10915 resultaten - Pagina 319 van 728
... 307 - 308 - 309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 ...
[7] Als de geest, die het ware levenslicht in de mens is, niet wordt gewekt, is het duister in de mens en kent hij zichzelf niet; wanneer echter door het geloof in Mij en door de liefde tot Mij en de naaste de geest in de mens wordt gewekt en tot een helder licht wordt ontstoken, doordringt de geest de hele mens door en door, en dan neemt de mens waar wat er in hem is en kent hij zichzelf. En wie zichzelf kent, kent God ook; want de ware en eeuwige levensgeest in de mens is niet een menselijke geest, maar een goddelijke geest in de mens, anders zou de mens geen evenbeeld van God zijn.Hoofdstuk 58: Het navolgen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Tegen degenen echter die alleen maar 'Heer, Heer!' tot Mij zullen roepen, maar hun belangrijkste zorgen op puur wereldse dingen richten en alleen maar terloops streven naar datgene wat van het rijk Gods is, zal Ik zeggen: 'Waarom roepen jullie wereldse mensen Mij, en waarom schreeuwen jullie? Mijn hart heeft jullie nog niet herkend. Laat datgene waar jullie je zorgen om maken,je nu ook de hulp geven waar je naar verlangt! 'Waarlijk Ik zeg jullie: zulke mensen zullen aan deze zijde waarschijnlijk nooit het ware en levende rijk Gods in zichzelf vinden en zullen voor hun medemensen slechte leraren, zieners en profeten zijn; en aan gene zijde zal het voor zulke halfdode zielen nog onvergelijkelijk veel moeilijker zijn het rijk Gods in zichzelf te zoeken en te vinden.
Hoofdstuk 57: De ware profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Maar Ik zei tegen hem: 'Kijk, alles in deze wereld heeft zijn tijd, dus ook het komen, blijven en &aan! Ik weet echter waar vandaag nog een grote hoeveelheid werk op Mij wacht, en Ik moet daarom ook daarheen gaan waar het werk op Mij wacht! Bovendien zal er over een uur een grote karavaan van kooplieden die uit Jericho komen bij jou aanleggen, en dan zullen jullie veel te doen krijgen. De kooplieden zullen je veel over Mij kunnen vertellen; vertel jij hun ook dat Ik hier ben geweest, maar zeg hun niet in welke richting Ik gegaan ben!'
Hoofdstuk 58: Het navolgen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] De waard zei: 'Vrouw, als dat nodig was geweest, had de Heiland jou Zelf wel geroepen; maar omdat het vast niet nodig was, ben je vanwege je kleine ongeloof niet geroepen. En als jij de Heiland nader zou hebben leren kennen, zou weldra de hele stad van Zijn aanwezigheid geweten hebben, wat Hij echter niet wilde; en zo is het ook goed dat Hij het Zelf allemaal zo heeft laten gebeuren. Straks, als onze arts weer thuiskomt en ons zeker zal bezoeken, zul je nog vroeg genoeg horen wie die wonderbaarlijke Heiland eigenlijk was.
Hoofdstuk 59: Vruchtbare zegen in een klein dorp in Samaria - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik ben met God en God is met Mij; en wie met Mij zijn, zijn zodoende ook met God, en God is met hen. God is echter ook met iedereen die echt in Hem gelooft, Zijn geboden houdt en Hem boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf. Als iemand zijn naaste -en daarbij is het om het even of dat iemand uit eigen land of een vreemdeling is -al niet zonder betaling liefheeft en hem uit de een of andere nood helpt, terwijl hij hem als een op hemzelf gelijkend evenbeeld van God toch ziet, hoe kan hij God dan liefhebben, die hij niet ziet?
Hoofdstuk 60: De reden waarom het de bewoners goed gaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] De oude zei: 'Heer en meester, uit uw woorden maak ik op dat u werkelijk een heer en meester bent! Met water hebben wij de reizigers al heel vaak verkwikt; want wij hebben een gemeenschappelijke bron, die heel fris water bevat.Wij zouden echter een vermoeide reiziger dikwijls ook graag met een beker wijn verkwikt hebben, als wij die zouden hebben; maar onze streek is schraal en de wijnstok groeit hier niet goed. Om wijn te kopen hebben wij noch geld noch kudden in de daarvoor vereiste hoeveelheid, en dus staan we vele arme vermoeide reizigers alleen bij met het povere dat wij hebben; moge de dierbare, grote en almachtige Vader in de hemel onze wil dan ook als het werk zelf aannemen!'
Hoofdstuk 60: De reden waarom het de bewoners goed gaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik zei: 'Dat heeft Hij ook al sinds lange tijd gedaan, en daarom hebben jullie nog nooit bijzondere nood gekend; in de toekomst zal Hij echter nog veel opvallender voor jullie tijdelijke heil en nog meer voor het heil van jullie zielen zorgen, daar kunnen jullie volkomen zeker van zijn! Want wie zoals jullie op Hem vertrouwt, die verlaat Hij nooit. Ook al helpt Hij hem dikwijls ook niet ogenblikkelijk en duidelijk zichtbaar, Hij laat hem toch niet volkomen in de steek.
