Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 321 van 1490

...  309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334  ...
[2] Wat jij gezegd hebt geloven wij nu vast en zeker. Het puur geestelijke bestaan vóór de geboorte en het materiële proefbestaan op deze wereld ter ontwikkeling van de ziel volgens jouw beschrijving laat weliswaar nagenoeg geen verdere vragen meer toe, omdat het alleen maar zo en onmogelijk anders gedacht kan worden en ook maar kan zijn -want die bepaalde en steeds gelijke gevolgen moeten immers ook steeds dezelfde oorzaken hebben; dat is nu bij ons wel een uitgemaakte zaak! -; maar wat het bestaan na de dood betreft, zijn er nog wel een groot aantal uiterst belangrijke vragen te stellen, waarvan de grondige beantwoording waarschijnlijk toch wel een beetje moeilijker voor je zal zijn.
Hoofdstuk 185: Hirams bezwaren tegen het eeuwige voortbestaan van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Voor mijn part laat ik mij wel een tienduizend jaar durend leven onder zeer gunstige levensomstandigheden welgevallen, maar dan wel in mijn lichaam op deze aarde; want hier is niemand ooit uitgeleerd zodat hij kan zeggen: 'Nu bestaat er op de hele aarde niets meer wat mij niet volledig bekend is!' Maar plaats nu eens een hoogst volmaakte, met jouw hoogst wonderbaarlijke alwetendheid begaafde geest op deze aarde! Met één enkele scherpe blik heeft hij meteen alle geheimen van alle toekomstige en ook voorbije tijden door! En wat dan, als hij strikt op deze aarde zou moeten blijven? Hij zou zich nu met de domheden van de mensen moeten vermaken en met zijn macht de tijd moeten verdrijven door met allerlei spektakelstukken de volkeren door elkaar te jagen, -anders zou hij zich immers onvoorstelbaar wanhopig vervelen!
Hoofdstuk 185: Hirams bezwaren tegen het eeuwige voortbestaan van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar dit is niet de enige zon in de eindeloze scheppingsruimte; er zijn er talloze, waarvan er vele zo onmetelijk groot zijn dat zelfs deze voor jullie begrip al immens grote zon zich nauwelijks verhoudt tot die oer reuzenzonnen als een sneeuwvlokje vergeleken tot de omvang van deze aarde.
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Je hoeft alleen maar naar de zon te kijken, die deze aarde de dag geeft! Wat weten jullie van dit heerlijke hemellichaam? Niets! Jullie weten zelfs niet eens iets van haar orde en haar verhouding tot deze aarde! Jullie denken en geloven alleen datgene, wat jullie met je zintuigen waarnemen; maar het is heel anders. Niet deze aarde staat als in een eeuwig centrum, en de zon beweegt zich nooit en te nimmer om haar heen, ook al lijkt dat zo, maar de zon vormt voor de aarde, de maan en de andere jullie bekende planeten het centrum, en deze aarde met haar maan, alsook alle overige planeten, bewegen zich in verschillende perioden om de zon. De dagelijkse op en ondergang van de zon wordt veroorzaakt door de bijna 25 uur durende draaiing van de aarde om haar polaire as.
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Jullie kunnen het nu van mij aannemen, omdat jullie weten dat ik hierover naar waarheid een zeer diepgaande kennis kan hebben. En omdat we het nu reeds over de zon hebben gehad zeg ik jullie, dat deze duizend maal duizend keer groter is dan deze aarde. En welke nooit door jullie vermoede wonderen bedekken haar uitgestrekte bodem! Talloze van de meest wonderbaarlijke schepselen van God wandelen daar in de grootste harmonie op hun zeer weidse lichtvelden en verheugen zich in hun zalige bestaan! Hun schoonheid is al dermate groot, dat jullie een menselijke gedaante van daar afkomstig, hier op aarde een eeuwigheid lang zouden kunnen bekijken en bewonderen zonder dat jullie er ooit genoeg van zouden kunnen krijgen! Wat ik jullie vertel is algemene en hoogste waarheid en niet in het minst overdreven.
Hoofdstuk 186: Oneindigheid, eeuwigheid en zaligheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] HIRAM zegt: 'ik ben verbaasd over je kennis van deze dingen. Die heb je niet van een wereldse school en ook niet uit je fantasie! Het zou bijna zo kunnen zijn, omdat je het hier voor ons zo gemakkelijk uiteen hebt gezet alsof het al sinds ondenkbare tijden iets zeer bekends voor je is; want waarlijk, zoiets kun je niet uitje duim zuigen! Wij zeggen je nu alleen, dat wij van al deze dingen weliswaar zo goed als niets, begrijpen; maar wij geloven het nu volkomen, omdat jij het ons zegt; Want jij hebt nu in de korte tijd van ons samenzijn op de eenvoudigste en meest heldere manier van de wereld onvoorstelbare bewijzen geleverd van je alwetendheid en je integere waarachtigheid.
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoe zit het met de zielen van kinderen die sterven nog lang voordat hun bewustzijn zich heeft ontwikkeld en waarbij dus helemaal geen sprake kan zijn van een geestelijke groei? Van welke volkomen zuivere geesten uit God aan gene zijde stammen deze af? -Zie, vriend, dat is de tweede, zeer belangrijke vraag!
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En de derde vraag luidt: Hoe zit het met die zielen, die op aarde in hun lichaam weliswaar heel wat wereldse beschaving en intelligentie hebben verworven, maar dan eigenwillig en geheel eigenmachtig tot ware monsters van de betere menselijke samenleving worden? Waarom hebben hun geesten, die hen in dit bestaan hebben gebracht en die toch van God evenveel wijsheid hebben gekregen als jij, dat toegelaten; en waarom bekommerden zij zich niet meer om die door hen tevoorschijn geroepen zielen die één moeten worden met hen? Of maakt het voor een pure geest niets uit welke trap van ontwikkeling een ziel in deze wereld en in haar lichaam krijgt?
