Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 322 van 1490

...  310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335  ...
[1] HIRAM zegt: 'Dat is nu helemaal in orde en wij hebben nu niets meer tegen je in te brengen; want nu geloven wij jou, omdat jij zeker alleen weet en duidelijk genoeg kunt begrijpen, dat het zo is en niet anders. Wij kunnen dat natuurlijk noch inzien noch begrijpen, omdat wij niets weten van die talloos vele vreemde hemellichamen en nog minder van het wezen van hun hoogst raadselachtige bewoners, hoe ze zijn, hoe ze eruit zien, en welke geest hen bezield. Maar ik ben wel van mening dat althans een paar betere mensen van deze aarde hierover bericht van boven zouden moeten krijgen nog tijdens hun aardse leven, om zich dan tegen zulke mensen te kunnen keren en wapenen!"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] DE BEIDEN zeggen, heel verheugd over deze toezegging: 'Er zal onmiddellijk door ieder van ons voor alles zo goed mogelijk worden gezorgd!"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Philopold in Kana bij Kis had er ook veel van weg; maar het was toch veel gemakkelijker om met hem te praten. Bij deze mensen gaat het veel moeilijker, omdat ze werkelijk veel ervaring hebben en daarbij zo'n scherp verstand, als ik tot nog toe niet heb meegemaakt! Mathaël was ook een buitengewone geest; maar met Hiram hier zou hij het moeilijk hebben gehad! Daarom vraag ik U Heer, nog één keer, of U Zelf het met hem op wilt nemen als hij nog een fellere aanval doet!:'
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] JOHANNES ging naar de hut en zei: 'Beste vrienden, ik geloof dat het jullie vandaag niet wil lukken om vuur te maken; want ik heb nu al een poosje naar de hut gekeken, maar nog geen vuur kunnen ontdekken en mijn vriend zei tegen mij: 'Ga voor deze goede en bezorgde mensen vuur maken!' En dus ben ik nu dan hier o m jullie te helpen met het maken van vuur'
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[17] Ja, soms gebeurt zelfs met bewoners van deze aarde hetzelfde, als ze zich door de vreemden ertoe laten verleiden om ook zoveel mogelijk kwaad aan te richten. Zulke zielen, waarvan er helaas niet weinige zijn, zijn dan wat men 'duivels' noemt; maar hun geesten van gene zijde zijn dan net zo lang hun pijnigende leiders tot ze zich geheel verbeteren. En zie, juist daarom is er op deze aarde die grote verscheidenheid, en daarom zijn er zulke merkwaardige toestanden onder de mensen op deze aarde. Ik denk nu dat jullie, die duidelijk scherper kunnen denken dan andere gewone doorsnee mensen van deze aarde, volledige duidelijkheid hebben verkregen over jullie vragen! Of is er nu nog iets wat jullie willen weten?"
Hoofdstuk 188: De noodzakelijke verscheidenheid van wezens en omstandigheden op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] JOHANNES zegt: 'Luister! Zulke mensen zijn er op aarde nog altijd geweest, en ze hebben dit en vergelijkbare zaken de mensen van deze aarde door allerlei symbolische beelden bekend gemaakt -in het Hooglied van Salomo komen dergelijke aanduidingen meermaals voor -; maar de mensen, respectievelijk hun zielen, hebben hun zinnen te veel naar buiten, op de materie van de wereld gericht en zo hun geest van gene zijde de rug toegekeerd, daarom kunnen ze van de hoogste en puur geestelijke dingen ook niets meer begrijpen en vatten. Juist daarom zijn wij nu in deze wereld gekomen, om de door hun hoogst eigen schuld verwaarloosde zielen weer op te richten en hun de juiste wegen te tonen naar hun geestelijke en eeuwige levensheil.
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] HIRAM zegt: 'Neen, mijn edelste en wijze vriend! Er bestaat bij ons nu absoluut geen twijfel meer over deze dingen! Maar nu wij al bijna tot aan het einde van deze prachtige dag over heel wat dingen hebben gesproken, zou ik je toch nog graag één ding willen vragen. Ik ben weliswaar slechts een pure Griek, maar desondanks heb ik me in de loop der tijd van het jodendom al heel wat eigen gemaakt, wat mij erg amuseerde, met name hun bewering over een Messias die niets minder dan meteen maar het hoogste Godswezen Zelf zou zijn. Hij zou hen allemaal natuurlijk onmiddellijk onsterfelijk maken en in Jeruzalem resideren als hun eeuwige onoverwinnelijke koning en van daaruit meteen de hele wereld en tegelijk natuurlijk ook de hele eeuwige oneindigheid beheersen.
