Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 324 van 1490

...  312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337  ...
[6] IK zeg: 'O, laat dat maar allemaal! Men rust aan deze tafel en op deze zelfs van goede leuningen voorziene banken heel goed uit. Ik zeg jullie zelfs vanuit lichamelijk medisch oogpunt, dat de mensen hun lichamelijk leven met ruim een derde zouden verlengen, als ze in plaats van hun vlakke slaapplaats goede rustbanken en ruststoelen zouden maken op de manier zoals je het hier ziet! Want met die vlakke bedden ondergaat de bloedstand en bloedsomloop een te sterke verandering tussen dag en nacht, waardoor alleen al vroegtijdig allerlei hindernissen en veranderingen in de verterings - en voedingsorganen optreden. Maar als men 's nachts op deze manier rust, zal alles vele jaren heel goed in orde blijven.
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] HIRAM en AZIONA zeggen: 'O ware, goddelijke heer en meester van het leven, ook hiervoor zijn wij u een waarachtig nooit eindigende dank verschuldigd, en wij zullen deze buitengewoon wijze raad van u ook naar kracht en inzicht in praktijk brengen!"
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] 'Ik voor mij", zei HIRAM, 'zou hier nog aan toe willen voegen: De meester van al het leven moet immers het beste inzien, wat voor alle leven het beste is! Maar omdat er op deze aarde toch ook ooit allereerste mensen bestaan moeten hebben, vraag ik me af hoe deze dan geleefd hebben in natuurlijk opzicht!'
Hoofdstuk 196: De geldzucht van judas. De voordelen van nachtelijke rust op ligstoelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] IK zeg: 'Ja, Mijn beste vrienden, jullie hebben werkelijk veel ervaring en zijn thuis in de wetenschappen, maar wat dat betreft wordt het moeilijk voor ons om een voor jullie begrijpelijk antwoord te geven! Want ten eerste is deze aarde al een ontzettend oud hemellichaam, gemeten naar jullie tijdsbegrip; er is geen voor jullie begrijpelijk getal waarmee men het aantal jaren van haar bestaan zou kunnen uitdrukken.
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar heel anders was het met de kinderen Gods. Deze woonden alleen in de bergen, daalden slechts hoogst zelden af naar de laagten en leefden heel eenvoudig en natuurlijk. Daar waren geen steden, geen plaatsen, geen dorpen en ook geen getimmerde huizen, maar alleen bepaalde door levende bomen geheel omgeven zuivere grasvelden. Tegen de bomen was een op een bank gelijkende aarden wal gemaakt, die waar dat nodig was tegen de boomstammen dik met mos was belegd, en zo vormde deze ronde wal aan de binnenkant een heel comfortabele rustbank voor overdag en een goede slaapplaats voor 's nachts.
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar zoals bekend, verdronken ten tijde van Noach alle eerste mensen van deze aarde die puur wereldse mensen waren geworden, door eigen schuld door de grote vloed; want de vloed bedekte het grootste deel van de toentertijd bewoonde aarde dermate met water, dat de machtige golven, ontstaan door stormen en orkanen en niet zelden zo nu en dan zelfs meerdere ellen hoog, over bijna de hoogste bergtoppen sloegen en daardoor ook al het leven dat hier was verstikten, behalve Noach en diens kleine familie, en ook alle dieren behalve die, welke Noach in zijn ark herbergde. En met Noach begon, zoals bekend, een geheel nieuwe periode van de aarde.* (* Uitvoerig beschreven in de 'Haushaltung Gottes'.)
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Hiermee hebben jullie nu een heel kort beschreven, maar getrouw beeld van de oermensen van deze aarde; hierdoor kunnen jullie nog levensechter zien dat de raad die Ik jullie gegeven heb, heel goed en juist is."
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zie, vóór de zojuist genoemde eerste ware mensen waren er ook wel -zoals op talloze hemel en aardelichamen die op deze aarde lijken wezens, die wat hun uiterlijke vorm betreft zeer sterk op de huidige mensen leken! Er waren vele tijdperken op deze aarde waarin een eerder geslacht geheel onderging en er langzamerhand een nieuw voor in de plaats kwam, dat altijd in een bepaald opzicht iets volmaakter was.
