Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 325 van 1110

...  313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338  ...
[3] In wie Mijn leer, dus Mijn licht en daarom de eeuwige waarheid, huist, in hem huist ook Mijn kracht en Mijn macht. Wat willen jullie dan nog meer?'
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] IK zei: 'Ook dat zal jullie volledig gegeven worden; want waarlijk, Ik zeg jullie: Waar er ooit slechts twee of drie ernstig in Mijn naam bijeen zullen zijn, daar zal ook Ik bij hen zijn, ofwel zichtbaar of waarneembaar werkend in de geest, en dat zal toch ook wel Mijn wezen zijn?!
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'Dat klinkt alleen voor diegene vreemd, die Mijn woorden nog steeds niet begrijpt! Doet het er dan wat toe dat die mensen eventueel geacht worden als jullie eersten en jullie eersten niet meer dan de laatsten?! Of zul je, wanneer je eenmaal zalig in Mijn hemelen zult zijn, soms wat minder zalig zijn, als de laatste even zalig zal zijn als jij? Kijk eens, hoe blind je nog bent!
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Ik zeg jullie: Op aarde is jammer genoeg naijver, - maar in de hemel zal daarvan eeuwig niets meer naar voren komen; want een afgunstig mens zal daar niet binnenkomen.
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] In de hemel zal alleen hij de eerste en de grootste zijn, die vindt dat hij zelf de minste en kleinste is; want laat datje glorie worden, datje allemaal in jullie hart aan de kinderen gelijk wordt! Wie in zijn hart niet wordt als de kinderen, zal niet binnen kunnen gaan in het rijk van God; want de weg naar de hemel is een heel smalle, en bezaaid met allerlei dorens. De grootste doornige hindernis is en blijft echter de hoogmoed en het hele legioen wat daarvan afgeleid is.
Hoofdstuk 236: De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] En kijk, als jij en je slechte buurman bij elkaar zijn, dan zijn fysiek gezien hemel en hel vlak naast elkaar; maar toch kan de hel je niets doen, omdat tussen jullie beiden de wet een steile en onneembare afscheiding vormt. Maar hoe hemelsbreed verschillend is jullie morele toestand en hoe ver van elkaar verwijderd!
Hoofdstuk 237: Hemel en hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] Nu geldt dan jullie Romeinse spreekwoord: Aut Caesar, aut nihil (alles of niets). Heeft hij toegestemd en de proeven doorstaan dan wordt hij weliswaar een schijnkoning, -maar die eer duurt niet lang. Al gauw komt er opstand en de gemartelde koning wordt afgezet, en een dictator neemt zijn plaats in en geeft decreet na decreet, waarbij iedereen dan goed voor eigen zak zorgt. Dat is dan weer diegenen niet naar de zin die daarbij te kort komen, en dat kweekt dan ook weer samenzweringen, waaruit al gauw een muiterij van zeer gruwelijke aard te voorschijn komt. En zo kan daar nooit orde ontstaan.
Hoofdstuk 238: De gevechten in de hel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] En verder vinden jullie ook bij hem in zijn 59e hoofdstuk: 'Hij zag dat er niemand was (d.w.z. geen liefde en geen waarheid) en verbaasde zich dat er geen vertegenwoordiger was; daarom bracht Zijn arm (het menselijke van de Heer) Hem heil, en de gerechtigheid richtte Hem op (de goddelijke orde in het menselijke van de Heer). Daarom trok Hij gerechtigheid aan als een pantser en de helm des heils op Zijn hoofd en trok het gewaad van de wraak ( de waarheid) aan en bedekte Zich met ijver als met een mantel. Toen kwam voor Sion een verlosser!'
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] In Jeremia lezen jullie (hfdst.46): 'Zij hebben de moed verloren, want hun (van de hel) helden zijn verslagen. Zij sloegen op de vlucht en keken niet achterom. Die dag (tot eer en prijs) is voor de Heerjehova Zebaoth een dag van wraak, waarop Hij wraak zal nemen op Zijn vijanden en Zijn zwaard zal vreten en zat zal worden.'
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] En in de 45e psalm, vers 4-8, lezen jullie iets heel voortreffelijks, dat luidt: 'Gord het zwaard (ook het menselijke van de Heer) om de lendenen, Machtige! Uw pijlen ( de waarheid) zijn gepunt. Volkeren (van de hel), die in hun hart vijanden van de koning (het goede en ware) zijn, zullen onder U vallen. Vestig Uw troon (de kerk des Heren) voor de tijd die komt en de eeuwigheid! U hield van de gerechtigheid; daarom heeft God U gezalfd.'
Hoofdstuk 239: De tweede schepping van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] (DE HEER:) 'Laat echter niemand van jullie denken dat Ik ook de hel eens geschapen zou hebben! Dat zij verre van Mij en van jullie allen! Denk ook niet, dat het een plaats van eeuwige bestraffing van de boosdoeners van deze aarde is! Zij heeft zich vanzelf gevormd uit al die vele mensenzielen die op deze aarde iedere goddelijke openbaring weghoonden, God loochenden, slechts deden wat hun uiterlijke zinnelijkheid behaagde, maar zich uiteindelijk goddelijke eer lieten bewijzen en al het volk door hun hovelingen liet instrueren dat zij zelf goden waren en dat het hele volk hen moest aanbidden, zoals Nebukadnezar dat in Babylon deed. Zij bedachten opnieuw afgoden en dwongen de volken die te aanbidden en hun grote offers te brengen; wie dat niet deed, werd onmenselijk gemarteld.
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Daaruit kunnen jullie welopmaken wat voor macht de hel over de hele aarde uitoefende, en hoe dringend het nodig was dat Ik Zelf af moest dalen in de materie om dit oude maar noodzakelijke gericht met Mijn hele inzet te doorbreken en daardoor tegen de hel die zichzelf geschapen had een dam op te werpen die zij nooit meer zo zal doorbreken als tot nu toe het geval was .
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] En hiermee heb Ik jullie nu met een voorbeeld laten zien, wat de hel is, wat zij deed, ten dele nog doet, en wat de verlossing is. Hebben jullie dat wel enigszins begrepen?'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Ja, m'n vriend, dat gaat niet; want alle zielen, goede en slechte zijn uit Mij, en van Mij kan eeuwig nooit iets vernietigd worden, dus ook de slechtste ziel niet, maar iedere ziel zal volgens haar liefde verder leven. - Mijn vriend, begrijp je dit zo'n beetje?'
Hoofdstuk 240: De verhouding tussen hel en wereld - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] LAZARUS zei: 'Ja, ja, jullie mening is volkomen juist, en de Romeinen hebben ook helemaal gelijk als zij zeggen: 'Hem die het zelf wil, geschiedt geen onrecht! ' , maar ik zeg: Zo spreekt toch alleen maar de droge wereldse rechtsfilosofie. Maar als ik een mens zie die zich uit vertwijfeling van het leven wil beroven, of ik zie een echt onervaren mens die giftige bessen verzamelt om op te eten, dan is het toch mijn menselijke plicht niet maar iedereen te laten doen wat hij zich voorgenomen heeft, maar hem daar heel ernstig van af te houden en hem te vertellen welke gevolgen het een en ander voor hem kan hebben.
Hoofdstuk 241: Lazarus wil de zondaars helpen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338  ...