Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 323 van 1490

...  311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336  ...
[7] Toen kwam JOHANNES, Mijn lieveling, naar Mij toe en zei: 'Heer, zijn we met hen nu wel enigszins op de goede weg gekomen? Want als het nog moeilijker met hen wordt, zou ik U toch wel willen vragen of U het Zelf tegen hen op wilt nemen; want soms beklemt me de gedachte, dat mijn hart misschien toch mogelijkerwijs iets wat van U komt niet juist en snel genoeg kan begrijpen en dat het dan gemakkelijk iets van mijzelf in plaats van iets van U aangeeft, waardoor ik dan bij deze scherpzinnige denkers ogenblikkelijk in de grootste moeilijkheden zou komen! Zij letten immers op ieder woord en op iedere gezichtsuitdrukking daarbij, zoals een slimme vos zijn buit in de gaten houdt! Maar één onjuist woordje en zij laten het helemaal afweten!
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] HIRAM zei: 'Ja, als dat zo is blijf ik natuurlijk nu zonder meer hier! Alleen, het enige wat in deze buurt een beetje onaangenaam is, vooral 's nachts, zijn de enorme zwermen van allerlei nare muggen en andere vliegende insecten; en dan zijn er ook nog veel slangen die 's nachts uit hun schuilplaatsen naar buiten komen en ons vaak erg lastig vallen. Er is hier weliswaar ook een groot aantal ooievaars en kraanvogels, die in grote scharen aan komen vliegen en hier hun zeer royale maaltijd houden; maar desalniettemin vermeerdert het ongedierte zich zienderogen zo erg, dat er iedere avond nog genoeg overblijft om ruim tien maal zoveel ooievaars en kraanvogels te voeden. Om die reden is het hier in ieder geval niet zo aangenaam om buiten te overnachten. Ik zou liever zien dat jullie de nacht op het schip doorbrengen, waar men zich in de vertrekken niet voor de insecten, noch voor de muggen en nog minder voor de slangen in acht hoeft te nemen!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'We zullen vandaag tegen middernacht met een regelrechte oorlog te maken krijgen! Want een tweede afvaardiging is gisteren uit Jeruzalem vertrokken, omdat die onder leiding van Zinka niets meer van zich liet horen, -door wie deze gestuurd is kunnen jullie gemakkelijk raden! Ze komen met een schip, en enkele vissers die jullie kennen, hebben hun bericht dat wij vandaag tegen de middag deze baai zijn binnengevaren. Ze zullen het vannacht weliswaar zeer moeilijk hebben in deze bocht, maar uiteindelijk geholpen door een paar deskundige en goed betaalde vissers toch hier aankomen. Er bevinden zich ook twee aarts-Farizeeën onder hen en een belangrijke schilddrager van Herodes. Vertel deze vissers hier intussen niets van, want wij zouden hen daardoor geheelonnodig bang maken, omdat ze ons nog niet volledig kennen en ons heimelijk nog steeds voor magiërs van het buitengewoonste soort houden!
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Deze keer was het Jacobus die hem een wenk gaf en hem aan Mijn eerdere vermaning herinnerde. Toen werd hij stil en zei geen woord meer.
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Maar DE KINDEREN zeiden: 'Maar deze goden zien er toch heel vriendelijk uit! We zullen hun morgen vragen of ze niet al te verschrikkelijk onheil over de aarde laten komen!"
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Hiermee stelde Hiram zich tevreden; maar AZIONA zei: 'Zie, beste vrienden, ik had jullie nog gevraagd of jullie soms door een vijand achtervolgd werden! Maar jullie zeiden: ' Absoluut niet! ' Hadden jullie er ons maar iets van gezegd, dan hadden wij hun het binnenvaren in deze bocht wel dermate moeilijk gemaakt dat ze daar dertig jaar lang genoeg aan hadden om over na te denken!"
Hoofdstuk 193: Het naderende schip met de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Bij deze woorden van Mij werden allen plotseling stijf en door ondraaglijke pijnen aangegrepen, ze begonnen te jammeren en te smeken en beloofden alles te doen wat Ik ook maar van hen zou verlangen, - als Ik hen maar wilde bevrijden van zulke ondraaglijke kwellingen! Ze wilden liever duizend maal sterven dan nog maar een ogenblik lang deze ondraaglijke pijn verdragen!
