Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 316 van 373

...  304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329  ...
[1] Robert zegt: 'O Heer, dat zal mij niet al te best afgaan, want de militaire stand is nooit een liefhebberij van mij geweest. Waar ik ook maar een soldaat te zien kreeg, maakte zich steeds een eigenaardige wrevel meester van mijn hart en diezelfde wrevel voel ik ook nu nog, hoewel ik mij door Uw genade toch tenminste als een halfvolmaakte geest mag beschouwen. Als ik nu deze soldaten moet bekeren, zou ik mij bij hen op de een of andere manier bemind moeten kunnen maken, maar dat lijkt me volslagen onmogelijk, want dit soort mensen zijn niets anders dan pure machines, die zich op commando als afgerichte dieren bewegen. Wat hun bevolen wordt, doen ze zonder te vragen of het goed is of niet.
Hoofdstuk 84: Een nieuwe opgave voor Robert. De Heer over de militaire stand. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[14] De bevoegdheid die de Heer Zijn leerlingen ogenschijnlijk heeft gegeven, was en is slechts die van de Heilige Geest Gods in de mens. Wie leeft volgens Gods woord waardoor alles ontstaan is, ontvangt ook Gods geest, want Gods woord is namelijk de Heilige Geest uit de mond van God, die binnenvloeit in de harten van alle mensen die het Godswoord daadwerkelijk in zich opnemen. Eenmaal in het bezit van Gods geest, die mijn hart maakt tot een tempel van de diepste wijsheid uit God, kan ik dan ook tot een zondige broeder die blijk geeft van berouw en verbetering, zeggen: 'Je zonden zijn je vergeven'. Is hij echter hardnekkig en wil hij zijn valsheid en slechtheid niet opgeven, dan kan de van Gods geest vervulde ook zeggen: 'Vriend, omdat je volhardt in het kwaad kan je zonde je niet vergeven worden!' Als men echter gelooft dat men de Heilige Geest ontvangt door bepaalde sacramentele ceremonieën zoals de nietszeggende waterdoop, de toediening van het vormsel en zelfs de zogenaamde priesterwijding, heeft dat niets anders tot gevolg dan de vorming van een onverdraaglijk kastenstelsel, waar de Heilige Geest verder van verwijderd is dan de hemel van de aarde.
Hoofdstuk 80: De koster geeft meer opheldering. Bittere waarheden voor Rome's eminentie. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jullie godsdienst moet altijd al een gruwel voor God zijn geweest, want Christus Zelf heeft uitdrukkelijk gezegd: 'Wat jullie voor de armen doen, dat doen jullie voor Mij!' Als ik echter op een zondag niet naar jullie godsdienst zou gaan, maar in plaats daarvan de armen zou bezoeken en een goed werk aan hen zou verrichten, dan zouden jullie mij veroordelen! Wiens dienaren zijn jullie dan, als jullie de ware, door God Zelf duidelijk aangegeven godsdienst veroordelen? O jullie dwazen! Wat is dan beter voor God: datgene doen wat Hijzelf heeft aanbevolen, of Hem met de lippen eren maar het hart verre van Hem houden? Wanneer hebben jullie eigenlijk God gediend? Jullie hebben immers Zijn woord en Zijn wet nog nooit aanvaard!
Hoofdstuk 79: Verhelderende woorden van de ketterse koster. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Ik dwong mijn hart wel om deze almachtige God met al mijn krachten lief te hebben, maar moet toch tot mijn schande bekennen dat mijn hart zich in deze liefde niet kon vinden. Ik werd toen door dergelijke zelfonderzoeken vrijmetselaar, om zodoende tot een diepe re kennis van God te komen. Ik heb daardoor wel veel gewonnen en veel gelezen over de zuivere liefde tot en in God, maar de onverbiddelijke rechter wilde absoluut niet verdwijnen en de hel niet uitdoven.
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Zo stelde ik me ook vaak levendig voor hoe U, die uit liefde tot de mensen zoveel hebt geleden om hen gelukkig te maken, een terechte reden had om tegen zondaars onbarmhartig te zijn en hun hun zonden onverbiddelijk streng te vergelden. Desondanks kon mijn domme hart zich nooit helemaal vinden in de hoogste liefde tot U.'
