10915 resultaten - Pagina 318 van 728
... 306 - 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 ...
[6] Er woont hier een arts in goede welstand met een vrouw, die, zoals iedereen weet, vroeger wat haar kuisheid betreft niet zo'n goede naam had. De genoemde arts zou die Man heel goed gekend hebben en van Hem ook de wonderkracht gekregen hebben om allerlei zieken enkel door het opleggen van zijn handen te genezen. Van die arts heb ik dan ook het meeste over die Man der mannen gehoord. Hij heeft mij ook Zijn uiterlijke gestalte beschreven; maar bij de beste beschrijving blijft de werkelijkheid steeds in het duister. Je vormt je in je fantasie wel een beeld, dat tenslotte echter toch niet overeenkomt met de werkelijkheid. En ik kan mij dus om heel begrijpelijke redenen geen juiste voorstelling maken van de gestalte van die grote Godmens.Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Voorlopig maakt een reiziger mij echter al meer dan gelukkig, als hij mij maar veel over Hem weet te vertellen; als hij dat kan en zich ook in zijn geloof helemaal richt naar die grote Man, die mij zo heilig is geworden, dan kan hij bij mij in huis zijn tijd doorbrengen zolang hij wil, kan of wenst, en kost zijn verblijf en zelfs het beste eten hem niets. Werkelijk, als jullie mij ook veel over die grote Man weten te vertellen - maar wel helemaal overeenkomstig de waarheid -zullen ook jullie bij mij geen hoge rekening hoeven te betalen. Dus, beste mannen, vertel mij ook iets over Hem!'
Hoofdstuk 51: De waard vraagt naar de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Daarom staat er immers geschreven: In het begin was het zuivere Woord, en God was het Woord in de mond van de aartsvaders der aarde, alle waarachtige wijzen en profeten. Het eeuwige Woord, God Zelf dus, is nu echter vlees, dus een mens geworden, en zo kwam de Vader tot Zijn kinderen, maar die herkennen Hem niet. Hij kwam dus in Zijn eigendom, en men wil Hem niet als de enig ware en eeuwige Vader erkennen. Maar toch zijn er ook velen die Hem erkennen als Degene die Hij is en zich met alle liefde naar Hem alleen richten. Dat zijn zowel Joden als heidenen, en,de heidenen meer dan de Joden; daarom zal volgens Zijn woord het licht ook van de Joden worden afgenomen en aan de heidenen worden gegeven.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] De waard was echter al eerder weer bij ons in de gastenkamer gekomen en had ook zijn oudste zoon meegenomen, die aan één oog blind was.
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Ik zei: 'Ik heb je toch al eerder gezegd dat jij alleen geestelijk halfblind bent; en jouw lichamelijk halfblinde zoon zal nog eerder het volledige licht in zijn ogen krijgen dan jij dat van je ziel! Maar nu genoeg daarover; daar komen de vissen al die wij nog zullen eten, want het eerste gerecht was voor meer dan veertig man wel een beetje weinig, ondanks dat je het linzengerecht erbij hebt gedaan. Maar deze keer moeten ook jij en je zoon mee-eten; jouw vrouw hoeft vandaag echter niets van deze vissen te eten krijgen omdat zij zo hardgelovig is. Morgen kan ze voor zichzelf ook een vis klaarmaken en haar geloof versterken.'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Kijk, voorzover Ik die Man ken, is Hij naar Mijn beste weten dezelfde Jehova die reeds met Adam, Noach, met Abraham, Isaak en Jacob, met Mozes en niet nog vele andere profeten heeft gesproken. Het verschil tussen toen en nu is alleen, dat Hij destijds als eeuwige Heer van alle schepselen alleen als de zuiverste geest volliefde, leven, vol van de hoogste wijsheid, macht, kracht en gezag met de gewekte geest van de mensen heeft gesproken en Zich op die manier aan hen heeft geopenbaard. In deze tijd echter heeft het Hem behaagd -zoals Hij al meerdere malen door de mond van de profeten heeft beloofd om uit overgrote liefde voor de mensen van deze aarde, die Hij geschapen heeft om Zijn kinderen te worden en aan wie Hij al ten tijde van Adam Zelf die naam gaf, Zelf een lichaam aan te nemen en hen als een zichtbare Vader voor Zichzelf op te voeden, opdat zij eeuwig bij Hem zullen zijn, leven en wonen, daar waar Hij Zich eeuwig Zelf bevindt en schept en de oneindigheid regeert.
Hoofdstuk 52: Het wonder met de edelvissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[16] Na deze woorden werd het blinde oog van de zoon ziende; vader en zoon schrokken gewoonweg van deze plotseling genezing, en de zoon zei: 'Vader, deze man moet in een veel nauwere verbinding staan met die grote Godmens,dan al die anderen die mij in Zijn naam hebben proberen te genezen! Die zeiden: 'In de naam van de Heer Jezus Jehova zij er licht in je oog!' en zie, toch bleef ik blind. Maar deze man zei: 'Ik wil dat jouw zoon Jorab ziet! Het zij zo!' Onze vriend heeft mij dus door zijn eigen macht genezen, toen hij zei: 'Ik wil het!' Daarom is Hij de grote Godmens Zelf en niemand anders! En jij, vader, bent nog halfblind in je ziel, als je dat niet onmiddellijk opmerkt - en Hij, Hijzelf is de meest getrouwe afbeelding van Zichzelf vol leven, macht en kracht van God; want alleen God kan zeggen: 'Ik wil het!' een mens kan echter alleen maar zeggen: 'Moge God de Heer dit of dat willen.'