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Hierop jammerden ze nog meer en smeekten om genade en beloofden totale beterschap van hun slechte leven. Ze vroegen of Ik alleen deze ene keer genade voor recht wilde laten gelden. Daarbij werd hun gekerm vanwege de pijn steeds erger, zodat Aziona en Hiram en zelfs enkele van Mijn leerlingen voor hen begonnen te smeken.
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] IK zei: 'Geloof Me: Zo gauw Ik hen nu voor maar tien tellen van hun welverdiende kwellingen bevrijd, zullen ze zich onmiddellijk als woedende tijgers op ons storten en ons willen verscheuren! O, Ik weet het beste hoe men met engelen, mensen en echte duivels om moet gaan! Waarlijk, voor deze tussen Mijn mensenkinderen gesmokkelde aartsduivels bestaat er in Mijn hart geen erbarmen meer'
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Nu dreunde er van alle kanten uit het gebergte een machtig gebrul zodat alle arme bewoners van deze plaats erg angstig werden.
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] Aziona deed dat. Toen de beiden, die zich door geld hadden laten verleiden, in bewaring waren gebracht en Aziona weer bij ons aan tafel kwam, besprongen meteen een hele massa tijgers en grote beren de nu verschrikkelijk huilende booswichten, pakten hen met hun tanden beet en sprongen er haastig met hen vandoor naar het gebergte alsof ze slechts mussen in hun bek hadden. Spoedig verstomde al het gekerm; want de beesten die Ik voor dit doel helemaal van de Ganges hierheen gedreven had, waren spoedig klaar met deze maaltijd en begaven zich toen snel weer naar hun land van herkomst.
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[16] Ik zei nu tegen iedereen: 'Laat hiervan nooit één woord over iemands lippen naar buiten komen; want dat zou hem uiterst slecht bekomen! De beide vissers zullen pas morgen hun opdracht krijgen en zullen op deze wereld geen verraad meer plegen"
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (AZIONA en HIRAM:) 'Wij beiden zijn nu zover dat wij geloven dat vooral u een halfgod bent en deze jonge man Johannes ook; de anderen hebben ons weliswaar niets laten merken van hun goddelijke eigenschappen, maar ze zullen zeker ook zoiets zijn, omdat ze bij jullie beiden horen! Alleen die ene daar met een tamelijk donkere blik heeft nog een sterk menselijk uiterlijk en zal in jullie gezelschap alleen maar een iets beter mens zijn, omdat we voorheen gemerkt hebben toen het vijandelijke schip de oever naderde, dat hij zeer bezorgd zijn beurs met geld haastig onder zijn onderkleed probeerde te verbergen; want goden hebben dit aardse vuil niet nodig!'
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zei: 'ik zegje: In deze tijd bestaat er op de hele aarde niets ellendigers! Ik zeg je: Er leven nu op de hele aarde zeer veel, ontzettend veel uiterst slechte en boosaardige mensen die helaas door hun opvoeding vanaf hun geboorte meestal slecht zijn geworden. Maar bij dezen hier heeft het waarlijk nooit aan de beste opvoeding ontbroken en ze werden onderwezen in alle goede dingen; maar reeds in hun kinderjaren hebben ze zich al door allerlei huichelarij anders voorgedaan dan ze waren, zodat men hen overal naar voren haalde en hen steeds naar mogelijkheid eerde. Daarom kregen ze al in hun jonge jaren zeer aanzienlijke taken, maar begonnen dan al spoedig, vaak door grof misbruik te maken van hun ambtelijke bevoegdheden, de mensen maar al te zeer te onderdrukken en werden zo steeds gevoel en gewetenlozer. Door hun listigheid hadden ze bij alles succes en zo bereikten ze, met name de drie hoofdaanvoerders, die schoolkameraden waren, heel hoge posities en bevonden zich toen pas echt op de juiste plaats om hun ware satansdrift de grootst mogelijke ruimte te bieden, en alles wat maar in hun aartsslechte geest opkwam werd tot elke prijs uitgevoerd.
Hoofdstuk 195: Het levensverhaal van de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Wel, omdat je je duiten bij het naderende gevaar onder je onderkleed in veiligheid hebt gebracht, ben je in ieder geval te prijzen als een goede waard en econoom! Maar weet je, met dat heimelijke inzamelen zoals je dat in Kis gedaan hebt -je weet wel, in de grote hof en bij Marcus bij de tenten van Ouran, zul je hier niets bereiken! Nee, bij deze gelegenheid schijnt het jou, arme man, werkelijk niet voor de wind te gaan! Als ik jou was had ik dit gezelschap allang de rug toegekeerd!"
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  311 - 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336  ...