Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 317 van 1110

...  305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330  ...
[10] DE FARIZEEËR zei: 'O, dat hoeft niet! Want mensen zoals jullie, die helemaal ingewijd zijn in alle magie en toverij, zouden mij nog ver boven de wolken in de zon kunnen toveren, - en voor zo'n luchtreis voel ik niets! Ik geef mij al gewonnen en geef toe dat ik ook deze vierde vraag vrijwel met beantwoord heb. Stel me dus maar de vijfde vraag!'
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] jullie Romeinen spreken in jullie godenleren ook meteen over twee grote overstromingen: De Ogygische en die van Deucalion en Pyrrha. Of die echt hebben plaatsgevonden of niet, kunnen noch wij joden, noch jullie Romeinen beoordelen en weten. Maar als de zondvloed van Noach niet als een algemene overstroming gezien moet worden, dan vervalt ook de ark en al het andere.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] DE ROMEIN zei: 'Nou, nou, dat gaat wel goed zo bij jullie! Omdat jullie te traag zijn om te zoeken, te denken en te leren, daarom verwerpen jullie liever alles wat jullie niet in je luie kraam te pas komt! Al op het eerste gezicht zag ik in job de innerlijke, geestelijke vorming van de mens, en jullie noemen dat apocrief! Wordt daar niet heel duidelijk in getoond hoe de ziel zich langzaam maar zeker moet scheiden van alles wat werelds en lichamelijk is?
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Wij Romeinen hebben het nog nooit beneden onze waardigheid geacht om ons van de geestelijke godenleer van ieder veroverd volk precies op de hoogte te stellen en ons uitgebreid daarover te laten informeren, en toch noemt men ons heidenen, -en jullie als het volk van God geloven niet in jullie grote God, maar verachten ook nog iedere andere Godskennis zonder die ooit in het minst nader te hebben onderzocht! Wat zijn jullie dan voor mensen? Waarlijk, jullie zijn, erger nog dan de meest gewone Epicuristen, mensen geworden die uitsluitend en alleen maar denken aan hun maag en hun buik!
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Mijn vriend, wie zoekt die vindt, en ik heb van mijn jeugd af aan gezocht en veel gevonden! Maar het allerhoogste wat in deze wereld ooit ergens te vinden was, vond ik hier, maar niet in de blindheid van jullie tempel, maar daar! Daar zit Hij in mensengestalte heel vriendelijk bij ons, waarvan in de oude tempel in de derde hal geschreven staat: Ja-bu-sim-bil! Het maakt echter helemaal niets uit of jij en nog veel meer van je soortgenoten het geloven of niet; want ondanks dat is het toch zoals ik en vele duizenden het nu geloven en altijd zullen geloven.
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Het boek spreekt van een zeer algemene vloed, die volgens de ons toch steeds beter bekende natuurwetten volkomen onmogelijk is. Als je het de oude Indiërs vraagt, die nog oudere boeken bezitten dan wij, dan kennen die helemaal geen zondvloed van Noach. Maar wel zeggen zij dat vele duizenden jaren geleden een grote staartster heel dicht bij de aarde gekomen is. En die ster bestond puur uit water, en de aarde trok dat water naar zich toe. Daardoor werd een groot deel van het vlakke Indië onder water gezet, dat pas heel geleidelijk in de grote Indische oceaan verdween. In die tijd verdronk alles wat in de dalen woonde: mensen en dieren. Degenen die op de bergen woonden, schreven dat op, om door te geven aan kinderen en kindskinderen. Dat is een Indische en ook een Perzische sage.
Hoofdstuk 213: De onwetendheid van de Farizeeër over de zon en de zondvloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] DE FARIZEEËR zei: 'ja, ja, daar heb ik veel over gehoord, en het zal wel precies zo zijn als jij mij nu hebt beschreven; maar die tempel is verschrikkelijk oud, en wie kan zeggen wie de volkeren waren die die tempel gemaakt hebben? Hun tekens zijn voor ons onleesbaar, en wie kan precies raden wat zij betekenen?! Ze lijken niet in het minst op ons schrift, en zodoende zijn zij dood voor ons. jullie schrijven van links naar rechts, en wij omgekeerd, en daarom kunnen jullie het oerschrift van Egypte ook gemakkelijker lezen dan wij, omdat men zegt dat ook de oude Egyptenaren van links naar rechts geschreven moeten hebben. Wij schrijven omgekeerd en kunnen daarom dat oude schrift echt niet meer ontcijferen. Wat kunnen die drie hallen en die vreemde grote en kleine beeldhouwwerken in de eerste twee hallen betekenen, en wat tenslotte de derde hal met die bepaalde inscripties, die wij Joden niet kunnen lezen?'