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk, de zee heeft vele miljoenen malen boven dit droge punt gestaan, dat nu toch zelfs zeker meer dan twintig manshoogten boven de waterspiegel van deze kleine zee ligt. En het is telkens, natuurlijk in een steeds vaak sterk veranderde vorm, zoals nu droog geworden. En voordat er vanaf nu 6000 jaar zal vergaan, zal het zich weer onder de zee bevinden, en dan over een tijd van nog eens ongeveer 9 a 10.000 jaar weer zoals nu droog zijn. Deze toestanden zullen zich op aarde steeds net zolang afwisselen tot de aarde, of liever haar materie, geheel tot leven zal zijn overgegaan"
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Vriend, kijk alleen maar eens met serieuze aandacht naar je lichaam, dan zul je daaraan een heel aantal verschillende ledematen en delen opmerken! Kunnen deze slechts één enkele bestemming hebben? Kunnen de hersenen en de maag een en dezelfde bestemming hebben, of het oog en de oren, de handen en de voeten, of de neus en de mond? Zie, uit hoeveel talloze kleinste deeltjes het menselijk lichaam ook uiterst kundig is opgebouwd, toch hebben zelfs de twee delen die het dichtst bij elkaar liggen en als twee druppels water op elkaar lijken en ook een en hetzelfde orgaan vormen, niet geheel dezelfde eigenschap en bestemming!
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] HIRAM zegt: 'Maar, enige opperwijze en machtige meester van het leven en heer van alle mensen! Als de aarde al zo ontzettend oud is, wat woonde er dan voor een geslacht op deze aarde vóór de eigenlijke, op ons lijkende mensen? Want ze kan toch immers niet bijna een halve eeuwigheid lang tot aan uw eerste mensen toe vierduizend jaar geleden, geheel verlaten en leeg zijn geweest, dus helemaal voor niets om de grote zon draaiend! Of was ze tot die tijd werkelijk slechts geheel verlaten en leeg? Het is weliswaar zeer onbehoorlijk van mij om zoiets aan u te vragen; maar ik zie dat er in u en in deze jonge man waarlijk onmiskenbaar een soort alwetendheid aanwezig is, en daarom zult u mij ook wel in dit opzicht mijn aandringen ook hierover iets te willen horen, wel niet kwalijk nemen"
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] HIRAM zegt: 'Ja, ik heb wel de indruk dat ik het begrepen heb; maar om een heel duidelijk beeld te krijgen van deze eerder nog nooit vermoede en nog minder ooit gehoorde wonderbaarlijke toestanden die er in de immens grootse natuur van de grote werelden en hun ordening bestaan, is meer nodig dan mijn oneindig beperkte verstand! Vanuit de grond der zaak begrijpen kan ik dat dus onmogelijk; maar ik geloof u op uw woord; want u bent er wijs genoeg voor om dit allemaal heel precies te weten en te doorgronden, omdat uw geest, zoals Aziona mij vandaag nog vertelde in de macht, in het schouwen en in het hoogst volkomen begrijpen geheel één moet zijn met de geest van een allerhoogste Godheid, waarvan ik weliswaar ook niet inzie hoe dat mogelijk is, maar ik geloof het, omdat u er voor ons nu al zulke buitengewoon geweldige bewijzen van heeft geleverd zonder dat we erom vroegen. Misschien komt er voor ons ook nog een tijd dat we dergelijke dingen beter in zullen zien dan nu; maar voor nu moeten we het gewoon geloven"
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Bijvoorbeeld: Dicht naast elkaar zitten twee afzonderlijke zenuwen. Beide krijgen dezelfde voeding en worden door hetzelfde levensvocht in leven gehouden, en hun functie is dat zij twee dicht naast elkaar staande haren op het hoofd onderhouden en doen groeien. Wel, deze twee uiterst onbeduidende zenuwen zouden toch, omdat ze de oorzaken van precies dezelfde gevolgen zijn, ook wat hun bestemming betreft volledig aan elkaar gelijk moeten zijn! Maar Ik zeg: O, absoluut niet! Deze twee kleine zenuwen lijken wat hun bestemming betreft even weinig op elkaar als man en vrouw, en daarom is ook hun inwendig organisme geheel verschillend.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Zo'n verschijnsel aan het lichaam van de mens is natuurlijk onwillekeurig; maar meestal is het toch het noodzakelijke gevolg van een onjuist streven van een zinnelijke en materiële ziel. De assimilatiedrang is weliswaar noodzakelijk voor de voortplanting en het in stand houden van het natuurlijke leven, maar deze drang is de dood van de natuur als hij qua sterkte boven of onder de maat is die in de natuur zelf is voorgeschreven.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Laten we aannemen dat er tussen het mannelijke en het vrouwelijke geslacht niet de minste prikkel tot assimilatie bestond, zo ook bij de dieren dan zou dit zeker het einde betekenen van de voortplanting van het natuurlijke leven. De reden daarvan zullen jullie beiden zeker wel duidelijk inzien. De totale afwezigheid van deze prikkel is dus ook zonder meer de dood van al het natuurlijke leven. Maar ook is een assimilatieprikkel en eigenlijk -drift die zijn grenzen overschrijdt eveneens zonder meer de dood van het natuurlijke leven en daardoor ook al gauw van het leven van de ziel.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  312 - 313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337  ...