17481 resultaten - Pagina 324 van 1166
... 312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 ...
[5] En IK zei tegen hen: 'Hoe kan het nu dat jullie zo verbaasd zijn over dit teken? Heb Ik bij Marcus niet iets dergelijks tot stand gebracht?! Het enige waar men hier verbaasd over zou kunnen zijn is eigenlijk alleen maar, dat jullie midden in Mijn gesprekken met deze Grieken hier zo goed hebben kunnen inslapen! Maar het vlees, het bloed heeft inderdaad ook rust nodig, we est nu echter wakker opdat niemand van jullie in verleiding gebracht wordt!Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Toen ze wakker werden, keken ze heel verbaasd en vroegen verwonderd aan elkaar waar ze nu waren; want de omgeving zag er na de verandering zo totaal anders uit dan het tevoren onvruchtbare gebied, dat ze niet meer wisten waar ze waren. Voordien was Aziona's hut deels met onregelmatige stenen en deels uit leem en riet hoogst ondeskundig gebouwd, en in plaats daarvan stond er nu een stevig huis, omgeven door vruchtbomen en een mooie tuin; er waren ook goede stallen gebouwd voor de huisdieren en een grote schuur voor het graan, niet ver van het woonhuis vandaan. Bovendien was het voorheen totaal kale gebergte nu dicht bebost en de vroeger even kale zeeoevers waren in weelderige weiden veranderd en zodoende was het begrijpelijk, dat Mijn leerlingen niet zo gauw wisten waar ze waren.
Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik wil daarmee niet zeggen dat jullie moeten zwelgen, brassen en te veel drinken; jullie moeten daarentegen altijd nuchter en matig zijn in alles en elkaar liefhebben, dan zal de wereld daaruit opmaken dat jullie waarachtig Mijn leerlingen zijn! -En nu gaan we aan tafel!"
Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Deze schepen waren een soort achterhoede van hetgeen hier in de voorgaande nacht door de vissers op Mijn bevel als een goede strandbuit in beslag werd genomen. Deze achterhoedeschepen hadden al de hele nacht en ook deze halve dag rond gelaveerd, maar vonden nergens meer een spoor. Daarom dachten ze dat dit schip waarschijnlijk in deze moeilijk te bevaren baal de koers kwijt was geraakt en misschien zelfs schade had geleden. Maar deze baai leek niet meer op de vroegere en daarom wisten deze achterhoedeschippers niet waar ze aan toe waren en daarom zonden ze een lichte verkenningsboot verder de baai in.
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Nu zegt EPIPHANES: 'Vriend Aziona, onder zulke garanties zou ik er niet voor terug schrikken om zelfs van heel Rome bezit te nemen, als deze Heer en Meester tegen mij zou zeggen: 'Ga heen en zeg: De Heer heeft mij de hele stad gegeven en hiermee maak ik bekend, dat van nu af aan alles wat hier staat, leeft en groeit mijn volste eigendom is!' En zie, geen mens op de wereld zou mij zo'n door de Heer verleend recht afhandig kunnen maken, en ieder zou zich moeten schikken in de almacht van de goddelijke wil!
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] AZIONA zegt: 'Vriend, je hebt nu heel goed en juist gesproken en ik dacht zowel vroeger alsook nu in heel mijn leven hetzelfde als jij; maar de mens blijft toch altijd een mens, vooral als er gevaren op hem af beginnen te komen! In een soort gemoedsverwarring vergeet men niet zelden het belangrijkste en denkt men niet met een innerlijk rustige ziel, maar men is haastig en verward en raakt daardoor in zo'n grote angst, dat men zelfs niet meer aan de beste beschermende wapens denkt die men toch duidelijk bij zich heeft.
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Kijk, Mijn dierbaren! Wat de heidense boeken ervan zeggen is slechts een zeer gebrekkige weerklank van wat er helder en duidelijk geopenbaard is aan de oermensen van deze aarde door dezelfde geest die nu in Mij woont.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Laten we aannemen dat er zich hier voor ons ongeveer een paar honderd buitengewoon sterke strijders bevinden, honderd aan de ene en honderd aan de andere kant. Zodra ze op elkaar afstormen, hef Ik ze met Mijn innerlijke macht omhoog de lucht in en laat hen door een heftige wind naar alle kanten en richtingen verspreiden. Vraag: Hoe zullen zij nu zonder enig vast steunpunt hun strijd beginnen en voltrekken? Zal iemand zich zelfs met de krachtigste voeten in de lucht ook maar een stap verder kunnen bewegen of een echt geweldige slag met zijn hand kunnen geven en daarbij recht overeind blijven?