Hoofdstuk 77: Verhelderende woorden van de Heer over de 'onoverbrugbare kloof' en de vergeving van' doodzonden' . - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Beste vriend, wat kan er voor Mij nu waardeloos zijn als het met de juiste instelling wordt verricht? Wanneer Ik elke beker vers water, die je een dorstige aanreikt, honderdvoudig zal belonen, hoeveel te meer zal ik dan een godvruchtig misoffer van een werkelijk edelmoedige priester met welgevallen aanzien en de priester evenals het offer zegenen! Ik kijk altijd alleen maar naar het hart en nooit naar het uiterlijk, want door een liefdevol en rechtschapen hart wordt elke uiterlijke vorm, hoe deze er ook uitziet, voor Mij goed en rechtvaardig, hoewel de vorm niets te betekenen heeft en deze dus noch uiterlijk noch innerlijk enige waarde kan hebben.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik zeg: 'Geliefde vrienden, jullie, die op aarde veelal naar Mijn hart geleefd en gehandeld hebben! Het verheugt Mij buitengewoon dat jullie je deze doden herinneren en Ik zal de wens van jullie harten meteen vervullen. Maar dit zeg Ik vooraf: in deze tuin zullen we een heel magere oogst binnenhalen, want niets is moeilijker uit een ziel te verwijderen zonder haar te schaden of haar helemaal te vernietigen, dan de zogenaamde theologische hoogmoed.
Hoofdstuk 67: Voor de Stefanusdom. Goede smeekbede van de verloste vorsten. Moeilijke genezing van geestelijke hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Je bezat wel de gunst van je volk, vooral van de hoge adel, maar het zou beter geweest zijn als je de gunst en de liefde van de Heer had bezeten! Dus vriend, niet wij maar alleen de Heer is alles in alles. Aanvaard dit in je hart en wend je tot de Heer, dan zul je vooruitgaan! Ik heb nu gesproken. De Heer zij met je!'
Hoofdstuk 65: De levensgeschiedenis van de trotse Karel. Paulus schudt de hoogmoedige wakker. Dialoog tussen Karel en Jezus. Uiteindelijke bede om genade en bevrijding. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik heb slechts eenmaal, en wel voor alle mensen, Mijzelf opgeofferd aan Hem, die in Mij een Heilige Vader van alle eeuwigheid is. Nu, na dit enige en unieke offer, is er in de eeuwigheid geen tweede gelijksoortig offer meer mogelijk. Door het misoffer wordt niets tot stand gebracht, maar door het nobele hart van degene die het verricht heel veel, want dan wordt het door Mij waarachtig gezegend, niet als een offer, maar als uitbeelding van Mijn aardse leven. Een nieuw offer is nooit mogelijk, omdat dit reeds eenmaal voor eeuwig geldend werd volbracht, waarom Ik aan het kruis dan ook tenslotte uitriep: 'Het is volbracht!' Wat echter eenmaal voor alle tijden voltooid is, kan nooit weer opnieuw worden volbracht.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Jozef zegt: 'Ik zie nu duidelijk in dat U alleen op alle punten gelijk hebt, maar wat dat 'niet ergeren' betreft, dat is een moeilijke opgave! Als U, o Heer en Vader, iemands hart niet helemaal vult met Uw zachtmoedigheid, kan hij doen wat hij wil, maar hij zal zich toch ergeren als hij deze wezens zulke schanddaden ziet bedrijven. Op aarde heb ik toch honderden keren meegemaakt dat zij mij met hun verzoek- en bezwaarschriften uit de meest zelfzuchtige motieven dermate lastig vielen, dat ik hen wel allemaal had willen doodschieten. Als ik zoiets ontdekte, moest ik me toch weer groen en geel ergeren! Hier in deze wereld komt dat echter nog veel ergerlijker tot uitdrukking, omdat men meteen maar al te duidelijk inziet, wat voor een uiterst laaghartige bedoeling deze slechte geesten met al hun handelingen hebben.
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Mijn beste broeder, denk je dan dat dezen zich ooit om een of andere God hebben bekommerd? Dit loflied hoort bij hun lege ceremonie en heeft voor henzelf totaal geen waarde, behalve dat het hun geld opbrengt. Maar hier dient het alleen als afschrikwekkend middel om ons, vermeende duivels, op de vlucht te jagen, daar ze van mening zijn dat de buitengewoon domme duivels zich door ogenschijnlijk vrome zaken meteen laten verjagen. Weliswaar geloven de meeste priesters daar in hun hart niet in, maar ze voeren deze toch uit om daarmee de domheid nog groter te maken. Dat is nu de reden waarom wij bij zulke gewijde klanken meteen zouden moeten weglopen.'
