17481 resultaten - Pagina 323 van 1166
... 311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 ...
[9] De volste vereniging met Mij ontneemt niemand ook maar één atoom van zijn zelfstandigheid. Welk groter en zaliger levensvoordeel kun je je voorstellen dan met Mij, dat wil zeggen met Mijn geest, evenals Ik almachtig en daarbij toch volkomen zelfstandig te zijn?! Zeg Me nu hoe dit je bevalt!'Hoofdstuk 217: De wonderbaarlijke verandering van het gebied. Wilsvrijheid opgaan in Gods wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Om het 'hoe' willen wij ons nu helemaal niet druk maken; want dat zou geen zin hebben, omdat ons als jongste leerlingen van Uw leer het begrip dat hiervoor nodig is nog te zeer ontbreekt. Bovendien zijn wij nu allen vanwege het ongehoord grote meesterlijke wonderwerk te verbluft en te verward om ons een rustig oordeel te kunnen vormen. Laat ons daarom, o Heer en goddelijke Meester, nu een beetje uitrusten en tot onszelf komen, opdat wij U dan, o Heer en Meester, in een grotere gemoedsrust een beter antwoord kunnen geven dan ik U zojuist gegeven heb!"
Hoofdstuk 217: De wonderbaarlijke verandering van het gebied. Wilsvrijheid opgaan in Gods wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik ga Me intussen bezighouden met hetgeen Mij is opgedragen door Mijn Vader, die in de hemel woont en volledig één is met en in Mij. Maar wie hier vandaag bij Mij wil blijven kan dat ook doen; want niemand is verplicht om hier weg te gaan, alleen wie dat wil kan het doen; zowel het een als het ander zal zeer zinvol zijn. Doe nu wat jullie wil je ingeeft!'
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En hoe onschatbaar groot deze weldaad die U ons bewezen hebt ook is, ze is toch niet te vergelijken met de weldaad die onze ziel door Uw leer heeft ontvangen. Want alleen hierdoor zijn wij, die voorheen geheel verwilderde, echte mensdieren waren, eigenlijk ware mensen geworden. U hebt ons pas het echte leven getoond en ons de waarde ervan leren kennen.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] IK zeg: 'Wat de anderen deden is goed, maar wat jij doet is beter. Want ieder woord dat uit Mijn mond komt is licht, waarheid en leven; als je Mijn woorden in je hart opneemt en ernaar handelt, dan valt je met Mijn woord ook het ware eeuwige leven ten deel.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Maar wanneer iemand Mijn woord hoort en er niet naar handelt, zal Mijn woord hem niet levend maken, maar hem slechts dienen tot gericht en dood. Ook al is dit op deze manier niet Mijn wil, maar enkel Gods eeuwige ordening, dan kan Ik hem toch niet helpen, omdat hij zichzelf moet helpen.
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Want als iemand, die hongert, voedsel wordt aangereikt en hij eet dit niet, maar kijkt er enkel naar, dan heeft degene die het eten aanreikt er geen schuld aan als de hongerende verhongert en sterft, maar natuurlijk de hongerende zelf, omdat hij geen voedsel tot zich wilde nemen. En precies zo is het met degene aan wie Ik Mijn woord als het waarste brood uit de hemelen voorzet, en die dit enkel aanhoort en er niet naar wil handelen. Daarom moet niemand Mijn woord enkel aanhoren, maar hij moet er ook naar handelen, dan zal hij hierdoor in zijn ziel waarachtig verzadigd worden met het brood uit de hemelen en voortaan geen dood meer zien, voelen of smaken, omdat hij zo zelf geheel tot het leven uit God is geworden. Begrijp je dit?"
Hoofdstuk 218: Het belang van de gemoedsrust - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ja, mensen die aan deze ijdele wereld hangen, hun hele heil in het slijk dezer aarde zoeken en niet zoals ik van Uw leer doordrongen zijn, en de waarde van hun leven niet inzien en kunnen of willen begrijpen, zullen als er gevaar dreigt natuurlijk alle moed verliezen en spoedig weer in het oude slijk terugzakken; maar mensen zoals wij zullen zich niet zo gemakkelijk vrees aan laten jagen.
