Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 325 van 1112

...  313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338  ...
[17] Toen zei LAZARUS: 'Maar, beste mensen, als jullie in Jeruzalem zo krap zaten, waarom kwamen jullie dan niet naar mij in Bethanië? Daar hadden jullie werk in overvloed gevonden! En bij mij kan niemand zich beklagen dat hij het ooit te krap had.'
Hoofdstuk 202: Arbeiders bezoeken de Heer op de Olijfberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] IK zei tegen Agricola: 'je vergist je als je denkt dat Ik eventueel uit angst voor de joden gevlucht ben! Maar Ik wist waarom Ik het deed. Het ging er voornamelijk om, dat het volk Mij herkende en dat het ook de slechte, ongelovige, zelfzuchtige joden beter leerde kennen dan eerder ooit het geval was. Daarom vergreep het zich later ook aan hen, en bezorgde hun een ovatie die zij hun leven lang niet meer zullen vergeten. Waarom had Ik Mij aan die boosaardige mensen moeten vergrijpen, terwijl ik toch van te voren wist wat hen wachtte zodra Ik uit de tempel zou gaan? Er zitten hier wel zeventig getuigen die heel goed weten hoe het de woedende joden na Mijn vertrek is vergaan.'
Hoofdstuk 203: De reden van het ongeloof van de tempeldienaren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] IK zei: 'Beslist, maar vooral ook de ware, innerlijke levensvorming en vooral de mogelijke, volledige zelfstandigheid en eigen kracht van het geschapen leven van ieder mens! En die kan God slechts langzaam maar zeker teweegbrengen door Zich zo veel mogelijk op de achtergrond te houden en slechts heel zacht in te werken op het gemoed van de mensen.
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Pas als bijzonder gewekte mensen veel daarover nadenken, wordt het toegelaten dat zij vanzelf op het spoor komen dat er een God moet zijn die alles tot aanzijn roept en alles ordent en leidt. Op deze wijze ontwikkelt zich langs heel natuurlijke weg de erkenning van een almachtig, al goed en alwijs goddelijk wezen.
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] Hoe de verhouding van de mensen van andere aarden tot God er uitziet, gaat de mensen van deze aarde helemaal niets aan; pas als zij als kinderen van God volmaakt zullen zijn, zullen zij het volste recht van God, hun Vader, krijgen zich ook daarom te bekommeren.
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Maar nu laat God voor de mensen van deze aarde wel de grootste openbaring plaatsvinden; want meer dan Ik Zelf in een menselijk lichaam kan er tot de mensen van deze aarde eeuwig nooit komen. Het ga hem goed die in Mij gelooft, zich niet over Mij ergert en vervolgens zo leeft en handelt als Ik hier duidelijk leer! Want wie zich aan Mijn woorden houdt en helemaal daarnaar leeft en handelt, zal weldra beseffen dat deze woorden die Ik tegen jullie zeg en gezegd heb, geen mensenwoorden, maar goddelijke woorden zijn, die op zichzelf leven, licht en eeuwige waarheid zijn.
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Daarom laten wij hen daar beneden hun gang gaan, ook al willen zij niet in Mij geloven; want daarnaast zijn er immers al zeer velen die in Mij geloven en daardoor het ware, eeuwige leven reeds nu volledig in zich hebben; want heus, er zijn er reeds die de dood niet voelen en smaken zullen! Ik ben een echte bruidegom, en wie in Mij gelooft en Mij liefheeft is waarachtig Mijn bruid! En de bruid zal het eeuwige leven net zo in zich hebben als Ik het in Mijzelf heb en het ook kan geven aan wie Ik het geven wil. - Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 204: Het opvoeden van de mensheid in de kennis van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Ook MIJN LEERLINGEN verwonderden zich bij zichzelf hogelijk over het verstand van de Romein en zeiden: 'Kijk nu eens hoe snel deze uitgesproken heiden alles begreep, terwijl de joden daar beneden nog steeds het bos vanwege de bomen niet zien! Het is toch wel in hoge mate vreemd dat zulke mensen zelfs ter wille van hun grote aardse belang niet vol vreugde het stralende levenslicht willen of kunnen zien!'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] EEN VAN DE DERTIG JOODSE GRIEKEN zei: 'O, ze zouden het best kunnen begrijpen; maar ze willen het niet omdat zij denken dat zij daardoor hun aanzien, hun grote rijkdommen en hun goede leventje kwijtraken. En al dalen de engelen dan zichtbaar uit de hemelen tot hen af om hun te vertellen dat onze Heer en Meester Christus is, dan zullen zij dat toch niet aannemen vanwege datgene wat ik zoëven naar voren heb gebracht, - en ik weet dat wel het best, omdat ik weet hoe zij zich ten tijde van de vrome hogepriester Zacharias gedragen hebben. Ik en vele anderen zagen de engel van God met de vrome man spreken en waren er bij onszelf volkomen van overtuigd dat het een echte verschijning was; maar de onbegrensde hoogmoed van de andere Farizeeën en hun zelfzucht voelde zich ver verheven boven al dit waarachtige, en zij wurgden hem meteen daarna tussen het offeraltaar en het allerheiligste. Zoals zij echter toen waren, zo zijn zij tot op dit uur nog, en zij zouden zelfs ten tijde van Mozes met Jehova de strijd aangebonden hebben, als zij toen geleefd zouden hebben. En dat zijn nog steeds door U, o Heer, toegelaten priesters en zogenaamde dienaren van God, terwijl zij toch allang voor de satan te slecht zouden zijn!'
