Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 317 van 1490

...  305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330  ...
[7] Waarlijk, als er ergens vaders of moeders zijn, die er alleen maar zorg voor dragen dat hun kinderen in deze wereld goed verzorgd zijn en die de waarde van het zieleleven van hun kinderen niet belangrijker vinden dan hebben die voor zichzelf en hun kinderen een graf voor de eeuwige dood gegraven; want wat tot de wereld behoort is altijd van satan, dus van het gericht en van de dood der materie!
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] En omdat dit nu eenmaal zo is en ook niet anders kan zijn, kwam Ikzelf dan ook immers van boven naar jullie, mensen van deze aarde, en laat jullie nu de volle waarheid zien van alle levensvormen en van hun goede of slechte omstandigheden. En voor jou, Petrus, zal het nu hopelijk ook duidelijk zijn, waarom Ik daarstraks tegen je gezegd heb: 'Ga weg van Mij, satan! ' - En nu koers zetten naar de grote baai!"
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] IK zeg: 'Wel, als je zozeer geplaagd wordt door nieuwsgierigheid, weet dan, dat wij nu eenmaal net als jij Galileeërs zijn en bovendien op weg hierheen door absoluut niemand vervolgd zijn, maar vrijwillig hier naar toe zijn gekomen om voorlopig deze zeer merkwaardige streek te bezichtigen, een van deze hoge bergen te bestijgen en, als dat gaat, jullie te helpen in je Mij zeer welbekende grote nood. Ben je daarmee tevreden? Wel, spreek dan!"
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Daar schrok PETRUS hevig van, hij viel voor Mij neer, vroeg Mij om vergeving en voegde er huilend aan toe: 'Heer, toen we op deze zelfde zee naar de plaats voeren waar we nu meerdere dagen zijn gebleven, zei U tegen Mij vanwege mijn geloof 'Simon Juda, jij bent Petrus, een rots, op wie Ik Mijn kerk zal bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen! Jou zal Ik de sleutel van het hemelrijk geven. Wat jij op aarde zult ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn, en wat jij op aarde zult binden, zal ook gebonden zijn in de hemel!' Heer, dit waren letterlijk Uw heilige woorden uit Uw heiligste mond, gericht tot mij, arme zondaar. Ik heb mezelf daar nooit om geroemd en mij steeds voor de geringste onder ons gehouden, -en vanwege een weliswaar slechts menselijke waarschuwing, die echter alleen maar ontsproot uit mijn grote liefde voor U, hebt U mij tot vorst van de hel gemaakt! Heer, wees toch genadig en barmhartig voor de armzalige visser Petrus, die eerst zijn net in zee wierp, toen vrouwen kinderen verliet en U volgde!'
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] HET HOOFD zegt: 'Geheel en al; want dat jullie Galileeërs zijn, zal geen mens betwijfelen en daarom kan men jullie woorden ook geheel en al geloven, wat natuurlijk bij Grieken en Romeinen niet mogelijk is, omdat ze bijna altijd anders praten dan ze denken, wat bij ons 'liegen' heet. Rusten jullie maar uit onder de schaduw van deze enige boom die ik heb, dan ga ik intussen naar mijn hut om te kijken hoe ik een behoorlijk middagmaal voor elkaar kan krijgen!"
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Toen alle bewoners van het dorpje vanwege de middag naar hun hutten gingen, zei Ik tegen de twaalf leerlingen: 'Wat vinden jullie van deze mensen hier?"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Maar wees nu zo goed en zeg me wat jullie toch naar deze bijna nooit door vreemden bezochte en voor grote schepen moeilijk bevaarbare baai heeft gebracht! Een storm in ieder geval niet; want naar deze uithoek, waar aan alle kanten hoge bergen omheen liggen, vindt ook deze de weg niet. Of worden jullie soms vervolgd, en zoeken jullie hier zolang asiel tot een bepaald gevaar voorbij is? Maar och, dat maakt me ook niets uit! Als ik jullie dus een dienst kan bewijzen, dan zal het mij alleen maar veel vreugde verschaffen. Mijn vragen zijn wel een beetje onbescheiden, - maar vergeven jullie het mij, beste vrienden! Ik ben nu eenmaal van nature al nieuwsgierig en ik weet graag aan wie ik onderdak verschaf Dat jullie geen arme mensen zijn, is al meer dan duidelijk door jullie grote, bijna geheel nieuwe schip, dat heel zeker tegen de honderd zilverlingen heeft gekost. Voor ons is het werkelijk een grote, zeldzame verrassing, als vreemden per vergissing de weg hierheen vinden; en als ons een dergelijk geluk ten deel viel, waren er altijd wel moeilijkheden met de bezoekers van deze onvruchtbare en afgelegen streek. Daarom hoop ik dat jullie mij, als hoofd van dit bedelaarsdorp, meteen melden wat ik vooral van jullie, en alleen geheel volgens de waarheid, eerlijk zou willen horen!'