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zie dat jullie er nu over na beginnen te denken hoe zoiets mogelijk zou kunnen zijn. Het ligt in Mijn macht om dat aan één van jullie praktisch te laten zien, zeg Me maar wie van jullie zo'n experiment wil ondergaan! Wil jij, Epiphanes, je ongeveer een manslengte boven de grond van de waarheid van Mijn woorden overtuigen?"
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Epiphanes probeerde het, maar verloor natuurlijk meteen zijn gemakkelijke verticale positie, en hoe meer hij met handen en voeten werkte des te meer kwam hij in allerlei ongemakkelijke houdingen te!echt. Tenslotte draaide hij als een in de lucht zwevend blad rond en een slechts heel licht zuchtje wind begon hem verder weg te schuiven en wel volgens Mijn wil naar het huis van Aziona, aan welks muren hij een vast steunpunt vond, hij veranderde zijn ongemakkelijke positie weer in de gemakkelijke verticale en werkte zich toen, de muur vastpakkend, naar beneden tot op de grond.
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Je hoeft maar één manslengte van de vaste grond vandaan te zijn in de vrije lucht, en ogenblikkelijk ben je alle macht en alle kracht kwijt! Het kleinste zuchtje wind dat nauwelijks een blaadje aan een boom kan bewegen, draagt je zonder enig mogelijke weerstand weg en dat in een meestal zeer ongemakkelijke positie. Nee, alles vind ik goed, zoals gezegd, maar niet meer zo'n experiment! Maar de woorden uit Uw mond, Heer, zijn nu als schitterende waarheid bevestigd, dat namelijk de grootste kracht zonder een vast steunpunt, dat ik als een noodzakelijke tegenkracht beschouw, zo goed als geen kracht is. Dat is nu mijn levendigste en waarste overtuiging.
Hoofdstuk 227: De nietigheid van een kracht zonder tegenkracht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Dat gaat dan een tijdlang zo door, tot er zich behalve het grondidee verschillende volgende nevenideeën gevormd hebben die met het grondidee harmoniëren, en daardoor al het begrip vormen van een concrete zaak of een uit te voeren handeling en de resultaten daarvan.
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] De concrete, uit vele verschillende gedachten en ideeën bestaande totale voorstelling -ook al is deze nog een puur geestelijk beeld in de ziel -behoort, omdat zij reeds een zeker gefixeerd bestaan heeft, niet meer tot de hoofdpool maar tot de tegenpool, omdat ze in zekere zin als een afgescheiden geheel op zichzelf bestaat en waarneembaar is voor de ziel in al haar delen en door verdere activiteit helemaal als materiële zaak uitgedrukt kan worden en zodoende als een gericht en gefixeerd ding niet meer tot de levenssfeer van de geest en de ziel kan behoren. -Maar luister nog verder naar Mij!"
Hoofdstuk 228: De tegenpool van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Wie dit zal opvolgen, zal ook hetgeen Ik jullie nu zeer duidelijk heb getoond oogsten en eeuwig in steeds toenemende mate behouden. -Zeg nu, Mijn beste Epiphanes, hoe je dit hebt begrepen en opgenomen!"
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zegt: 'Grote Heer en Meester! Groot was Uw wonderwerk van voorheen voor ons lichamelijk heil, -maar nog groter is Uw wijsheid in de leer die U ons nu gegeven heeft; want deze bewijst ons onvergelijkelijk veel intensiever Uw Goddelijkheid. Met het wonderwerk toonde U ons welonmiskenbaar dat U met de kracht en macht van God vervuld moet zijn, omdat zo'n werk U anders onmogelijk zou zijn; maar met deze lering heeft U ons laten zien, dat U rechtstreeks Zelf Degene bent wiens gedachten en ideeën die bepaalde, gerichte, vaste tegenpool vormen!
Hoofdstuk 231: De vraag naar de verlossing van de onwetenden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)