Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 319 van 1112

...  307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332  ...
[3] Daar beneden ligt de tempel, waarvoor de grote David als de man naar Gods hart reeds de materialen bijeengebracht heeft. Salomo, zijn zoon, heeft hem gebouwd, opdat het hele joodse volk zich op de vastgestelde tijden daar zou verzamelen en God eer zou geven. Maar wie eist nu de eer van de mensen op ? O, God allang niet meer, maar die ellendige Farizeeën, schriftgeleerden en de hogepriesters! De oude, wonderbare ark des verbonds is al sinds bijna vierentwintig jaar overgegaan naar het archief van de dode, krachteloze relikwieën, en de nieuwe is dood en heeft geen kracht meer; maar toch offeren de blinde Joden daaraan nog meer dan zij ooit aan de oude, echte geofferd hebben.
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] U alleen, o Heer, heeft de mensen de ogen geopend, met het doel om hun nu te laten zien waar zij met de tempeldienaren aan toe zijn. Maar ook dat helpt slechts weinig, want desondanks doen zij toch op de brutaalste wijze van de wereld wat zij willen, en geen straffende bliksem schiet uit Uw wolken op hen neer! U, o Heer, bent nu Zelf aanwezig op deze aarde als mens met een lichaam, -een verschijnsel dat zijn weerga niet vindt in de hele voorbije eeuwigheid, en dat de hoogste genade is die God Zijn schepselen heeft geschonken. Duizend en nogmaals duizend mensen, waaronder zelfs vele heidenen, erkennen dat met de grootste vreugde en dankbaarheid, en die daar beneden horen luid van alle kanten en van groot en klein deze heilige waarheid bevestigen. Maar in plaats van deze boodschap met alle blijdschap als volledig waar aan te nemen, vervloeken zij nog het volk dat zich wil inzetten voor die waarheid! Je vraagt je af: Wat zijn zulke beestachtige mensen dan waard?'
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Wanneer echter het gericht komt, laat dan iedere rechtvaardige vluchten! Wie dan reeds op het dak van de kennis van de zuivere, goddelijke waarheden staat, laat die niet meer afdalen in het huis om een oude Joodse mantel (voorschriften van de Farizeeën) te halen, maar laat hij op zijn nieuwe lichte hoogte blijven! En wie zich reeds op het veld van zijn nieuwe werk volgens Mijn leer bevindt, laat die niet naar zijn oude geboortestreek van de blinde en waardeloze ceremonie terugkeren, maar laat hij op zijn nieuwe veld blijven, dan zal hij zijn leven behouden!
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zo zullen in diezelfde tijd ook vele jongelingen visioenen hebben, en vele jonge vrouwen zullen voorspellen over de dingen die komen zullen. Gezegend degenen die zich daardoor verbeteren en zich waarachtig zullen bekeren!
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Dan zullen er hier en daar tussen de volkeren grote oorlogen voorkomen, en het ene volk zal optrekken tegen het andere; ook zal er grote schaarste optreden en zullen er allerlei epidemische ziekten uitbreken, zoals die bij de mensen tot dan toe nog nooit voorkwamen. Ook zullen er grote aardbevingen aan vooraf gaan, om te maken dat de mensen elkaar daardoor tot boete en liefdadigheid zullen aansporen. Gezegend degenen die zich daardoor zullen laten leiden!
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Maar heel velen zullen zich daar niets van aantrekken en alles toeschrijven aan de blinde krachten van de natuur, en de profeten zullen bedriegers genoemd worden, en velen zal men ter wille van Mijn naam in kerkers gooien en hen onder bedreiging met zware straffen verbieden in Mijn naam te spreken en een komend gericht aan te kondigen. Wie niet zal doen wat de grote hoer van Babel wil, zal het heel moeilijk krijgen.
Hoofdstuk 174: De voorspelling van het grote gericht van de huidige tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Maar voordat het gericht over al deze goddelozen zal komen, zullen eerst nog vele, grote tekenen aan de hemel en op aarde gebeuren. Dan zal het gericht en het eind van deze stad echter nog niet komen; want er zal gewacht worden of er zich iemand zal verbeteren of bekeren. En slaat men geen acht op de tekenen, dan zal er een grote beproeving toegelaten worden, opdat de mensen zich tot God zullen bekeren. Als echter ook dat geen uitwerking zal hebben, zal Ik nog profeten sturen, die met hun luide stemmen, die klinken als oorlogsbazuinen, in alle vier de windstreken zullen proberen om degenen die echt geestelijk dood zijn, te wekken. Zij, die zich laten wekken tot het licht des levens, zullen ook tot het eeuwige leven opstaan; maar degenen, die op die bazuin roep van Mijn boden alleen zullen ontwaken in hun toorn en woede tegen Mij en Mijn woord, zullen opstaan -maar niet tot het leven, maar tot de dood door het gericht, -en naar die plaats verworpen worden, waar de eeuwige duisternis heerst in het gericht, waar veel gehuil zal zijn en tandengeknars.
