Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 322 van 728

...  310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335  ...
[7] Of jullie dan echter ook in staat zullen zijn het licht op jullie leerlingen te laten overgaan, dat is een andere vraag die jullie nauwelijks zullen kunnen beantwoorden, vooropgesteld dat jullie begrijpen en inzien dat ieder onderricht ten eerste in zekere zin aan kinderen gegeven moet worden en dat het meer een vrij dan een dwingend karakter moet hebben, en ten tweede dat men van niemand kan verlangen dat hij de Schrift leest, als hij de letters niet kent.
Hoofdstuk 90: Over de nieuwe tijd (19.12.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Ik zei: 'Jozua heeft dat weliswaar zo gezegd, echter niet tegen de natuurlijke zon, maar tegen de geestelijke zon, die bestond uit de leer die Mozes van God had gekregen. Die begon in het geloof en vertrouwen van het volk flink onder te gaan, toen ze de grote overmacht van de vijand zagen. Jozua heeft toen met zijn krachtige uitroep niets anders tegen het moedeloze en in alle toonaarden morrende volk willen zeggen dan: 'Blijf toch geloven en vertrouwen, tot jullie weldra de machtig lijkende vijand volkomen verslagen voor je zullen zien! Dan kunnen jullie met mij het land, waar melk en honing vloeien, innemen of weer naar de woestijn terugkeren!'
Hoofdstuk 92: De wijsheid van Mozes en Jozua - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] Ten tijde van die nieuwe zieners en profeten zal er echter grote ellende en nood onder de mensen zijn, zoals er op deze aarde nog nooit geweest is; maar vanwege Mijn uitverkorenen in die tijd zal die maar een korte tijd duren, opdat hun zaligwording geen schade zal lijden.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Ik zei: 'Uit liefde voor jullie, omdat ook jullie Mij liefhebben, zal Ik hier nog tot na de middag blijven! Maar hou steeds je droom in gedachten en blijf trouw aan je voornemen; dan zul je weldra in een helderder licht wandelen! Watje echter van je aardse schatten nog zult vinden, neem dat en verdeel alles onder de armen, dan zal Ik je in ruil daarvoor een andere schat uit de hemelen schenken! Aan wie in Mijn naam veel geeft, zal ook Ik veel geven; maar aan wie in Mijn naam alles geeft, zal ook Ik alles geven voor de eeuwigheid!'
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De waard nam echter toch schone doeken en maakte de volkomen lege schalen schoon; want Mijn leerlingen verstonden heel goed de kunst om schalen helemaal leeg te maken. Daarop namen de waard en zijn bedienden de schoongemaakte schalen, liepen ermee naar de keuken en brachten toen een groot aantal goed bereide vissen, alsook brood en verscheidene karaffen vol wonderwijn; en wij begonnen dan ook onmiddellijk het maal tot ons te nemen.
Hoofdstuk 95: Het middagmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] Ik zei: 'De aarde. Behoort Mij overal toe, en Ik weet op welke plaats Mijn wederkomst het nuttigst zal zijn voor de hele aarde! In die tijd zullen de mensen echter van het ene einde der aarde naar het andere met elkaar in verbinding kunnen treden, en wel zo snel als een bliksem uit een wolk schiet" en door gebruik.te maken van de in vuur en water gebonden geesten zullen de mensen via ijzeren wegen de grootste afstanden op aarde rijdend kunnen afleggen, en wel sneller dan de hevigste storm van het ene einde van de aarde naar het andere jaagt, en de schepen zullen met behulp van diezelfde krachten binnen veel kortere tijd over de grote oceaan varen dan nu de Romeinen van Rome naar Egypte. Dan zal ook het bericht van Mijn persoonlijke wederkomst gemakkelijk binnen zeer korte tijd over de hele aarde verspreid kunnen worden, en dus ook naar Azië.
Hoofdstuk 94: De wederkomst van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar toch is het wel eigenaardig dat de schatten van een van ons en ook van de schriftgeleerde, die zich het meeste naar die Nazarener richtten, ongedeerd zijn gebleven en van de Farizeeër Joram zelfs zijn woning! Ook de woning van de schriftgeleerde is slechts in zoverre beschadigd, dat het plafond hier en daar doorgebrand lijkt te zijn; de deur naar zijn woonkamer lijkt echter van het vuur weinig geleden te hebben, dus zullen ook zijn schatten zeker minder hebben geleden!'
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar nu is het echt tijd geworden dat Ik met Mijn leerlingen verder moet reizen. want Ik zie waar Ik weldra moet aankomen. Jullie moeten daar met verdrietig om worden, want Ik verlaat jullie alleen maar wat Mijn zichtbare lichaam betreft; met Mijn alom werkzame geest blijf Ik echter bij jullie, zoals bij iedereen die in Mij gelooft, Mij liefheeft en volgens de leer die hij ontvangen heeft leeft en handelt. Als jullie nog een of andere twijfel in jullie hart bespeuren, wend je dan in je hart maar tot Mij, dan zal Ik jullie het antwoord op de tong leggen. Blijf dus in Mij, dan zal Ik in jullie blijven!'