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Daarom moeten ze ook wel eerlijk blijven; want in deze streek is niets te stelen en nog minder te roven. En als het alleen de gelegenheid is die een mens tot een dief en een rover maakt, dan moeten deze mensen wel hun leven lang eerlijk blijven; want op deze mensen kan het oude gezegde 'de gelegenheid maakt de dief]' nooit van toepassing zijn. -Dat is zo mijn mening over deze mensen, die zeker geen schriftgeleerden zijn en waarvan ook zeker niemand Farizeeër is."
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK zeg: 'Voor deze wereld is je oordeel geheel juist; maar behalve het wereldse bestaan van een mens is er, zoals jullie nu al vaak hebben gehoord en ook weten, een bestaan op zielsniveau en tenslotte een puur geestelijk bestaan. Hoe denk je in dat opzicht over deze mensen?"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] PETRUS trekt zijn schouders op en zegt: 'Heer, om daar zelf een definitief oordeel over te vellen, zal niet zo gemakkelijk zijn! Maar in zoverre zij hoogst eenvoudige en, noodgedwongen, heel eerlijke mensen zijn, zullen ze toch wel minstens een zeer vruchtbare bodem zijn voor geestelijk zaad! Want evenals het gemakkelijker is om een goed passende mantel te maken voor een goedgebouwd lichaam dan voor een kreupellijf met een bochel, zijn ook zulke eenvoudige en natuurzuivere zielen zeker buigzamer om een geestelijk kleed aan te trekken dan de zeer kreupele en verharde zielen van de Farizeeën en schriftgeleerden. Ik denk, dat wanneer men deze mensen bij een geschikte gelegenheid iets over Gods rijk op aarde vertelt zij ook gauw in orde zouden zijn. -Wel, ook dit is weer mijn heel natuurlijke mening; ook al komen er geen schitterende woorden in voor, dan heb ik hiermee misschien toch de spijker op de kop geslagen!"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] En dan zullen wij hier op dit kleinste en onaanzienlijkste plekje van de hele aarde een heel groot werk verrichten! Maar jullie moeten het werk van te voren niet als te gemakkelijk inschatten; want hoe eenvoudig deze mensen ook lijken te zijn, ze zijn zeer gecompliceerd en ook heel verward in hun innerlijk!
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Met mensen zoals deze hier hebben we nog helemaal niet te maken gehad! Daarom moeten jullie hier zeer beheerst te werk gaan! Weinig woorden, -maar ieder woord dat hun gezegd wordt moet een kern bevatten! Het beste aan hen is, dat ze bij al hun stoïcisme heel nieuwsgierige vogels zijn en alleen aan de kennis die iemand heeft waarde hechten. maar daar komt onze gastheer al met zijn familie en brengt een mand met vis en brood. Daarom zullen wij het middagmaal hier in de schaduw van deze boom tot ons nemen"
Hoofdstuk 173: De stoïcijnse levenshouding van de bewoners van het vissersdorp - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK dronk eruit, reikte hem aan Mijn leerlingen en toen deze gedronken hadden, reikte Ik de kruik ook aan Aziona en zei: 'Drink ook jij hieruit opdat ook jij proeft hoe goed het water is datje in je nieuwe kruik hierheen hebt gebracht!'
Hoofdstuk 174: Geloof doet wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wij leven hier weliswaar zo armzalig als maar mogelijk is, -onze voeding bestaat slechts uit geitenmelk, vis en water; want verder is er niets in deze woestijn -; maar we zijn er mee tevreden in onze allerpuurste natuurtoestand. Deze sluit de door ons overalopgedane ervaringen niet uit. Op vele en verre plaatsen in de wereld zijn wij geweest; want wij waren zangers en magiërs, en ik heb in Athene het apothekersvak geleerd om bepaalde geheime stoffen te bereiden, door middel waarvan men voor de vele leken een groot aantal wonderen tot stand heeft kunnen brengen.
Hoofdstuk 175: De stoïcijnse wereldvisie van visser Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Deze vergelijking is wel enigszins extreem; maar het maakt je wel de verhouding duidelijk tussen een verstand, dat zichzelf boven alles verheven en wijs acht en een deemoedig verstand, dat heel nietig lijkt voor de ogen van de zeer geleerde en wereldwijze mensheid. Terwijl het geleerde verstand ver weg in de hemelen staart en tijdens zijn helderste uitzicht meteen dicht door nevelen omhuld wordt, functioneert het deemoedige verstand aldoor goed en wordt na ieder werk helderder en fijner en op den duur steeds bruikbaarder. Bij jullie, zo lijkt me, schijnt het verstand sterk overeen te komen met de allerhoogste bergtoppen die slechts hoogst zelden vrij zijn van wolken, en daarom zou het ook wel een beetje moeilijk voor je kunnen zijn om precies de volle waarachtigheid te kunnen nagaan van degene, van wie jij een waarheid als volle en onbetwijfelde waarheld moet aannemen! -Wat is jouw mening hierover?"
Hoofdstuk 174: Geloof doet wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  305 - 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330  ...