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik zeg U, o Heer en Meester: Voor wie niet bang is voor de lichamelijke dood, zullen keizers en koningen moeilijk wetten kunnen maken! Laat nu de hele aarde maar tot puin vergaan en ik zal niet schrikken voor de zekere ondergang van mijn lichaam; want ik weet nu door Uw woorden, dat Mijn ziel met Uw levensgeest in zich niet te gronde zal gaan! Met dit vertrouwen mogen er vijanden komen van waar en met zovelen ze maar willen, ze zullen mij, Aziona en Hiram waarlijk geen schrik aanjagen; hun veto zal genegeerd worden en hun dreiging onopgemerkt blijven. -En zegt U ons nu, o Heer en Meester van het leven, of ik gelijk heb of niet!"
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Wat Mijn lichaam betreft, ben ook Ik evenals jullie een sterfelijk mens en het gevolg daarvan is, dat ook Ik dit lichaam zal afleggen en wel aan het kruis in Jeruzalem als getuigenis tegen de slechte joden, hogepriesters en Farizeeën, en tot hun gericht. Want dit alleen zal voor altijd hun macht breken, en de vorst van de geestelijke duisternis die nu de mensenwereld heeft beheerst, zal machteloos worden en de mensen niet meer zo erg als tot nu toe verleiden en hen in het verderf kunnen storten.
Hoofdstuk 220: Het doel van de kruisiging van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik zou weliswaar de macht hebben om hen allen op de hele aardbol in één enkelogenblik te verdelgen, zoals op last van Mijn Vadergeest die in Mij woont reeds een keer is gebeurd ten tijde van Noach, en ten tijde van Abraham met Sodom en Gomorra en hun tien buursteden; maar wat heeft het voor zin gehad?!
Hoofdstuk 220: Het doel van de kruisiging van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Vandaag de dag getuigt de omvangrijke Dode Zee nog van dat gericht en de Schrift verwijst ernaar; maar wie schenkt daar nog aandacht aan en laat het dienen als een echte waarschuwing voor zichzelf? Zeg er een echte Farizeeër maar eens iets over, dan loop je gevaar door hem bespot en bitter terechtgewezen te worden en zelfs ernstig met een flinke straf bedreigd te worden! En als dat gebeurt, kan men verder niets doen dan wat Ik je zojuist op voorhand heb gezegd. Dat zal voor die weerbarstigen een vreselijk gericht zijn en voor de Mijnen het hoogtepunt van Mijn liefde, en Mijn opstanding zal ook een opstanding zijn voor allen die één zijn met Mij en Mijn wil."
Hoofdstuk 220: Het doel van de kruisiging van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Zie, hij zou heel vriendelijk naar je luisteren, hij zou zich met het vriendelijkste gezicht door jou alles over Mij tot in details laten vertellen! Hij zou je zelfs met kleine tussenwerpingen en schijnbare twijfels tegemoet treden, - maar alleen om je enthousiaster te laten praten; maar hij zou ook meteen anders kijken zodra hij merkte dat hij bijna alles van je te horen had gekregen! Op een geheim teken zou er dan een groot aantal vermomde mannen verschijnen, jou gevangen nemen, en het zou al heel wat zijn als je dan nog ooit het daglicht zou zien! Daarna zou zo'n hogepriester in samenwerking met Herodes er onmiddellijk een heel leger onder het uitloven van hoge premies op uitsturen om Mij te arresteren en alle joden in heel Galilea laten kwellen omwille van Mij - op alle plaatsen waar men Mij met Mijn leerlingen ook maar heeft ontvangen.
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] IK zeg: 'Ja, dat is ook goed; ga nu Mijn leerlingen uit hun slaap wekken!"
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Omdat Mijn leerlingen de avond tevoren te weinig hadden geslapen, waren ze na het ochtendmaal onder de schaduw van de boom gaan liggen en vast ingeslapen, zodoende wisten ze niets van het gesprek tussen Mij en Epiphanes. Deze ging nu op Mijn verzoek naar hen toe en wekte hen uit hun slaap.
Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)