Hoofdstuk 96: Het vertrek naar Kana De Heer in Kana - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar ik ben van mening dat zulke gedachten alleen kunnen ontstaan rn het gemoed van iemand die vanuit een bepaalde hoge dunk van zichzelf in wat hij uitoefent steeds liever de eerste en hoogst aangeschrevene wil zijn dan de minste en een ondergeschikte. Iemand die al meer dan gelukkig is dat hij in zo'n gezelschap de minste der minsten en de dienaar der dienaren van de Heer kan zijn, zal zich daar echter nooit over beklagen en zich niet in het geheim gekrenkt voelen vanwege het feit dat hij zichzelf in dat gezelschap als de minste beschouwt!
Hoofdstuk 98: De waard en Judas Iskariot - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Door enkel met het zwakke schemerlicht van het wereldse verstand te zoeken vindt de ziel in de mens zichzelf niet eens - laat staan haar levensverband met het lichaam en met de geest in haar. De mens moet zijn hersenverstand wel ontwikkelen en verstandig leren denken -echter niet op de manier van de wereld, maar op de manier van de ware kinderen Gods, zoals dat goed te zien is bij de vrome aartsvaders en stamvaders; dan zal ook het hersenverstand weldra gemakkelijk die lichtsterkte krijgen, waarbij vergeleken alle wereldse wijsheid een grote duisternis is.
Hoofdstuk 100: Over de juiste weg naar het juiste doel Verkeerde en juiste ontwikkeling van het verstand. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[1] Nu zei de waard: 'Heer en Meester, ik dank U voor deze les, niet alleen voor mijzelf, maar ook uit naam van allen in mijn huis die door U genezen zijn; want daardoor zijn wij in staat gesteld om onszelf te leren kennen en dus ook het rijk Gods in onszelf! Wat ons te doen staat weten wij nu duidelijker dan ooit tevoren; en omdat wij dat nu weten, zullen wij er ook naar handelen en ons niet meer door de wereld op een dwaalspoor laten brengen. Sterk onze wil met Uw genade en liefde, opdat die steeds gelijke tred houdt met ons inzicht in de waarheid uit U, tot aan het lichtende doel van ons leven, want het kennen van zelfs de allerlichtste waarheid is niet voldoende, als die gepaard gaat met een zwakke en trage wil! De wil is echter de kracht van de liefde in ons; zoals het daarmee gesteld is, zo staat het ook met onze wil. Sterk daarom, o Heer, in ons vooral ook de liefde voor U en onze naaste!'
Hoofdstuk 101: De oorzaak van de nood op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Door enkel het verstand van de mensen te verlichten zou de goede zaak echter nog minder gediend zijn dan wanneer ze van buitenaf onderricht worden door een medemens, die aan de hand van Mijn leer wijs en sterk is geworden. Maar als nu zoveel mensen niet in Mij geloven, terwijl Ik in hun bijzijn niet alleen onderricht geef maar ook tekenen doe die vóór Mij nog nooit iemand heeft gedaan, zullen ze hun eigen verstand, waarmee alleen ze geen tekenen zouden kunnen doen, nog minder vertrouwen; want hun hart en wil zouden niet zo gemakkelijk en snel als jij denkt in volledige harmonie komen met datgene waarvan ze inzien dat het waar en goed is. Want ook al ziet een mens met zijn verstand al het goede en ware heel duidelijk in, terwijl zijn hart nog vol allerlei wereldse dingen is, dan kost het hem nog heel veel harde strijd met zijn eigen wereld, voordat die uit het hart en de wil daarvan verwijderd wordt en de mens dan ook alleen maar liefheeft en wil, wat hij als waar en goed onderscheidt.
Hoofdstuk 103: De weg van de mensen naar het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Er staat echter ook geschreven dat God alle joden later een koning uit de hemelen zal zenden, en onze wijzen hebben zijn ster al ontdekt en zijn Hem gaan zoeken door de baan van de ster te volgen. Als zij terugkomen, zullen wij wel uit hun mond horen hoe het staat met de komst van de grote koning van alle joden!'
Hoofdstuk 105: De Indo-joden doen verslag van het doel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] ook ieder mens is in het bezit van zo'n geest, die echter pas werkzaam in de mens optreedt wanneer hij Gods wil volledig kent en volgens die wil aan het werk gaat en zijn geest zich langs de weg van de zuivere liefde voor God en van daaruit voor zijn naaste met de ziel in de mens verenigt, en die ziel daardoor zelf tot pure liefde en wil van God wordt. Als dat in de mens heeft plaatsgevonden, dan is hij daarin ook zoals God en kan hij ook dingen bewerkstelligen, die geen mens met zijn puur uiterlijke verstand kan begrijpen.
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] In Gods wil leeft echter ook de hoogste wijsheid; daarom kan en wil hij ook niets tot stand brengen wat in strijd met Gods wijsheid zou zijn. Wie zich dus Gods wil eigen heeft gemaakt door ernaar te handelen, heeft zich ook Gods wijsheid eigen gemaakt, zonder welke de wil tot niets in staat zou zijn; en zo is een mens, die in overeenstemming met Gods wil handelt, vol van het ware levenslicht en vol van wijsheid, die levend is door de liefde voor God en de naaste. Kijk nu eens, Mijn allerliefst dochtertje, daar heb je nu een volkomen oprechte en alles inhoudende waarheid op de vraag die je aan Mij stelde; en zeg Mij nu of je die ook begrepen hebt!'
Hoofdstuk 108: Over de kracht van de geest (13.1.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  310 - 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335  ...