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] De waard sprak echter met zijn vrouwen ook met zijn meerderjarige kinderen nog over veel dingen; maar toch verraadde hij Mij niet, hoewel zijn vrouwenkele keren de opmerking maakte dat Ikzelf uiteindelijk toch die wonderbaarlijke Meester zou kunnen zijn, die tweeënhalf jaar geleden in Samaria zulke grote tekenen had gedaan. Zij dacht dat Ik Mij om bepaalde redenen mogelijk niet direct kenbaar wilde maken, net als dat bij Mijn eerste bezoek aan deze stad het geval was geweest. Overdag zou ze Mij wel nauwkeuriger bekijken, omdat zij bij Mijn eerste aanwezigheid in deze plaats wel het geluk had gehad Mij een paar keer te zien. En na dat gesprek sliep ook het herbergiersgezin in en rustte samen met ons tot aan zonsopgang.
Hoofdstuk 53: De waard herkent de Heer (31.10.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Hij boog echter diep voor Mij en zei (de waard): 'O Heer en Meester, ik weet wel dat U nooit welgevallen vindt in dergelijke dingen, en dat men U alleen met een van zuivere liefde vervuld hart welgevallig kan eren en prijzen. Maar in mij hebt U een mens gevonden die U in zijn hart al boven alles heeft geëerd en geprezen en U voortaan nog meer op die manier zal eren en prijzen. Maar ik dacht dat ik een zonde zou begaan, als ik U, de hoogste Heer van hemel en aarde, niet ook de eer zou bewijzen die men toch aan mensen pleegt te bewijzen die een bepaald aanzien genieten!
Hoofdstuk 55: Het prachtvertoon op tafel bij het ochtendmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Mijn woord is reeds het Leven in zichzelf en maakt iedereen levend die het met een welwillend hart hoort, - want dan gaat het Leven dat ten grondslag ligt aan al het leven direct over in het leven van de mens; het woord van de profeet is echter alleen maar een betrouwbare wegwijzer en toont de mens hoe hij tot het levende woord uit Mijn mond kan komen en daardoor kan overgaan in het leven van de geest.
Hoofdstuk 56: De profetenscholen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] In de toekomst zullen er weliswaar heel veel scholen opgericht worden, waaruit een ontelbaar aantal valse leraren en profeten zullen voortkomen, echter maar zeer weinig ware profeten overeenkomstig Gods wil.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Daarom moeten ook jullie dus niet enkel en alleen loze hoorders van Mijn woord zijn, maar daar direct naar handelen; dan zullen jullie in jezelf het ware rijk Gods ontvangen! Verwacht echter nooit dat het rijk Gods, dat een rijk van het innerlijk leven is, met uiterlijke tekenen en uiterlijke pracht en praal tot de mensen zal komen; maar het bevindt zich binnen in jullie! Wie het in zichzelf zoekt op de manier die Ik jullie heb getoond en het op die manier niet vindt, zoekt in de hele wereld en alle sterren tevergeefs.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Maar degene die in Mij gelooft en Mijn geboden houdt, zal niet door de doornen op het pad naar Gods rijk gewond raken aan zijn voeten. Alleen een ernstig begin is moeilijk; wanneer de ernst echter blijft en niet door allerlei wereldse overwegingen verzwakt wordt, is het geheel en al bereiken van Gods rijk heel gemakkelijk. Want voor iemand die steeds in volle ernst naar het Godsrijk in zichzelf streeft is Mijn juk zacht en de last die Ik hem te dragen geef licht; en de ernstige zoekers naar het ware rijk Gods zal Ik in hun hart steeds luid toeroepen: 'Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijn! Ikzelf kom jullie al meer dan halverwege tegemoet en wil jullie ten volle sterken en verkwikken!'
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Ik zei: 'Waar je Mij nu om hebt gevraagd, heb Ik nu reeds gedaan en daarom zul je gemakkelijk verder kunnen gaan! Want voor wie Mijn levenslicht schijnt, die zal met zijn voeten onderweg niet gemakkelijk meer tegen een steen stoten en hij zal de doornen weten te vermijden. Wie met Mij wandelt, heeft overal al een goed gebaande weg; wie echter zonder Mij wandelt naar het rijk Gods, dat het innerlijke rijk van het leven en alle waarheid is, heeft een lange, smalle en zeer doornige weg te gaan, zoals dat bij heel veeloude wijzen van alle volkeren op aarde het geval was en ook in de toekomst het geval zal zijn en blijven.
Hoofdstuk 58: Het navolgen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Als hij echter datgene wat hij hoort bereidwillig in zijn hart opneemt en ware vreugde voelt vanwege de waarheid die hij heeft gehoord, zal weldra de doop van de geest vanuit Mij over hem komen, en dan zal hij daarin de geopende poort naar het Godsrijk ontwaren.Vanaf dat punt zal ook voor hen die geen getuige zijn geweest van Mijn huidige aanwezigheid de weg naar het Godsrijk gemakkelijk zijn.
Hoofdstuk 58: Het navolgen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)