Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 323 van 1110

...  311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336  ...
[1] (DE HEER:) 'Maar wat jullie nu zullen horen, moetje voorlopig voor je houden en niet voortijdig ruchtbaar maken! Wanneer echter de juiste tijd daarvoor aangebroken is, zullen jullie dat door Mijn geest, die de eigenlijke Heilige Geest is, wel in jezelf merken.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] En kijk, dat alles bevindt zich nu in Mij: De liefde, de wijsheid en alle macht! En daarom is er maar één God, en dat ben Ik, en Ik heb alleen maar hier een lichaam aangenomen om Mij aan jullie mensen van deze aarde, die Ik volkomen naar Mijn evenbeeld geschapen heb uit de oersubstantie van Mijn liefde, in jullie individualiteit nader te kunnen openbaren, - zoals dat juist nu het geval is.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Dat echter ook jullie de helemaal aan Mij overeenkomstige drieëenheid in jullie hebben, zal jullie direct zo duidelijk mogelijk uitgelegd worden.
Hoofdstuk 230: De drie-eenheid in God en mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Is dan niet Mijn van de eeuwige liefde doorgloeide en van haar vlammenlicht dat de wijsheid van God is - doorstraalde wil juist de voor jullie zo onbegrijpelijke Heilige Geest, die eeuwig onophoudelijk van Mij uit de hele oneindigheid vervult?! En door dit Ik van Mij, Mijn 'Ik ben' en dus ook door Mijn zijn en bestaan, ben Ik overal tegenwoordig zoals Ik nu in Mijn eigenlijke wezen persoonlijk bij jullie aanwezig ben. Mijn oud leerlingen en broeders, dat heb Ik jullie al enige malen heel duidelijk laten zien, en jullie zijn het toch vergeten; maar zullen jullie het dit keer misschien wel onthouden?!
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Kijk, beste oud leerlingen van Mij, dat is alweer een oude denkfout van jullie! Weten jullie niet meer, dat jullie Mij, toen wij van Samaria naar Galilea gingen, daar vrijwel dezelfde vraag gesteld hebben? En heb Ik jullie niet door een teken aan de zon bewezen, dat Ik door Mijn wil ook op de zon net als op aarde op gelijke wijze aanwezig ben?! En nu vragen jullie Mij alweer vrijwel precies hetzelfde! Ook heb Ik jullie hetzelfde laten zien bij Caesarea Philippi, bij de waard Matthias in Kapérnaum toen Ik het zeer diep verzonken gat ogenblikkelijk vulde, en in Chotinodora met het afgodenmeer, en nog steeds begrijpen jullie het geheim van het rijk van God niet en nog minder het geheim van God?!
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Want Ik zal nu ook wanneer de tijd zal komen dit menselijke door veel lijden en zeer grote vernederingen nog op deze wereld helemaal in Mijn oergoddelijke veranderen en daarna opvaren naar Mijn God die in Mij is en naar jullie God die nu bij jullie is en jullie dat leert met Zijn mond.'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Dat zegt niet jullie geest, maar je lichaam waarin jullie ziel nog erg diep begraven ligt!
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Omdat het zuiver geestelijke leven van de ziel in Mijn rijk jullie nog volkomen vreemd is, zouden jullie natuurlijk graag liever meteen maar eeuwig hier leven; maar als jullie wisten dat jullie in één ogenblik in Mijn rijk meer en onbeschrijfelijk grotere zaligheden beleven zullen dan in duizend jaar met een gezond lichaam op deze aarde, dan zouden jullie zo niet praten. Jullie, Mijn oud leerlingen, heb Ik wel al menig voorproefje gegeven, - maar omdat jullie geheugen altijd en eeuwig kort is, weet het daar ook niet veel meer van. Maar Ik zal jullie in dit opzicht geen nieuwe bewijzen geven; want wanneer Mijn geest te eniger tijd over jullie zal komen, zal Deze jullie al alle wijsheid bijbrengen!'
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Kijk het beeld van de duif betekent voor jullie beperkte zintuigen ten eerste de grote zachtmoedigheid en ten tweede de grote vliegbekwaamheid van Mijn wil, die de eigenlijke Heilige Geest is; want waar Ik met Mijn wil iets tot stand wil brengen daar ben Ik ook al tot in de eindeloze verte aanwezig en breng iets tot stand.
