17481 resultaten - Pagina 316 van 1166
... 304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 ...
[1] Nu keek AZIONA de gemoedelijke Johannes verbaasd aan en zei: 'Luister, mijn overigens zeer gewaardeerde vriend! Hetgeen ik nu uit jouw mond heb vernomen, is meer dan mijn gevulde voorraadkamer en veel meer dan de van puur water gemaakte wijn; want wat je mij hebt gezegd is woordelijk van A tot Z waar! Je hebt mij tevoren nooit gezien en nooit gesproken en kent de levensomstandigheden van mij en mijn hele gezelschap zo precies, alsof je dat allemaal zelf met ons hebt meegemaakt! Dat is veel -en iets dat me zeer tot nadenken begint te stemmen. Dat jouw collega die als eerste het woord voerde, mijn naam wist, viel me helemaal niet op, omdat heel Caesarea die kent en omdat men jullie van daaruit de weg hier naar toe gewezen kan hebben; maar mijn levenservaringen zijn door niemand van ons aan wie dan ook bekend gemaakt, en daarom ben jij ze ook van niemand te weten kunnen komen, -en je bent van iedere kleinigheid op de hoogte, ja zelfs van de gedachten die ik toen gehad heb, de besluiten die ik genomen heb, en de plannen die ik innerlijk koesterde en vaak niet eens aan iemand van mijn gezelschap heb meegedeeld! Vriend, dat is iets, wat op geen enkele natuurlijke manier te verklaren is!Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wel moeten er in Egypte ooit wijzen zijn geweest die uit de lijnen van de hand en het voorhoofd iemand konden zeggen wat hij gedaan had, en voorspellen, wat hij te verwachten had; ook waren er zekere tempelslapers, die in een soort extase tijdens de slaap iets vertelden over dingen die ergens bestonden, of voorspelden wat ergens zou gebeuren en zou bestaan. Met wat een mysterieuze beelden werd een dergelijke orakelinhoud aan b.et licht gebracht! Er waren weer andere wijzen voor nodig om zulke hoogst onbegrijpelijke orakelspreuken op meestal vreemde en zeer sluwe wijze aan de leken uit te leggen; en na vaak zeer bombastische en kostbare verklaringen wist degene die om uitleg vroeg precies dingen die hij helemaal niet hoefde te weten, .of die hij al sinds lange tijd wist. Maar bij jou kwam het er gewoon glashelder uit zonder enige tempelslaap, zonder mijn handen te bekijken en zonder mysterieus gepraat! Ja, zulke helderziendheid bevalt me! Maar nu rijst daar achteraan de vraag nog die luidt: Hoe, hoe is zoiets mogelijk? Zonder een alziende en alvoelende goddelijke kracht is dat absoluut ondenkbaar! Zou zoiets werkelijk alleen door een volledig geloof te bereiken zijn?"
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik ben weliswaar uiterlijk net zo'n mens als jij; maar in mijn hart ben ik niet meer alleen maar voor mijzelf levend, maar Gods kracht woont door mijn grote liefde voor Hem in mijn hart en is één geworden met mijn liefde. Daarom kon ik ook vanuit de kracht van God alles zien en waarnemen wat er zich met jou en je gezelschap tijdens je reizen heeft afgespeeld. Hierin ligt alles besloten!
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zijn BUURMAN zegt: 'Heb toch een beetje geduld, mijn vriend Aziona; men moet een droom eerst eens behoorlijk uit alle levenshoeken van zijn gemoed wat ordelijker bij elkaar zoéken, omdat men nooit met een verwarde vertelling bij jou aan hoeft te komen. Maar ik zie het nu allemaal behoorlijk goed voor me, luister dus maar geduldig.
Hoofdstuk 179: De droom van Hiram - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik stond aan de oever van onze baai, die bijna onbevaarbaar is voor grotere schepen. Ik zag in het oosten een grote glans opstijgen, die sterker scheen dan de middagzon. Ik zocht met mijn ogen van links naar rechts en van boven naar beneden, maar er was niets te zien wat ook maar enigszins op de zon leek, waar de grote glans van had kunnen uitgaan.
Hoofdstuk 179: De droom van Hiram - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Maar nu meteen er naar toe; want ik brand van verlangen om het schip te zien, of het althans wat de vorm betreft op het schip lijkt dat ik in mijn droom heb gezien! Ook de mensen heb ik tamelijk dichtbij al zo duidelijk kunnen zien dat ik hun gezichten goed in me op heb kunnen nemen. Het zou waarlijk hoogst merkwaardig zijn als het schip en ook de mensen die ik op het schip in mijn droom heb gezien, gelijkenis vertonen met jouw wonderbaarlijke gasten! Laten we daarom onmiddellijk naar hen toe gaan, opdat ze niet van te voren al weg varen!"
Hoofdstuk 179: De droom van Hiram - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik bekeek deze grote glans met steeds grotere belangstelling en ontdekte spoedig daarop een groot schip, dat juist deze baai binnenvoer. Dit schip verspreidde zoveel licht, dat het me gauw duidelijk werd, dat de vooraf gaande grote lichtglans alleen van dit schip kon stammen. Ik ontdekte ook snel mensen op dit lichtschip, van wie er vooral Een meer licht verspreidde dan de middagzon. En ook de anderen, op één na, verspreidden veellicht, maar toch zo, alsof ze gelijk de witte zonnewolkjes door die Ene werden beschenen. Het schip naderde snelonze nederzetting. Ik werd door grote angst bevangen vanwege het steeds sterker wordende licht, zodat ik me haastig in mijn hut probeerde te verbergen. Maar toen werd ik wakker en zag dan pas in, dat het slechts een droom was.