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Men lacht ons vanwege onze mythische godenleer nu al bijna overal uit en maakt deze voor je reinste oude onzin uit; maar wat moet men dan wel niet over de joden vanwege hun Messias zeggen? Goede hemel! Zo'n grenzeloze domheid en verwarring van de menselijke geest ben ik werkelijk nog nergens in de hele wereld die ik bereisd heb ooit tegengekomen! Vertel me wat daar voor flauwe onzin achter moet steken! Dat is toch werkelijk ontzettende grootdoenerij vooral van de vooraanstaande joden ten overstaan van ons, Grieken en Romeinen, en ze verheugen zich er al op dat hun Zeus ons hun land uit zal drijven met een vreselijk vlammend zwaard, waaruit met iedere goed gerichte slag minstens honderdduizend vernietigende bliksems over alle heidenen in het rond zullen spatten! Wel, dat is toch wel een beetje al te kras! -Wat zeg jijzelf, als jood, van deze oude dwaze jodengrap?"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] JOHANNES zegt: 'Er zit wel een kern van waarheid in, wat jij als echte Griek misschien niet zou denken; en misschien bevindt deze zich dichter bij jou dan jij wel eens zou kunnen vermoeden! Maar op de manier, waarop jij deze uit de mond van de joden hebt vernomen, is het natuurlijk duidelijk iets geweldig belachelijks, waar geen enkel vonkje van maar schijnbare waarheid in schuilt! Maar wat de joden op hun hoogst domme manier verwachten en later nog tot aan het einde der wereld tevergeefs zullen verwachten, is reeds lang, verborgen voor hun blinde ogen en dove oren, aanwezig, -maar niet om de voor de joden hoogst lastige heidenen te verdrijven, maar juist omgekeerd: De joden zullen uit het land verdreven worden en aan de heidenen zal Gods Woord voor altijd gegeven worden! Maar over dit onderwerp zullen we later een zeer belangrijk gesprek beginnen; nu gaan we voor een avondmaaltijd en een plaats voor de nacht zorgen! Want we blijven morgen ook nog hier, en dan misschien nog een paar dagen, en dan kunnen we nog heel wat bespreken."
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kijk eens naar deze arme vissers! Ze zijn de nuchterste, maar verder toch de vriendelijkste mensen, ze verwachten geen levensloon na de lichamelijke dood en toch is voor hen de hele wereld met al haar vergankelijke schatten een gruwel, en ze hebben zich daarom van de hele wereld op dit meest verlaten en eenzame hoekje van de aarde teruggetrokken. Nu hebben ze voor de eerste keer iets over iets hogere geestelijke zaken vernomen en reeds zijn ze vol tevredenheid, -en het zijn zeker voor de helft heidenen; jij echter bent een echte jood en behoort evenals Ik tot de stam van Juda en toch maakt opjou het geestelijke weinig of helemaal geen indruk! Zeg Me nu eens heel eerlijk, waarom je nu eigenlijk precies met Mij van plaats tot plaats rondtrekt!"
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Johannes sprak enkel: 'Moge het hout branden op deze haard hier en in de andere hutten!" , en op hetzelfde ogenblik laaide het vuur in de hutten hoog op.
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] JOHANNES zegt: 'Op natuurlijke wijze zou dit met dat bepaalde poeder nog het best te verklaren zijn; maar ik was zo vrij om deze nood nu in één keer in al jullie hutten tegelijk te verhelpen, waarvan jullie je weldra kunnen overtuigen, -dus daarom zal er van dat bepaalde Egyptische vuurpoeder hier wel geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Bij deze woorden verliet Johannes de hut en kwam weer bij ons en wilde Mij vertellen wat er nu allemaal was voorgevallen.
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] IK prees hem echter en zei: 'Alles voor deze mensen heb Ik Zelfprima geregeld! Maar Ik zeg jullie nu iets anders!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Met deze achtervolgers zal het niet zo goed aflopen als met die onder leiding van Zinka! Deze achtervolgen Mij met een eigen inzet en woede, wat bij Zinka niet het geval was; daarom zal hun onderneming hun zeer duur te staan komen! Want men moet verdwaalde en onder dwang staande mensen anders behandelen dan volslagen duivels! Vandaag zullen jullie Mij een keer als een onverbiddelijke rechter meemaken, bij wie in deze situatie geen liefde zal heersen! Maar nu geheel zwijgen hierover; want onze gastheren brengen zojuist het zeer goed toebereide nachtmaal!'
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335  ...