Hoofdstuk 60: De reden waarom het de bewoners goed gaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] De oude zei: 'Heer en meester en, zoals u nu zelf zegt, afstammeling uit de lijn van de grote koning der Joden, wij komen maar heel zelden in de stad Samaria, die meer dan een halve dagreis hier vandaan ligt, en daarom weten wij ook weinig van wat daar allemaal gebeurt en voorvalt; van reizigers hebben wij echter gehoord dat er in de door u genoemde tijd door een nieuw opgestane grote profeet wel heel ongelooflijke en wonderbaarlijke dingen gebeurd moeten zijn. Men zegt dat hij de Samaritanen ook allerlei troostrijke leringen heeft gegeven, waar enkele priesters en ook andere wereldse mensen zich toch aan geërgerd hebben, - of dat gegrond of, wat waarschijnlijker is, ongegrond was, konden wij in onze eenvoud niet beoordelen, en wij konden niet oordelen in een ons onbekende kwestie.
Hoofdstuk 60: De reden waarom het de bewoners goed gaat - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] (De oude:) 'Er was echter iemand onder ons die al sinds dertig jaar waanzinnig was en af en toe in de bossen verdwaalde; daar werd hij dan door de boze geesten dermate gekweld dat hij dikwijls zo hard en verschrikkelijk huilde en brulde dat zelfs de wildste dieren ijlings voor hem op de vlucht sloegen.Als hij dan weer uit de bossen bij ons terugkwam, was hij rustig; maar als men hem vroeg wat hij in de bossen had gedaan, wist hij zich daar nooit iets van te herinneren.
Hoofdstuk 61: De volledige genezing van de bezetene - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[18] Toen de leerlingen hoorden dat er verscheidene beren zouden komen, waar de meesten van hen een afschuw van hadden waren ze dan ook direct bereid om verder te reizen. Iedereen doopte nog één keer zijn laatste stuk brood in de honing en stond daarna snel op van de grond, en wij verlieten deze plek en vervolgden onze weg; daarbij moesten we ons echter eerst een flink eind een weg banen, omdat wij tevoren bergopwaarts van de gebaande weg af hadden moeten gaan om bij onze honingvijver te komen.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Je verlangde ook dat Ik deze nu snel intredende nacht in jouw huis zal doorbrengen. Maar die wens kan Ik nu niet inwilligen; want kijk, de dag zal nog een uur duren, en Ik moet werken zolang de dag duurt! V óór zonsondergang wacht Mij vandaag nog een belangrijk werk, en daarom moet Ik met Mijn leerlingen direct verder reizen. Onthoud echter wat Ik nu tegen je heb gezegd; want weldra zal de tijd komen dat jij dat met je hele huis hoger zult waarderen dan alle schatten ter wereld!'
Hoofdstuk 65: De Heer maakt Zich bekend aan de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] Een van hen zei echter tegen zijn vroegere lotgenoten: 'Lulster eens, die goede Meester Jezus uit Nazareth heeft ons door Zijn wonderbaarlijke goddelijke macht van onze ernstige kwaal bevrijd; daarom beschouw Ik het als onze eerste plicht dat wij nu direct omkeren, Hem tegemoet gaan en Hem nogmaals onze dank betuigen!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Ik heb ook allerlei dieren geschapen die ten eerste voor het natuurlijke bestaan van de aarde net zo noodzakelijk zijn als het oog dat voor de mensen is om te kunnen zien, en die ten tweede absoluut noodzakelijk zijn voor de voortgaande en zelfstandige ontwikkeling van de zielen op deze aarde, waarvan Ik jullie bij andere gelegenheden uitvoerig de essentie heb verteld en door het openen van jullie innerlijk gezicht ook heb laten zien. Jullie zullen dan ook begrijpen dat al die verschillende dieren naast de mens op deze aarde toch ook een plek moeten hebben om te wonen, omdat ze nodig zijn voor de uiteindelijke ontwikkeling van de mens volgens Mijn orde. En daar zijn dan ook hier en daar op aarde dergelijke grote en dichte bossen voor nodig. Daarnaast dienen ze echter nog duizenden andere doeleinden.
Hoofdstuk 63: De Heer met de Zijnen in een oerbos in Samaria. De Heer in Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] De anderen zeiden: 'Je moet doen wat jou goed en juist lijkt; wij denken echter dat wij niet onjuist handelen als wij doen wat ons goed en juist lijkt!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] De Samaritaan knielde nog voor Mij op de grond en Ik zei nogmaals vriendelijk tegen hem: 'Sta nu maar helemaal op en ga naar de herberg; want jouw .geloof heeft je geholpen! Zeg echter ook tegen je metgezellen, die Joden zijn, wat Ik tegen jou heb gezegd!'
Hoofdstuk 66: De genezing van de tien melaatsen (Luc. 17:11-19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)