Hoofdstuk 179: De droom van Hiram - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] AZIONA zegt: 'Geduld, werkelijk, dat is niet mijn zwakke kant, -want daar heeft het me altijd flink aan ontbroken; maar als het moet kan ik ook wel geduldig zijn!'
Hoofdstuk 180: Wat de ziel tijdens een droom ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] JOHANNES zegt: 'Je wilde eigenlijk zeggen dat geduld bij jou geen sterke, maar eigenlijk slechts een zeer zwakke kant* (* Hier staat in het Duits: 'Seite', dat hetzelfde uitgesproken wordt als het woord 'Saite', dat 'snaar' betekent.) is, die snel en gemakkelijk stuk gaat, - niet waar, mijn vriend Aziona?"
Hoofdstuk 180: Wat de ziel tijdens een droom ziet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Dat is nu mijn levensbeschouwing. Als jullie misschien een betere hebben, geef die dan ten beste en ik zal erg blij zijn als jullie ons nog iets kunnen zeggen wat meer waarheid bevat! Maar ik weet al bij voorbaat, dat jullie met niets kunnen komen dat meer waar en gedegener is, omdat iets dergelijks nergens bestaat en ook niet kan bestaan. "
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Van de psalmen van David en de klaagliederen van Jeremia wil ik niet direct iets zeggen; want er schijnen veel goede en verheven dingen in voor te komen, en allerlei zo mooi duister gehouden voorspellingen over een Messias der joden die ooit zal komen, ongeveer als in de Ilias* (*Het door de dichter Homerus geschreven heldenepos van de Grieken) van de Grieken. Maar dat alles is echt mooie poëzie, waarachter niet eens mijn huidige, mooie en hier ook in vervulling gegane lichtdroom schuilgaat! De arme sterfelijke mensen stellen zich zo goed als het gaat steeds tevreden met louter goede dingen; maar waar bevindt zich daarin de reële werkelijkheid? Die blijft eeuwig achterwege, en ieder mens met al zijn mooiste verwachtingen vindt uiteindelijk daar beneden in de koele aarde de vervulling! Dat is en blijft eeuwig en altijd dezelfde waarheid; al het andere verstuift in het oude, ijdele niets!
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Zie, beste en zeer achtenswaardige vrienden, jullie kunnen doen wat jullie willen en kunnen, en evenzo allerlei wijsheid spreken, schrijven en onderwijzen, het is toch allemaal ijdel! Alleen datgene, wat ik jullie vanuit mijn zeker eenvoudige en onbaatzuchtige armzaligheid gezegd heb, is en blijft waar. Want dat leert de mens de dagelijkse ervaring, en deze kent als de oeroudste leraar van alle schepselen beslist geen enkele uitzondering, omdat zij aan alle schepselen zo eigen is als deze beide ogen mij eigen zijn zolang ik leef Alle andere wijzen en profeten hadden hun wijsheid en hun kennis weer van hun voorgangers en wilden het daarmee opnemen tegen de oude ervaring; maar het is allemaal puur voor niets en ijdel! Daar beneden zijn ze reeds lang vergaan en niets is er van hen overgebleven dan hun lege, wijze leringen en sommige van hun grote daden. Alleen zwakke geesten die nog sterk aan dit onbeduidende leven hangen, kunnen in dergelijke hersenspinsels nog enig behagen scheppen en er soms zelfs nog een ijdele troost in vinden.
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] IK zei: 'Mijn beste Johannes, maak je daar geen zorgen om! Watje hebt gesproken was allemaal prima in orde, want alles moest precies zo lopen. Ga jij daarom nu maar heel moedig verder, we zullen ons nog in een van de mooiste overwinningen kunnen verheugen!"
Hoofdstuk 181: Hirams stoïcijnse-naturalistische wereldbeschouwing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] JOHANNES begon als volgt te spreken: 'Mijn vriend Hiram! jij had vannacht een door jou zo genoemde lichtdroom en je zei, dat je ons allen met het schip reeds hier hebt zien binnenlopen, en zoals je hier uit eigen beweging zelf persoonlijk hebt toegegeven, waren wij dezelfden als degenen die je in je lichtdroom hebt gezien. Verklaar mij nu hoe dat mogelijk was volgens jouw wijsheid, die in haar soort geenszins gering te schatten is! Want als wij alleen maar lichamen en geen zielen zouden hebben, die tenslotte toch ook zonder een lichaam zouden kunnen voortleven, hoe hadden wij ons dan als zielen aanjouw tijdens je lichamelijke slaap eveneens wakkere en werkzame ziel kunnen tonen, terwijl onze lichamen zich rond die tijd nog ruimschoots in de streek boven Caesarea bevonden?"
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] HIRAM zei: 'Ja, heel goed! Maar als dat in ernst jullie zielen waren, die vrij van hun lichaam reeds van te voren in deze baai rondvlogen, dan zou ik wel eens willen weten of jullie schip soms ook een ziel heeft! Kijk vriend, nu zijn we weer bij het oude, enigszins omstreden punt, waarover mijn vriend Aziona reeds eerder opheldering wilde hebben, maar door jou tot geduld gemaand werd. Maar nu ben ik zeer nieuwsgierig hoe je deze zeer netelige vraag zult beantwoorden!"
Hoofdstuk 182: De vormende kracht van de menselijke ziel in de droom - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)