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] HIRAM zegt: 'O ja, dat is je wel toevertrouwd! Maar ik heb je deze drie vragen ook niet gesteld om jouw zeer beproefde wijsheid nog verder uit te testen; maar omdat van het een het ander komt, zou ik van jou dan ook graag een definitief uitsluitsel krijgen in deze uiterst serieuze aangelegenheid, dat, zonder daardoor de zeker ook diepe wijsheid van je collega's te kort te doen, mij niemand meer zal kunnen geven behalve jij. Wees zo goed en spreek, - we zullen met uiterst gespannen aandacht naar je luisteren!"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk, vriend, hier zijn nog een paar dingen die in tegenspraak zijn met wat je eerder zei en die wijzelf met de beste wil niet onder één noemer kunnen brengen! Want ofwel is het tot stand komen van zo'n levens eenwording een hoogst ernstige aangelegenheid, waar het wel en wee gedurende de hele eeuwigheid dus van afhangt -en dan kan het onmogelijk zo zijn dat het de machtige geest van gene zijde niets uitmaakt of zijn ziel, die door zijn macht en intelligentie uit God gevormd of uit de materie ontwikkeld is, zelf een even volmaakt geestelijk wezen wordt als hijzelf of een waar monster -, ofwel het tot stand komen van deze eenwording is geen hoogst en zelfs heilig ernstige aangelegenheid, maar zomaar een willekeurig spel. Dan hebben wij ondanks jouw nog zo diepe wijsheid ontegenzeggelijk gelijk, als we beweren dat in de grote natuurwereld alles slechts een ijdel spel van haar krachten is, en dat wij enkel als een voorbijgaande grap van de grote natuur het leven hebben gekregen, en dat dit met de dood voor altijd ophoudt, ongeacht wat ergens onsterfelijke volmaakte geesten doen, die zich om de hele natuur nooit bekommeren!
Hoofdstuk 187: Drie bedenkingen tegen het voortleven na de dood - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] JOHANNES zegt: 'Goed dan, luister! Tussen alles wat jullie op aarde ook maar zien, bestaan verschillen. Wat zouden jullie wel zeggen, als op deze aarde alle schepselen even sterk op elkaar zouden lijken als bijvoorbeeld de mussen op het dak, waarbij je het vrouwtje niet van het mannetje kunt onderscheiden?"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] En bovendien -let wel -is immers deze aarde door God speciaal uitverkoren en voorbestemd om juist hier -omdat het alleen hier mogelijk is het kindschap van God te bereiken -onder de hier voorkomende zeer verschillende mensensoorten en -karakters zo'n grote verscheidenheid te laten bestaan, zoals die in de hele oneindigheid nergens, op geen enkele van de talloos vele hemellichamen, in zo'n hoge graad is aan te treffen als juist op deze aarde.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Maar omdat alleen hier het ware en enige kindschap van God te bereiken is, wat alle zuivere oergeesten in de hele oneindigheid heel goed weten en ten volle beseffen, kunnen jullie je wel voorstellen dat heel veel geesten met zielen van andere hemellichamen ook met het doel op deze aarde komen, om een ziel die van een andere wereld komt ook in de materie van deze aarde te laten zuiveren. Wel, velen slagen erin bij de eerste poging, en heel velen niet! Als dan zo'n ziel van een andere planeet in een lichaam van deze aarde dan beslist al zodra ze hier komt, het in deze materie die haar zeer bedrukt niet vol kan houden, wel, dan wordt zij door haar geest onmiddellijk weer naar de plaats gebracht waar ze vandaan is gekomen.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Veel zielen, meestal van andere hemellichamen, kunnen de aanblik van deze magere en minst mooie wereld helemaal met verdragen. Gewoonlijk ziet men dan dat hun zintuigen zeer zwak ontwikkeld zijn. Ze houden het hier vaak wellangere tijd uit en doen het een en ander, maar gewoonlijk slechts weinig volgens de mening van de werkelijke mensen van deze aarde; na zo'n leven, dat voor hen in Ieder geval een diepe betekenis heeft en dat gewoonlijk ook niet te lang duurt, keren ze vaak na enkele tientallen jaren, door de mensen van deze aarde natuurlijk niet gekend, weer terug naar hun plaats van herkomst -met vaak een heel goed resultaat vanwege de grote moeite die ze zich getroostten; en daar bereiken ze dan zeker wat ze de eerste keer zochten.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Sommigen van deze vreemde zielen trekken vaak zelfs door vele andere hemellichamen, tot ze zich tenslotte, door hun geesten geleld, op deze aarde wagen. Sommigen komen van zonnewerelden. Een aantal van hen is al gauw zeer volmaakt; maar anderen ontsteken ook vaak in grote toorn over alles wat er maar op deze aarde voorkomt. Zij worden voor deze aarde vaak zeer kwaadaardige individuen, die roven, moorden en stelen wat ze maar kunnen. Ook hebben ze gewoonlijk geen liefde voor de mensen op deze aarde en proberen hen alleen maar op alle mogelijke manieren schade toe te brengen. Zij ontlopen hier maar zelden de verdiende straf voor hun overtredingen van de aardse burgerlijke voorschriften. Ze keren ook wel vaak naar hun oude plaats van herkomst terug, waar het hun dan ook niet bijzonder goed gaat; want hun geest begint met hen dan vaak een ontzettend harde en pijnlijke tucht, die naarmate een ziel als zodanig trotser, verharder en zelfzuchtig eigenzinniger is, vaak vreselijk lang duurt.
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  309 - 310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334  ...