Hoofdstuk 173: De beschouwingen van de Heer bij de aanblik van Jeruzalem. Het gericht over Jeruzalem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Van Adam tot Noach, en vooral bij de nakomelingen van Kaïn, was er van bijzondere openbaringen vrijwel geen sprake meer. Ten tijde van Noach gebeurden er wel allerlei tekenen en openbaringen, maar te laat, omdat het volk, vooral dat uit het dal, al helemaal duivels was. Het volk trok zich daar toen natuurlijk niets meer van aan en leefde in zijn roes verder; maar daarna kwam dan ook meteen een verschrikkelijk gericht.
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Tijdens de richteren en later ook onder enkele koningen zijn er bij ons, joden, wel steeds profeten opgewekt, -maar altijd pas nadat de mensen zich eerst al behoorlijk aan doodzonden hadden schuldig gemaakt; en dan kwam er ook altijd meteen een gericht dat de zondaars vernietigde.
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] O Heer, nu bent U er Zelf. De mensen krijgen nu toch wel de allergrootste openbaring, maar het gericht zal ook niet lang op zich laten wachten. Over slechts een paar honderd jaar zullen de mensen, als hun niet nogmaals een openbaring gegeven wordt, zelfs wat Uw leer betreft geen haar beter zijn dan nu de tempeldienaren daar beneden! De bekeerde heidenen zullen weer heidenen worden, en de joden nog slechter dan zij nu zijn, en zo zal het nooit helemaal licht en goed op deze aarde worden. Daarom vind ik dat duidelijke openbaringen van Uw goddelijkheid van nu af aan niet zolang achterwege moeten blijven, omdat anders de nakomelingen, die bij deze huidige openbaring niet aanwezig kunnen zijn, zonder hun schuld weer in de oude duisternis moeten verzinken.
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Wat is dan toch de reden van dit ongunstig gezinde spel met de mensen van deze aarde? Kijk, geen enkel mens kan er wat aan doen dat hij bestaat! Maar als hij eenmaal volgens Uw almachtige wil bestaat, dan is hij ook al vanaf de wieg tot aan zijn graf compleet ongelukkig en moet hij zich het ene gericht na het andere laten welgevallen. Waarom is dat toch zo?'
Hoofdstuk 175: Lazarus' twijfel aan de goddelijke leiding van de mensheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wanneer uiteindelijk de wereld de mensen weer te ver van hun geestelijke baan heeft doen afwijken, blijft er natuurlijk niets anders over d.an over te gaan tot een grote openbaring, die echter altijd een gericht met zich meebrengt, omdat de openbaring zelf een treurig gericht voor de mensen is. Want zolang je het dode hout niet aansteekt, zal het niet branden; maar het vuur ontsteekt het. En kijk wat het vuur voor het hout is, dat is een grote openbaring voor de mensen. Begrijpen jullie dat nu?'
Hoofdstuk 176: Over de werkers in de wijngaard. Doel, wezen en werking van de openbaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Dat is dan toch wel erg nadelig voor de overbrengers van de openbaring, omdat zij gezien hun herkomst al betere en zuiverder mensen waren, die in staat moesten zijn een belangrijke, grote openbaring in zich op te nemen en goed te begrijpen. Want de eigenlijke, zuiver wereldse mensen zouden een grote openbaring immers nooit zonder meer begrijpen, omdat zij zelfs de kleinste openbaring niet kunnen begrijpen maar er bij staan als kippen die een bliksemschicht uit de wolken zien schieten.'
Hoofdstuk 177: De profeten als dragers van de openbaring. Lichtgelovigheid en onvoorwaardelijk geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] 'Ja', zegje verder bij jezelf, 'als ook een mens dat alles zou kunnen, zou het wél een wonder zijn; zo goed als het heel wonderbaarlijk zou zijn als een mens zich als een vogel in de lucht zou kunnen verheffen en in de lucht rond zou kunnen zweven.'
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Maar het teken verlamt het menselijk verstand voor lange tijd, en schrikt alleen de liefde en haar wil tot handelen op. Dit handelen is echter als een weggeworpen steen, die zich slechts zolang door de lucht beweegt als de kracht van het werpen reikt; zodra deze echter ophoudt, valt de steen door zijn gewicht weer dood en onbeweeglijk op de grond en blijft daar in zijn oude gericht liggen.
Hoofdstuk 178: Twee soorten mensen op aarde: zielen van boven en zielen van beneden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332  ...