Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 322 van 1110

...  310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335  ...
[17] Ja, Ik zeg jullie nog meer: Doe je vijanden goed, bid voor hen die je vervloeken, en zegen die je haten en achtervolgen, dan zullen jullie daardoor het snelst gloeiende kolen op hun hoofden stapelen en hun slechte gemoed het snelst naar het betere en hogere keren! Leen je overbodige geld aan hen die het je niet met rente terug kunnen betalen, en nodig diegenen te gast die je niet terugkunnen vragen, dan zul je daardoor in de hemel grote schatten voor je ziel verzamelen!
Hoofdstuk 227: Niet het weten, maar het handelen uit liefde maakt zalig - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER): 'Er staat weliswaar geschreven dat men hem, die je iets kwaads heeft aangedaan, zevenmaal volledig vergeven moet; maar Ik zeg jullie: zeven en zeventigmaal zevenmaal zul je je belediger vergeven voor je hem voor de rechter aanklaagt! Verbetert hij zich ook dan niet, verstoot hem dan uit de gemeente! Wie echter niet telt hoe vaak iemand hem beledigd heeft, die zal ook in de hemel niet worden aangerekend worden hoe vaak hij tegenover God heeft gezondigd.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Hoe groter de naastenliefde is waarmee iemand zijn behoeftige medemensen helpt, des te veelvuldiger zal hem het gedane eens vergolden worden. Bedenken jullie dat allen goed en handel daarnaar, dan zullen jullie als waarachtige kinderen van God het eeuwige leven hebben en eeuwig zijn onmetelijke schatten oogsten! Ik zeg jullie: Een zon voor degene, die uit ware naastenliefde met zijn naaste en arme broeder ook maar een penning gedeeld heeft!'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Jullie allen is op deze aarde slechts iets gerings toevertrouwd; maar wie in dit kleine getrouw is, zal eens over iets groots gesteld worden. Maar Ik zeg jullie ook, dat niemand God en de mammon tegelijkertijd kan dienen; noch de een en noch minder de ander is tevreden met een halve dienst. Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] IK zei: 'Het komt er echt niet op aan of jullie hier of ergens anders de armoede gedenken, maar daar aan de tafel waar de vrouw zit die Ik vandaag uit de geile klauwen van de tempel gered heb, zou een weldaad van pas komen. De vrouw en haar man zijn arm, en de andere mannen aan dezelfde tafel ook. Geef de honderd pond die jullie verloren hebben maar aan Lazarus, dan zal hij als Mijn ware broeder ervoor zorgen dat deze armen daardoor een behoorlijk bestaan kunnen leiden!'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Toen zei IK: 'Mij nog meer daarover te vragen is helemaal onnodig; want jullie zullen nu wel inzien dat ieder zich meer verdienste verwerft naarmate hij meer wil offeren en naarmate hij dat meer met ware liefde tot God en de naaste doet. Volg dus jullie goede wil en het zal jullie vergolden worden!'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] IK zei: 'Deze nacht is het nog geen tijd om daarover te spreken, maar er kan nog van alles gebeuren, omdat Ik pas vandaag over zeven dagen Jeruzalem voor een poos zal verlaten. Bespreek echter nog voordien met Mijn oude leerlingen de hoofdinhoud van Mijn leer; wat jullie niet weten zal je op het moment datje het nodig hebt in de mond gelegd worden.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[18] Maar voor nu zeg Ik tegen jullie allen: Omdat Ik vandaag zo'n goede oogst had, ben Ik daar ook echt blij om, en daarom zullen wij gedurende deze nacht opblijven en toch zal ieder van jullie morgen zo gesterkt zijn alsof hij de hele nacht goed geslapen had. Maar wij zullen tot de ochtend nog een aantal zaken behandelen die jullie op een hoger standpunt van de kennis van God zullen brengen; want God zo goed mogelijk te leren kennen is voor ieder mens het belangrijkste.
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Want wie God niet goed kent, kan nooit volmaakt in een God geloven, en Hem nog minder boven alles liefhebben en dus ook nooit volledig deel hebben aan de geest van God. Want uit een onjuiste kennis van God komen mettertijd tengevolge van de vrije wil van de mensen, allerlei soorten dwalingen onder de mensen, die dan als een duizendkoppige hydra voortwoekeren, de mensen tot afgodendienaars maken en hun de poort tot het ware, eeuwige leven versperren, zodat zij dan aan gene zijde als zielen moeilijk ooit binnen kunnen komen; want wat een ziel hier binnen een dag voor haar levensvervolmaking kan doen, kan zij aan gene zijde vaak niet in duizenden aardse jaren doen. Mijn oude leerlingen hebben over God al wel veel uitgebreidere kennis; maar jullie nieuwelingen zijn al met al daarin nog zwak, en daarom wil Ik jullie daarin sterken.'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[23] IK zei: 'En wat hebben jullie daar dan nog voor moeilijkheden mee?'
Hoofdstuk 228: Naastenliefde. Kennis en liefde van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Om jullie dat volledig te ontsluieren is het ogenblik nog niet helemaal gekomen; maar het zal ook niet lang op zich laten wachten. Maar Ik heb jullie immers toch al verschillende keren gezegd toen jullie Mij vroegen om jullie de Vader te laten zien: Wie Mij ziet, ziet ook de Vader; want Ik en de Vader zijn volledig één. De Vader is in Mij en Ik insgelijks in de Vader. -Hoe hebben jullie dat dan begrepen?'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'Goed, - en hoe staat het dan met de Heilige Geest? Wat denken jullie dan van hem?'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Slechts aan Eén Enige (moeten jullie geloven)*, (*toegevoegd) omdat er van eeuwigheid nooit meer geweest zijn en ook eeuwig nooit meer zullen zijn!
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Jullie geheugen is bepaald niet jullie sterkste kant, dat jullie Mij nu iets kunnen vragen wat Ik toch al bij geschikte gelegenheden vaak genoeg heb uitgelegd, - en toch is de hoofdzaak jullie nog steeds onduidelijk; want toen Ik eerder zei dat de volmaakte kennis van God de hoofdzaak van het leven is, omdat bij het ontbreken daarvan er geen echt, maar alleen een verward machinaal leven is, toen heb Ik jullie vlak daarna uitgelegd wat en wie God is, -maar jullie geheugen is zwak en kort!'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Zeg liever: 'Heer, sterk ons lichaam en onze wil!', want de sterkte van het geheugen hangt altijd af van de sterkte van de wil. Jullie ziel is weliswaar zeer gewillig, maar jullie vlees is zwak, en daardoor ook jullie geheugen, dat pas later sterker zal worden wanneer Ik de Heilige Geest over jullie zal zenden. -Maar let dan nu goed op, en wel met gespannen aandacht!'
Hoofdstuk 229: God-Vader, God-Zoon en God-Heilige Geest - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335  ...