Hoofdstuk 205: De wilsvrijheid en de geestelijke opdracht van de mens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Niemand kan echter God en de mammon van deze wereld gelijktijdig dienen; want wie de mammon zoekt en liefheeft, kan God niet liefhebben. Wie God echter niet liefheeft, heeft geen echt leven uit God in zich, maar slechts een schijnleven uit de vorst van deze wereld, die in zichzelf dood is en niemand ooit iets anders dan slechts de dood kan geven die zijn wezen voor eeuwig is. Jullie weten nu wat je te doen hebt; doe dat dus en jullie zullen in eeuwigheid leven!'
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] IK zei: 'Om jullie een beeld te geven van het offer van degene die Zich nu in deze tijd vrijwillig voor alle mensen uit pure liefde opoffert. Maar het brandoffer en het slachtoffer werd ook ingesteld als getuigenis tegen jullie, opdat jullie je daarbij altijd zouden herinneren dat jullie steeds zondaren waren en afvallig van de ware God en daarom een zoenoffer nodig hadden dat jullie als sprekend zinnebeeld altijd zei, dat jullie je door je vele zonden van God hebben afgewend en een middelaar nodig hebben, die jullie weer met God verbindt en verenigt
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[21] Daarna richtte hij zich tot Mij en sprak: 'Meester, dat heeft u goed gezegd; maar als men de naaste moet liefhebben als zichzelf, doet zich de vraag voor, wie dan eigenlijk mijn naaste is.'
Hoofdstuk 206: Over zonde en offer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Die betere tijd zal duizend en meer jaren duren en zal lijken op de tegenwoordige gesteldheid van de aarde, die nu, door slechts weinig stormen belaagd, zich in een periode van zekere rust en orde vol weelderige, vruchtbare velden bevindt, maar daarnaast toch veel meer onvruchtbare en stormachtige woestenijen telt dan rustige en vruchtbare landen, afgezien van de grote oceaan.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Dit meer dan hoogmoedige slangengebroed zal zich mettertijd in zijn blindheid en machtswaan boven de Romeinen verheffen en hen uit dit land willen verdrijven. En dat zal hun einde zijn. De veldheer, en later tevens keizer, is al geboren die deze stad en haar volk de genadeslag zal geven. ..
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Toen draaide JUDAS zich om en ging naar Nathanaël, waarmee hij nog het beste kon opschieten, en vroeg hem het een en ander wat hij voordien niet begrepen had, en Nathanaël legde het hem uit. En toen dan ook deze leerling zo ongeveer begreep wat Ik daarvoor aan de leerlingen voorspelde, deed hij of hij in slaap viel en vroeg niets meer.
Hoofdstuk 207: De beschouwingen van de Heer over Jeruzalem en de eindtijd van de aarde. Het duizendjarige rijk en het gericht door het vuur. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  313 - 314 - 315 - 316 - 317 - 318 - 319 - 320 - 321 - 322 - 323 - 324 - 325 - 326 - 327 - 328 - 329 - 330 - 331 - 332 - 333 - 334 - 335 - 336 - 337 - 338  ...