Hoofdstuk 214: Over het boek job en over de tempel te Jabusimbil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] DE ROMEIN zei: 'Waarlijk, ik had je toch wel voor wat ervarener gehouden dan je in werkelijkheid en naar waarheid bent! En met dat ongeloof van jullie en met zoveel onwetendheid wagen jullie het de wijste der wijzen te testen en te beproeven?! Nee, dat is toch wel wat al te erg! In Rome heb ik echter al gehoord hoe jullie bij jullie sabbatstoespraken het volk over alles wat het heidendom betreft ernstig de les lezen, en iedere jood op afschuwelijke wijze met eeuwige verdoemenis dreigen die het zou wagen ooit zo'n tempel te bekijken, en zich in te laten lichten over de gebruiken om daardoor in staat te zijn de licht en schaduwzijden van de andere volkeren te leren kennen.
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Maar ik stel je nu voor de negende maal een vraag en zeg: Hoe konden jullie dat doen, terwijl je er toch geen flauw vermoeden van hebt waaruit het eigenlijke heidendom bestaat? Jullie Schrift begrijpen jullie niet, in jullie God geloven jullie niet, en toch willen jullie rechters zijn over mensen die het belangrijk vinden hun geest te verheffen door elders opgedane ervaringen! Zeg mij eens waarom jullie dat doen!'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] En de geest zei: 'Wat jullie stervelingen nog lang niet vermoeden, zien wij onsterfelijken al heel duidelijk van te voren! Verlaat op z'n laatst binnen een uur deze herberg en ga drie uur lang ook in geen andere, maar blijf buiten, ver van de muren; want binnen die tijd zal er een aardbeving komen, waardoor dit huis en andere licht gebouwde huizen in zullen storten, en daarbij zullen een aantal mensen en dieren het leven laten! Sla echter vooraf alarm op het plein van de stad, zodat nog meer mensen zich kunnen redden! Als alle gevaar voorbij zal zijn, zal er een jongen bij jullie komen en je naar een veilige herberg brengen!'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] DE ROMEIN zei: ' Als de geest van mijn vader wist wat er gebeuren zou, en waar ik mij bevond, dan moet zijn leven en bestaan beslist volmaakter en verlichter en dus óók beter zijn dan dit blinde lichamelijke proefleven. Als wij heidenen dat echter weten en nog steeds zoeken om altijd iets meer daarover te weten te komen, waarom doen jullie dat dan niet, en waarom vervolgen jullie Degene, die jullie daarover het hoogste en zuiverste licht zou kunnen geven? Waarom proberen jullie Hem in je blindheid zelfs te doden, - zoals jullie vanmorgen in de tempel maar al te opvallend hebben laten blijken?'
Hoofdstuk 215: Het orakel van Delphi. Over het verder leven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Met dit antwoord waren zij tevreden en een ander stapte naar voren, EEN SCHRIFTGELEERDE van de hoogste rang, die zei: 'Luister! Als je een vraag niet tot algemene tevredenheid beantwoordt, verlies je volgens je eigen verklaring duizend pond goud!'
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar jullie priesters dachten er al gauw anders over. Jullie wisten dat het blinde volk altijd een grote angst had voor de buitengewone verschijnselen aan de hemel. Toen dachten jullie: 'Waar heeft het volk die kennis voor nodig? Het volstaat, als alleen wij die bezitten! We zullen zelf de verduisteringen berekenen, het volk dat daarvan niets weet dreigen en het tot grotere offers dwingen, en het zal offeren en geloven dat wij de verduistering van de maan of van de zon verdreven hebben! ' Met nog meer van die restricties van jullie hebben jullie het volk heel gewetenloos het zesde boek van Mozes ontnomen en voor jullie aardse voordeel gebruikt.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Maar die vermaning sloegen jullie ook in de wind en jullie zeiden: 'Het is beter voor het volk onwetend over dit alles te blijven; want als men het volk te ver zou inwijden, zou het al gauw helemaal geen priesters meer nodig hebben, en die zouden zich dan genoodzaakt zien ook met hun handen hun dagelijks brood te verdienen. ' Deze veronderstelling was echter beslist heel dom, omdat Mozes toch zelf geboden had dat de stam van Levi van de tienden moest leven.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Daarop glimlachte DE ROMEIN - wat de ernstige Romeinen zelden deden en hij zei tegen de Farizeeër: 'Heus, je had me geen betere vraag kunnen stellen, want uit mijn betrouwbare antwoord zal heel duidelijk vastgesteld kunnen worden, dat jullie je al sinds lange tijd absoluut niets aan God en Mozes gelegen hebben laten liggen! Jullie waren, naar m'n beste weten, al sinds de tijd van Samuël meer vijanden dan vrienden van God en het volk, en daarom hebben jullie ook zonder enige angst voor God en voor het volk twee van de belangrijkste boeken en het profetische aanhangsel, waarin jullie gewetenloze handelwijze en jullie einde haarfijn beschreven staat, vanaf Samuëls tijd tot op dit uur aan het volk onthouden. Maar in de tijd dat jullie door ons Romeinen veroverd werden, moesten al jullie boeken van alpha tot omega bij ons Romeinen ingeleverd worden om ons een duidelijk inzicht te geven en om overgeschreven te worden, en zo kwamen wij Romeinen ook achter al jullie geheimen en dus weten wij heel goed dat Mozes zeven boeken en nog een profetisch aanhangsel geschreven heeft.
Hoofdstuk 216: De zeven boeken van Mozes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330  ...