Hoofdstuk 75: Maatregelen van de kerkleiders. De Heer over geloofsopwekking. Nederlagen als geneesmiddel tegen hoogmoed. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Want niet alles is slecht aan de roomse! Alleen is het een gruwel, als ze vanwege de aardse mammon naar middelen grijpt die van zuiver helse aard zijn, zoals: valse wonderen, valse heelmiddelen, aflaten, relikwieën- en beeldenverering, amuletten, vroom klinkende toverformules, blinde ceremoniën, genadebedevaartsoorden, kerkschatten voor ijdele kerkelijke luxe, hoge ambten en ereplaatsen, de meest uitgebreide heerszucht en de hardnekkige mening altijd het grootste gelijk van de wereld te hebben. Ik wil niets zeggen van hun misoffers, niets van hun oorbiecht, van hun tempels, klokken en orgels, niets van waardige kunstwerken, niets van het heilig houden van hun bedehuizen en niets van de begrafenisceremoniën voor overledenen. Want als dit allemaal met een zuivere instelling wordt gebruikt, is het deugdelijk om het menselijke gemoed te verheffen en te veredelen, maar dat de roomse deze op zichzelf genomen zuivere dingen gebruikt om het menselijk hart dom te houden en het blind te doen geloven dat men door het nauwgezet gebruik daarvan tot het leven in de hemel kan komen en alleen daardoor Mijn genade kan verkrijgen, dat is slecht! Want daardoor word Ik tegenover de kinderen als Vader tot een tiran gemaakt, die door de domme mens wel wordt gevreesd maar nooit wordt bemind. De verstandigen en de mensen met levenservaring beginnen zich dan echter voor Mij te schamen. Ze willen dan vaak van een Verlosser, zoals de roomse kerk Hem afschildert, niets meer weten en werpen daardoor het kind met het badwater weg. Dat bewerkstelligt de roomse kerk door haar eigenmachtige leerstelsels, bepalingen, concessies en privileges, die ze voorgeeft van Mij te hebben gekregen, en bovendien door allerlei toegestaan en gepreekt bijgeloof. Dat is het echter waardoor zij zichzelf te gronde richt en eigenlijk reeds te gronde gericht heeft.
Hoofdstuk 73: Migatzi's ambtsbroeders. De ezelachtige president. Migatzi' s erkenning van de Heer. Diens oordeel over Rome. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Jozef zegt: 'Ik ben het volkomen met je eens, maar bij deze Christus hier zul je datgene vinden, wat je vinden wilt: een Heer die jou evenals ons allen zeer na aan het hart ligt. Een Christus die wijzer en beter is dan deze alleen ware en enige Christus, kun je je in de eeuwigheid niet voorstellen. Dat ik mij ook nooit een wraakzuchtige, straffende God heb kunnen indenken, maar alleen een wijze en milde Vader vol oprechte liefde, bewijst immers mijn milde strafwet, die de afschuwelijke doodstraf helemaal afschafte en zelfs de grofste misdadigers zodanig bestrafte, dat zij weer mensen konden worden. En ik weet, dat ik daarbij ook helemaal geen lelijke en wraakzuchtige bedoelingen had. Hieruit zie je dus...'
Hoofdstuk 72: Migatzi's gesprek met zichzelf. Hij zou graag de Heer willen erkennen, maar is bang voor zijn ambtsbroeders. Jozef helpt hem eruit. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] De heersers bevinden zich geestelijk op zulke hoogten. Er is voor hen meer nodig om bij de zee te komen dan voor degenen die al aan zee wonen. Kijk, David was een koning naar Gods hart, want hij was goed en rechtvaardig. Toch moest hij in de geestenwereld verscheidene eeuwen wachten voordat voor hem de volledige verlossing kwam. Zo moet jij het ook opvatten, dan zul je daarin de volledige rechtvaardiging der goddelijke gerechtigheid, genade, liefde en wijsheid vinden.
Hoofdstuk 61: Maria Theresia en enkele andere vorsten betuigen hun instemming met stamvader Rudolf. Verzoek aan de Heer om hen uit de grafkelder te leiden. Goed getuigenis over Rudolf. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[9] Ik zeg: 'Dat verlang Ik ook helemaal niet, omdat het meer dan genoeg is als jullie Christus als God en Heer van alle werelden en alle hemelen erkennen. Maar jullie moeten je er onderling over beraden en vaststellen of allen Christus als God, Heer en Vader in hun hart erkennen en of allen hier in deze grafkelder ons willen volgen omwille van Christus de Heer! Alle anderen die jullie hier zien, zijn ons om die reden gevolgd en zullen daarom hun heil vinden. Doe hetzelfde en jullie zullen daardoor ook jullie heil vinden!'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  304 - 305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329  ...