wat zeggen jullie daar nu dus van?'
Hoofdstuk 209: Het wonder in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Jullie Romeinen hebben het dan met jullie godenleer veel gemakkelijker. Jullie hebben in totaal verscheidene duizenden goden die jullie vereren, en daarbij komt het er op één echt niet aan, die jullie dan weer ter gedachtenis aan jullie Olympus en jullie Pantheon toevoegen. Maar bij ons joden is dat totaal anders. Wij kunnen ons bij de messias die komen moet alleen maar een machtige profeet voorstellen, van de grootte van Mozes of Elia, die in ieder geval naast de geestelijke kracht van een hogepriester ook die van een koning, zoals David eens was, bezit; maar dat de beloofde Messias de oude Jehova Zelf moet zijn of op z'n minst een echte zoon van Hem, is ondanks alle werkelijk buitengewone tekenen die hij ons nu laat zien, voor ons joden die met de oude wet te maken hebben, moeilijk aanvaardbaar.
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Dat jullie nu deze ware godmens niet als Degene die Hij ongetwijfeld is, willen aanvaarden, komt noch door jullie jehova noch door Mozes, maar alleen door de angst dat daardoor jullie aanzien en grote inkomsten zouden kunnen verminderen. jullie zijn in je gewetenloosheid maar al te blij datje elk vonkje van geloof in een God kwijt bent! Nu moeten jullie opeens heel serieus weer aan een God gaan denken, -wat voor jullie gevoelloze geweten wel heel erg lastig zou zijn! En daar denken jullie dus beslist niet aan! Maar één ding kan jullie niet onverschillig laten, en dat is zonder meer, dat er nu zo veel mensen in deze waarachtige godmens geloven, daardoor wijs en verstandig worden en zich dan toch van jullie af zullen keren. En dan zou ik ook tegen jullie willen zeggen: Hinc ergo illae lacrimae? (Vandaar dus die tranen! D.w.z.: Dat is dus de reden) Naar mijn mening heb ik jullie nu alleen maar openlijk de volle waarheid gezegd; maar desondanks kunnen jullie doen wat je wilt!'
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Onze Galileeër hier heeft weliswaar alle kenmerken van een profeet, en wij zouden hem ook als profeet aannemen als hij maar niet als zodanig in Galilea zou zijn opgestaan. Datzelfde was ook met Johannes de doper het geval. Zijn woord klonk helemaal als dat van een echte profeet; maar verder was hij dan ook een oer Galileeër, en daarom konden wij als mensen die in de Schrift geloven, toch niet zonder meer aannemen dat hij een echte profeet was. Overigens is het wel waar dat beiden geen geboren Galileeërs, maar geboren Judeeërs zijn; maar in de Schrift wordt niet de geboorte, maar het opstaan als echte profeet bedoeld. Omdat er dus staat dat uit Galilea geen profeet opstaat, kunnen wij ook niet zo gemakkelijk als u denkt, aannemen dat dit helemaal echte en ware profeten kunnen zijn. En u kunt daarom niet kwaad op ons worden als wij zeggen dat wij eerst nog veel moeten onderzoeken voor wij de Nazareeër als profeet kunnen accepteren. Daarna kunnen we pas zien hoe het er met de Messias uitziet. U heeft toch zelf gezegd dat u, Romeinen, alles eerst goed onderzoekt en daarna pas het goede behoudt! Doen wij dan verkeerd als wij uw wijze raad opvolgen?'
Hoofdstuk 210: De twijfel van de Farizeeën over de Heer als Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] EEN van degenen die wat geloviger waren, zei: 'Daarin hebben jullie niet helemaal ongelijk, maar bij ons joden zijn toch ook mensen die wat geleerd hebben, en dus ook wat begrijpen en daardoor ook het een en ander kunnen onderzoeken en beoordelen. En zo zijn er ook priesters die wat meer begrijpen dan men als vreemdeling zou denken.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] DE ROMEIN zei: 'Ah, dat dacht ik ook, dat ook jullie joden het een en ander geleerd moeten hebben! Maar wat jullie geleerd hebben is toch lang niet voldoende om het verstand van een Romein te beoordelen, laat staan de wijsheid van deze godmens, die werkelijk onbegrensd is en waarvoor wij de grootste eerbied hebben.
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE ROMEIN zei: 'Goed, dat goud stelt voor mij niets voor, want ik bezit nog meer dan duizendmaal het bedrag van deze weddenschap! Maar wat ik als Romeins patriciër zeg, daar houd ik mij ook op leven en dood aan! Begrijpen jullie dat? Laat mij dus vragen aan jullie stellen! Beantwoorden jullie de vragen goed, dan hebben jullie duizend pond goud verdiend; als jullie dat echter niet kunnen, betalen jullie mij slechts honderd pond als straf voor jullie aanmatiging tegenover ons Romeinen, die jullie heren zijn!'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] DE ROMEIN zei: 'Goed, stellen jullie er maar een samen! Er zijn hier nu een paar honderd mensen, - die zullen toch wel kunnen beoordelen of jouw antwoorden waar, goed en ter zake kundig zijn? Ik heb mijn scheidsrechter al.'
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Omdat ook wij Romeinen over het algemeen veel afweten van jullie profeten, zou ik graag een juiste uitleg willen hebben van wat de profeet Jesaja in het tiende hoofdstuk bedoelde toen hij zei:
Hoofdstuk 211: Een weddenschap tussen Agricola en een Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  303 - 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328  ...