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Wat de stem betreft die van boven uit de hemelen leek te komen, dat deed ook alleen maar Mijn geest, de uit Mij komende en Hem geheel vervullende liefde die alom met Mijn wil net als in Mij zo innig verbonden is. Dat de stem uit de hemelen leek te komen, moest jullie aangeven en leren dat al het ware en goddelijk goede eerst van boven komt, zoals ook de mens in zijn hart pas dan goed wordt zodra het mensenhart vanuit het door God verlichte verstand verlicht en daardoor werkelijk veredeld wordt.
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei: 'O ja, met veel genoegen! Kijk, zoals volgens Mijn oude, dat wil zeggen eeuwige orde geen vrucht aan een boom in één keer rijp wordt, zo wordt ook geen centrale zon, geen planetaire zon en geen aarde zoals deze, ineens helemaal kant en klaar geschapen, bewoond en met alle mogelijke vruchten begroeid, maar dat gaat geleidelijk aan; want voor God is het immers echt niet nodig Zich ergens mee te overhaasten, omdat Hij van de ene eeuwigheid tot de andere toch tijd genoeg heeft, -ofschoon het niet buiten de mogelijkheden van God ligt een hele zon, evenals een hele aarde of talloos vele werelden van beide soorten in één ogenblik tot aanzijn te roepen.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Jullie kunnen op deze aarde daarvan een klein voorbeeld zien bij een grote brand. Het vuur, de hitte en het sterke licht drijven een grote hoeveelheid gloeiende vonken hoog in de lucht. Als deze eenmaal zo hoog zijn dat de werpkracht van het vuur niet meer op ze kan inwerken, vallen ze weer heel snel terug; maar zodra zij weer in de buurt van het vuur komen, worden zij meteen weer met grote heftigheid weg gestoten en doorlopen weer hun eerdere weg.
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Voor kinderen is er ander voedsel dan voor rijpe mannen. Hoe wil je iemand iets wat dieper geestelijk is begrijpelijk maken, als hij de aarde die hem draagt en voedt, totaal niet kent, en nog minder beseft wat de sterrenhemel allemaal omvat en bevat? Maar jullie heb Ik dat alles leren kennen, zodat jullie je vooral een levendig begrip van de grootte en van de wijze orde van God hebben kunnen maken, en daarom hebben jullie dat hogere en zuiver geestelijke ook gemakkelijker kunnen begrijpen; de anderen die hier zijn, hebben al veel in de wereld beleefd, en hebben daardoor een basis om ook iets hogers te begrijpen, waartoe hun grote liefde tot Mij hen echter het meest geschikt maakte. En zo is nu aan allen die daarvoor geschikt waren, dit grote en diepe geheim door Mij uitgelegd; alle anderen moeten wachten tot zij geschikt zijn om het van Mijn geest te ontvangen.
Hoofdstuk 231: De oneindigheid en alomtegenwoordigheid van God in Jezus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Wat betreft echter die kometen waaruit zonnen ontstaan, die komen nooit in de buurt van een andere planetaire zon, maar zweven in voor jullie onmetelijke diepten van de ruimte en worden in later tijden door de hooggeleerde mensen met bepaalde oogwapens zo nu en dan ontdekt. Begrijp je dat goed?'
Hoofdstuk 232: Het wezen van de kometen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Daarom zeg Ik jullie ook dat een zuivere en goed gefundeerde kennis van de hele aarde -zo mogelijk in al haar delen -en haar beweging, en haar exacte grootte, en daarbij de sterrenhemel in al haar verschijningen, er voor een zuiver gemoed voortreffelijk voor kan zorgen om tot de ware samenhangende kennis van God te komen, zonder welke voor de mensen geen waar heil te verwachten is. Want slechts zij die God waarlijk kennen, komen tot God en zijn eigenlijk reeds bij God; maar zij die God niet kennen, kunnen ook niet bij God komen, omdat zij God niet kennen en dus ook niet bij God zijn.
Hoofdstuk 233: Het belang van kennis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336  ...